ECLI:NL:RBAMS:2019:1885

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 maart 2019
Publicatiedatum
15 maart 2019
Zaaknummer
C/13/642497 / HA ZA 18-104
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid trustkantoor in verband met sanctiewet en verordening inzake Oekraïne

In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Amsterdam, stond de aansprakelijkheid van een trustkantoor centraal in het kader van de Sanctiewet en de verordening inzake Oekraïne. De eisers, waaronder Farenheit Management Ltd, stelden dat het trustkantoor tekort was geschoten in zijn verplichtingen door een sanctiemelding te doen bij De Nederlandse Bank (DNB) zonder overleg met hen. Dit leidde tot bevriezing van de tegoeden van de eisers, wat hen schade berokkende. De rechtbank onderzocht de feiten en de juridische context, waaronder de sanctieregelgeving die op 5 maart 2014 door de Europese Unie was uitgevaardigd. De rechtbank oordeelde dat het trustkantoor, in overeenstemming met de sanctiewetgeving, verplicht was om de sanctiemelding te doen en dat zij geen verwijt trof voor het niet doorvoeren van een bestuurswisseling die door de eisers was gewenst. De rechtbank concludeerde dat de handelingen van het trustkantoor geen tekortkoming of onrechtmatige daad opleverden, en wees de vorderingen van de eisers af. De eisers werden hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten van de procedure.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/642497 / HA ZA 18-104
Vonnis van 27 maart 2019
in de zaak van
1. [eiser in conventie, eiser in incident sub 1]
,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
2. de vennootschap naar buitenlands recht
FARENHEIT MANAGEMENT LTD,
gevestigd te Charlestown, Nevis, Federatie van Saint Kitts en Nevis,
3.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie, eiser in incident sub 3],
wonende te [woonplaats] , Oekraïne,
eisers in conventie,
eiser sub 3 tevens verweerder in reconventie,
eisers in incident,
advocaat mr. J.J. van Dort te Naarden,
tegen

1.[gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2]
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
3.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 3],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
verweerders in incident,
advocaat mr. N.F. Barthel te Zoetermeer.
Partijen zullen hierna [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] ( [naam 4] ), Farenheit, [eiser in conventie, verweerder in reconventie, eiser in incident sub 3] en gezamenlijk [eisers in conventie, eisers in incident] enerzijds en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] , [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] , [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 3] en gezamenlijk [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] anderzijds genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 22 augustus 2018,
  • het antwoord in reconventie tevens verzoek voorlopige voorzieningen van [eisers in conventie, eisers in incident] ,
  • het antwoord in incident van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] ,
  • het proces-verbaal van comparitie van 4 december 2018,
  • het rolbericht van 23 januari 2019 waarmee partijen vonnis vragen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser in conventie, eiser in incident sub 1] is op 29 mei 2013 opgericht en op 30 mei 2013 ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel (hierna: de KvK). [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] is bij de oprichting benoemd als bestuurder van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] .
2.2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] is een in Nederland gevestigd trustkantoor en staat onder toezicht van De Nederlandse Bank (hierna: DNB). [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 3] zijn bestuurders van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] .
2.3.
Op 5 maart 2014 heeft de Europese Unie (EU) de verordening 208/2014 uitgevaardigd waarmee beperkende maatregelen jegens 18 natuurlijke personen van en gelieerd aan het voormalige regime van Oekraïne van kracht zijn geworden (hierna: de verordening). De heer [naam 1] is een van de namen die voorkomen op bijlage I bij de verordening.
2.4.
Op 26 maart 2014 hebben [eiser in conventie, verweerder in reconventie, eiser in incident sub 3] , [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] een managementovereenkomst getekend (hierna: de managementovereenkomst). Artikel 2. 2 van de managementovereenkomst luidt, voor zover van belang, als volgt, waarbij [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] als Company is aangeduid en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] gezamenlijk als [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] zijn aangeduid:

2.1 The Company shall pay [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] a total annual fixed fee of Euro 6.000,00 (exclusive of VAT – 21 %) payable annually (…)”
2.5.
Op 8 april 2014 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] van haar toezichthouder DNB het verzoek gekregen zich te melden op 10 april 2014 om inlichtingen te verschaffen inzake mogelijke dienstverlening aan personen waarop de verordening van toepassing is.
2.6.
In de voorbereiding op dit gesprek heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] dossieronderzoek verricht en vastgesteld dat bij [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] transacties hebben plaatsgevonden met familieleden van [naam 1] met als gevolg dat de tegoeden van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] bevroren moesten worden onder de sanctieregelgeving (zoals hierna gedefinieerd).
2.7.
Bij e-mail van 16 april 2014 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] een sanctiemelding gedaan ingevolge artikel 3 Regeling Sanctiewet 1997 bij DNB ten aanzien van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] (hierna: de sanctiemelding).
2.8.
Bij brief van 6 juni 2014 heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie, eiser in incident sub 3] als UBO [de rechtbank gaat ervan uit dat deze afkorting staat voor
Ultimate Beneficial Owner] van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] de Minister van Financiën aangeschreven (op briefpapier van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] ) met het verzoek, samengevat, om de juistheid van de sanctietoepassing op [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] te onderzoeken, de bevriezing ten aanzien van haar activa te staken en geïnformeerd te worden over de uitslag van het onderzoek naar [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] en de mogelijke vrijval van fondsen en transactieactiviteiten.
2.9.
Bij brief van 16 juli 2014 heeft het Ministerie van Financiën (hierna: Minfin) aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] bevestigd dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] een melding heeft gedaan onder de sanctiewet. In de brief is opgenomen, voor zover van belang:
“(…)
Toepasselijkheid van sancties
(...)
Op grond van de informatie die mij ter beschikking staat, ondermeer uit de sanctiemelding door uw kantoor, is ervan uit te gaan dat een of meer personen vermeld op de lijst in bijlage I bij Verordening 208/2014 (hierna: geliste personen) in zodanige verhouding staan tot de rechtspersonen dat met betrekking tot de rechtspersonen de verplichtingen van artikel 2 van Verordening 208/2014 van toepassing zijn:
(…)
Gevolgen van de toepasselijkheid van sancties
Eventuele tegoeden van de rechtspersonen bij Nederlandse banken zijn inmiddels bevroren. Als trustkantoor dient u ervoor te zorgen dat geliste personen niet kunnen beschikken over de rechtspersonen en vermogensbestanddelen die aan de rechtspersonen toebehoren.
(…)”
2.10.
Bij brief van 30 september 2014 heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie, eiser in incident sub 3] aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] bericht dat de managementovereenkomst is beëindigd. Als bijlage wordt een kopie meegestuurd van een verslag van een vergadering van de certificaathouders van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] , waarin is opgenomen, voor zover van belang:
“MEETING OF THE DEPOSITARY RECEIPT HOLDERS OF STICHTING CONCEPT ASSETS (…) HELD AT THE REGISTERED OFFICE OF THE COMPANY ON SEPTEMBER 30, 2014
(...)
IT WAS UNAMMOUSLY RESOLVED
1. To remove Mr. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] , [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] (…) as the sole Board Member of the foundation (…) - as on September 30, 2014
2. To appoint Mr. [naam 2] (…) as the sole Baard Member of the Foundation - as from October 01, 2014.
3. To change and approve the change of the registered address (official seat) of the Foundation FROM (…) Amsterdam (…) TO (…) BUDAPEST (…) - as from October 01, 2014.(…)”
2.11.
Op 4 november 2014 is de heer [naam 2] (hierna: [naam 2] ) als bestuurder van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] ingeschreven in het handelsregister van de KvK en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] als bestuurder van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] uitgeschreven (hierna: de bestuurswisseling).
2.12.
Bij bezwaarschrift van 13 november 2014 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] bij de KvK bezwaar gemaakt tegen de bestuurswisseling.
2.13.
Bij beslissing op bezwaar van 1 december 2014 heeft de KvK de bestuurswisseling ongedaan gemaakt.
2.14.
Bij bezwaarschrift van 9 januari 2015 hebben [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] en [naam 2] bezwaar gemaakt bij de KvK tegen de beslissingen van 1 en 2 december 2014. De KvK heeft het bezwaar doorgestuurd naar het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (hierna: het CBB).
2.15.
Bij brief van 13 februari 2015 aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] heeft Minfin toestemming verleend aan ABN AMRO Bank om € 46.500,00 van de tegoeden van de rekening van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] in Zwitserland te ontvangen en bij te schrijven op de rekening van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] bij ABN AMRO Bank.
2.16.
Bij brief van 8 mei 2015 aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] heeft Minfin toestemming verleend aan ABN AMRO Bank om € 14.500,00 van de tegoeden van de rekening van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] in Zwitserland te ontvangen en bij te schrijven op de rekening van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] bij ABN AMRO Bank.
2.17.
Bij brief van 21 december 2015 aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] heeft Minfin toestemming verleend aan ING Bank om € 40.815,49 van de tegoeden van de rekening van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] in Zwitserland te ontvangen en bij te schrijven op de rekening van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] bij ING Bank.
2.18.
Bij brief van 1 februari 2016 heeft notaris A.C.W. van Limburg Stirum aan de toenmalige raadsman van [eisers in conventie, eisers in incident] geschreven, voor zover relevant:
“In oktober 2014 heeft [bedrijf 1] mij benaderd met betrekking tot het doorvoeren in de Kamer van Koophandel van bestuurswisseling en andere gegevens van [bedrijf 2] , [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] en [bedrijf 3] .
Op 30 oktober 2014 zijn door mij de desbetreffende wijzigingen doorgegeven aan/ingevoerd bij de Kamer van Koophandel.
Op dat moment stonden deze stichtingen niet vermeld op een lijst van verboden/bevroren rechtspersonen van de KNB.”
2.19.
Bij brief van 5 februari 2016 heeft Minfin aan de KvK bericht dat nieuwe informatie ertoe geleid heeft dat ten aanzien van een aantal stichtingen, waaronder [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] , geen aanleiding meer bestaat de bevriezingsmaatregelen te handhaven en dat de verordening niet in weg staat aan het wijzigen van de samenstelling van het bestuur van de stichtingen.
2.20.
Bij brief van 7 februari 2016 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie, eiser in incident sub 3] bericht dat de managementovereenkomst wordt beëindigd met een opzegtermijn van 30 dagen en dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] per 9 maart 2016 ontslag neemt als directeur.
2.21.
Bij brief van 25 februari 2016 aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] / [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] heeft de KvK bericht dat zij een nieuw besluit genomen heeft op het bezwaarschrift van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] van 13 november 2014 waarmee het bezwaar alsnog ongegrond is verklaard.
2.22.
Op 18 mei 2016 hebben de Kvk, Minfin en vier natuurlijke personen (bestuurders) waaronder [naam 2] een vaststellingsovereenkomst gesloten. De vaststellingsovereenkomst ziet op alle verwijten tussen de KvK en Minfin enerzijds en de bestuurders anderzijds aangaande de handelwijze van de KvK rondom de verzoeken om bestuurswisselingen in te schrijven in het handelsregister van de KvK van 4 november 2014, waaronder die ten aanzien van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] (2.11). Een wederzijdse kwijting maakt onderdeel uit van de vaststellingsovereenkomst.
2.23.
Bij fax/brief van 18 mei 2016 hebben [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] en [naam 2] de beroepsprocedure bij het CBB ingetrokken in verband met de bereikte regeling in der minne.
2.24.
In november 2017 heeft [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] beslag gelegd ten laste van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] . In het kader van een opheffingskortgeding heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] bij notariële akte van 3 januari 2018 een pandrecht gevestigd op vorderingen op derden ten behoeve van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] als vervangende zekerheid met als gevolg dat de gelegde beslagen zijn opgeheven.

3.Het geschil in de hoofdzaak en in de incidenten

in de hoofdzaak in conventie

3.1.
[eisers in conventie, eisers in incident] vordert hoofdelijke veroordeling van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] , uitvoerbaar bij voorraad, tot
primairbetaling van € 241.169,00 en
subsidiairbetaling van een bedrag, nader op te maken en te vereffenen bij staat, en in beide gevallen vermeerderd met (handels)rente en (na)kosten.
3.2.
[eisers in conventie, eisers in incident] legt aan deze vordering ten grondslag, samengevat, dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] tekort zijn geschoten in de verplichtingen uit de managementovereenkomst en de statuten van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] door zonder noodzaak, op eigen initiatief en zonder overleg met [eiser in conventie, verweerder in reconventie, eiser in incident sub 3] een sanctiemelding te doen ten aanzien van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] , niet op instructie van [eiser in conventie, verweerder in reconventie, eiser in incident sub 3] en de vergadering van certifcaathouders af treden althans het gegeven ontslag te aanvaarden, bezwaar te maken tegen de benoeming van [naam 2] als bestuurder en te eigen baten meer gelden uit [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] te halen dan waar zij recht op hadden. Dit levert tevens een onrechtmatige daad op jegens [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie, eiser in incident sub 3] . [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] hebben voorts het eigendomsrecht van de certificaathouder van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] geschonden met deze handelwijze, wat ook in strijd is met artikelen 2:8 en 2:9 BW. Daarnaast was er sprake van een conflicterend (tegenstrijdig) belang. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 3] is directeur van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] en aldus hoofdelijk aansprakelijk en hij heeft als indirect aandeelhouder van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] van de onrechtmatige betalingen aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] geprofiteerd, aldus [eisers in conventie, eisers in incident]
3.3.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] voert als verweer, samengevat, dat als gevolg van de sanctieregelgeving (zoals hierna gedefinieerd) zij gehouden was de sanctiemelding te doen en niet mee kon werken aan de bestuurswisseling en dat zij, met goedkeuring van Minfin, gelden van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] heeft aangewend om onbetaalde werkzaamheden van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] ten behoeve van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] en aan haar gelieerde stichtingen voldaan te krijgen, en vordert hoofdelijke veroordeling van [eisers in conventie, eisers in incident] in de proceskosten.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in de hoofdzaak in reconventie
3.5.
Indien de vordering van [eisers in conventie, eisers in incident] in conventie geheel of gedeeltelijk wordt toegewezen vordert [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] een veroordeling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie, eiser in incident sub 3] tot betaling van het bedrag waartoe gedaagde(n) is / zijn veroordeeld, alsmede de proceskostenveroordeling en de overige kosten boven de proceskostenveroordeling, inclusief (na)kosten.
3.6.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] legt aan deze vordering ten grondslag dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie, eiser in incident sub 3] op basis van de managementovereenkomst gehouden is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] te vrijwaren, behoudens grove nalatigheid waarvan in casu geen sprake is.
3.7.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie, eiser in incident sub 3] voert verweer dat er samengevat op neerkomt dat de management-overeenkomst is opgezegd per 30 september 2014, dat de managementovereenkomst als algemene voorwaarde geldt en de betreffende bepaling op de grijze dan wel de zwarte lijst staat zodat deze vernietigd moet worden, dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie, eiser in incident sub 3] er nooit op gewezen is dat ook een vordering van hemzelf tot een vrijwaring zou kunnen leiden, dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] geen bestuurder meer was en dat sprake is van grove nalatigheid.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in de incidenten
3.9.
Bij wijze van eerste voorlopige voorziening ex artikel 162 Rv vordert [eisers in conventie, eisers in incident] veroordeling van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] , uitvoerbaar bij voorraad, de originelen van de bestuursbesluiten van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] die [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] als productie 28 heeft ingebracht ter griffie te deponeren voor een onderzoek naar de echtheid daarvan op straffe van een dwangsom en met veroordeling van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] in de (na)kosten.
3.10.
Aan deze vordering legt [eisers in conventie, eisers in incident] ten grondslag dat het vermoeden bestaat dat deze bestuursbesluiten zijn geantedateerd of gepostdateerd, dat deze stukken pas tijdens het kort geding boven tafel zijn gekomen en dat op basis van artikel 6 van de management-overeenkomst het recht bestaat op inzage in alle stukken.
3.11.
Bij wijze van tweede voorlopige voorziening ex artikel 162 Rv vordert [eisers in conventie, eisers in incident] veroordeling van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] , uitvoerbaar bij voorraad, kort samengevat alle correspondentie van begin 2014 tot en met eind september 2018 te deponeren en kopie daarvan af te geven aan de advocaat van [eisers in conventie, eisers in incident] op straffe van een dwangsom en met veroordeling van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] in de (na)kosten.
3.12.
Aan deze vordering legt [eisers in conventie, eisers in incident] ten grondslag dat sprake is van samenspanning tussen Minfin en twee ambtenaren en dat overleg plaatsvond tussen deze ambtenaren en [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident]
3.13.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] heeft verweer gevoerd tegen beide voorlopige voorzieningen en vordert hoofdelijke veroordeling van [eisers in conventie, eisers in incident] in de proceskosten.
3.14.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in de hoofdzaak in conventie

4.1.
Kern van de verwijten die [eisers in conventie, eisers in incident] [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] maakt – en die volgens [eisers in conventie, eisers in incident] een tekortkoming dan wel een onrechtmatig daad opleveren – is (i) dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] op 16 april 2014 een sanctiemelding heeft gedaan bij DNB met als gevolg dat de tegoeden van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] werden bevroren, (ii) dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] geen gevolg heeft gegeven aan het besluit van [eiser in conventie, verweerder in reconventie, eiser in incident sub 3] als certificaathouder van 30 september 2014 waarmee [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] werd ontslagen en [naam 2] werd benoemd als bestuurder van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] en (iii) dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] gelden van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] heeft aangewend om openstaande facturen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] bij [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] en aan haar gelieerde stichtingen te voldoen. De rechtbank zal deze verwijten achtereenvolgens bespreken na een inleidende opmerking over de sanctieregelgeving.
sanctieregelgeving en de verordening
4.2.
De Sanctiewet 1977 (hierna: de SW) is de wettelijke basis voor nationale regels ter uitvoering van internationale sanctiemaatregelen. Een van de regelingen die op basis van de SW zijn uitgevaardigd betreft de Regeling Toezicht Sanctiewet 1977. Voorts zijn voor betrokken (financiële) instellingen de “Algemene leidraad Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (WWFT) en Sanctiewet (SW)” en de “DNB Leidraad WWFT en SW” (hierna: de DNB leidraad) gepubliceerd die handvatten geven hoe onder toezicht staande instellingen de verschillende wettelijke verplichtingen adequaat kunnen uitvoeren. Deze regelgeving wordt hierna in zijn geheel ook wel de sanctieregelgeving genoemd.
4.3.
De op 5 maart 2014 uitgevaardigde verordening inzake Oekraïne – met directe werking in Nederland – heeft tot gevolg dat tegoeden en economische middelen die, samengevat, toebehoren of onder zeggenschap staan van een op bijlage I bij de verordening ‘opgelijste’ personen bevroren zijn. Op basis van de sanctieregelgeving heeft de verordening bovendien tot gevolg dat instellingen, waaronder trustkantoren, melding moeten maken bij hun toezichthouder als ten aanzien van hun klanten sprake is van een “relatie” met opgelijste personen zoals beschreven in de sanctieregelgeving. Die melding heeft tot gevolg dat tegoeden en economische middelen bevroren zijn totdat ze vrijvallen als gevolg van, kort gezegd, een gewijzigde sanctieregel of een daartoe strekkend bericht van de toezichthouder.
sanctiemelding [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] bij DNB
4.4.
Op basis van de sanctieregelgeving heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] op 16 april 2014 een sanctiemelding gedaan bij haar toezichthouder DNB. In de conclusie van antwoord heeft [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] toegelicht op basis van welke feiten en omstandigheden [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] deze melding heeft gedaan en waarom zij daartoe gehouden was. In reactie daarop heeft [eisers in conventie, eisers in incident] niet althans onvoldoende onderbouwd waarom de feiten en omstandigheden waarop deze melding is gebaseerd onjuist zijn. [eisers in conventie, eisers in incident] heeft weliswaar gesteld dat [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] pas op 14 november 2014 op de ‘Nederlandse nationale Sanctielijst’ is geplaatst, maar dat is niet van belang. Naast het feit dat de status van deze lijst niet duidelijk is geworden ( [eisers in conventie, eisers in incident] verwijst naar de verklaring van notaris van Limburg Stirum die het over een lijst van verboden/bevroren rechtspersonen van de KNB heeft, waarvan de status evenmin is toegelicht) is de meldingsplicht onder de sanctieregelgeving niet gekoppeld aan het wel of niet voorkomen van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] op een lijst. Dit maakt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] geen verwijt treft waar het de sanctiemelding betreft.
4.5.
[eisers in conventie, eisers in incident] heeft nog gesteld dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie, eiser in incident sub 3] op geen enkele wijze op de hoogte is gesteld van de bevriezingsmaatregelen, maar dit volgt niet uit de stukken. Zo heeft [eisers in conventie, eisers in incident] zelf een brief in het geding gebracht van [eiser in conventie, verweerder in reconventie, eiser in incident sub 3] aan de Minister van Financiën op briefpapier van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] van 6 juni 2014 (zie 2.8). Hieruit volgt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie, eiser in incident sub 3] in ieder geval op dat moment op de hoogte was van de bevriezingsmaatregelen. Voor zover [eisers in conventie, eisers in incident] heeft gesteld dat het op de weg van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] had gelegen om met [eiser in conventie, verweerder in reconventie, eiser in incident sub 3] overleg te voeren
alvorensde sanctiemelding te doen miskent [eisers in conventie, eisers in incident] het doel en de strekking van de verordening. De verordening beoogt alle tegoeden en economische middelen van de betreffende partijen te bevriezen en heeft onmiddellijke werking om de effectiviteit van deze maatregelen te waarborgen (vgl. overweging 10 van de verordening). Vooroverleg met betrokkenen, met het risico dat de bevriezing geen of beperkt effect sorteert, is in strijd met dit uitgangspunt.
de bestuurswisseling per 30 november 2014
4.6.
Het volgende verwijt dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] wordt gemaakt betreft het geen gevolg geven aan de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie, eiser in incident sub 3] gewenste bestuurswisseling per 30 november 2014. [eisers in conventie, eisers in incident] legt aan dit verwijt ten grondslag dat (i) op basis van de managementovereenkomst [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] gehouden is instructies van [eiser in conventie, verweerder in reconventie, eiser in incident sub 3] op te volgen en (ii) op basis van de statuten van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] een bestuurder ontslagen wordt door een besluit van de certificaathouder van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie, eiser in incident sub 3] als certificaathouder dit besluit genomen heeft. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] voert daartegen aan dat zij deze bestuurswisseling niet heeft doorgevoerd met een beroep op de sanctieregelgeving waaruit volgt dat geen afscheid genomen mag worden van een bestaande klant. Voorts verbiedt (artikel 9 van) de verordening deel te nemen aan activiteiten die tot doel hebben het in de verordening opgenomen verbod te omzeilen, aldus [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident]
4.7.
De rechtbank overweegt als volgt.
4.8.
De verordening en de sanctieregelgeving hebben als doel om tegoeden en economische middelen te bevriezen en te voorkomen dat deze ter beschikking worden gesteld aan personen en organisaties waaraan dat op basis van de verordening en de sanctieregelgeving niet is toegestaan. Het is in strijd met die doelstelling om als trustkantoor, nadat is vastgesteld dat de tegoeden en economische middelen van een entiteit waarover het management wordt gevoerd zijn bevroren als gevolg van de sanctieregelgeving, mee te werken aan een bestuurderswisseling bij die entiteit. Bovendien schrijft de DNB leidraad voor dat het afscheid nemen van bestaande klanten niet is toegestaan. Omdat op 30 september 2014 de verplichtingen uit de verordening op [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] van toepassing waren konden [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] weigeren de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie, eiser in incident sub 3] gewenste bestuurswisseling door te voeren. Het wel doorvoeren zou voor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] bovendien betekenen dat zij in strijd zouden handelen met het rechtstreeks werkende verbod zoals opgenomen in artikel 9 van de verordening.
4.9.
Om dezelfde redenen kan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] geen verwijt worden gemaakt van het indienen van een bezwaarschrift tegen het besluit van de KvK om de bestuurswisseling door te voeren. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] heeft toegelicht dat zij dit na overleg met Minfin heeft gedaan omdat de buiten haar om doorgevoerde bestuurswisseling tot gevolg had dat een situatie was ontstaan die niet in overeenstemming was met de sanctieregelgeving.
4.10.
Het vorenstaande betekent dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] geen verwijt gemaakt kan worden ten aanzien van het niet doorvoeren van de bestuurswisseling per 30 november 2014 of het indienen van een bezwaarschrift tegen het besluit van de KvK. Bij deze stand van zaken kan in het midden blijven of [eiser in conventie, verweerder in reconventie, eiser in incident sub 3] als certificaathouder van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] geldt, zoals [eisers in conventie, eisers in incident] heeft gesteld maar [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] heeft betwist.
gelden van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] aanwenden om facturen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] te voldoen
4.11.
Het volgende verwijt dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] wordt gemaakt betreft het aanwenden van gelden van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] om openstaande facturen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] voor werkzaamheden ten behoeve van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] en aan haar gelieerde stichtingen te voldoen. De rechtbank bespreekt eerst de situatie ten aanzien van de facturen bij [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] en aansluitend die bij de aan [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] gelieerde stichtingen.
(i)
facturen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] gericht aan [eiser in conventie, eiser in incident sub 1]
4.12.
Tussen partijen is niet in geschil dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] werkzaamheden hebben verricht ten behoeve van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] op basis van de managementovereenkomst. De managementovereenkomst voorziet in een jaarlijkse basisvergoeding voor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] / [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] van € 6.000,00 (ex BTW), te betalen door [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] . Daarnaast voorziet de managementovereenkomst in een vergoeding van door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] / [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] gemaakte kosten, eveneens te betalen door [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] .
4.13.
Voor zover [eisers in conventie, eisers in incident] stelt dat er voor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] / [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] geen recht op vergoeding bestaat over de periode na 30 november 2014 omdat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] toen geen bestuurder meer was van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] treft dit geen doel. De rechtbank heeft hiervoor (zie 4.8) vastgesteld dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] als gevolg van de sanctieregelgeving niet gehouden waren de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie, eiser in incident sub 3] gewenste bestuurderswisseling door te voeren. Dit betekent dat de rechtbank ervan uitgaat dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] ook na 30 november 2014 bestuurder van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] is gebleven. Dit brengt mee dat [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] ook een vergoeding is verschuldigd over deze periode nu niet valt in te zien dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] dit belangeloos zouden moeten doen. Datzelfde geldt voor de kosten die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] in deze periode bij [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] in rekening heeft gebracht. Dat deze kosten zijn gemaakt volgt uit de facturen die [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] in het geding heeft gebracht en [eisers in conventie, eisers in incident] heeft de inhoud van deze facturen niet betwist.
4.14.
[eisers in conventie, eisers in incident] stelt voorts dat er geen recht op een vergoeding bestaat over de periode na 30 november 2014 omdat de managementovereenkomst per die datum beëindigd is zodat een grondslag voor deze vergoeding ontbreekt. Ook deze stelling leidt niet tot de conclusie dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] geen aanspraak kunnen maken op een vergoeding. Zelfs als de managementovereenkomst geëindigd is per 30 november 2014 – de rechtbank laat dit in het midden – hebben [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] nog steeds recht op een redelijke vergoeding van de door hen geleverde diensten en gemaakte kosten. Niet betwist is immers dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] diensten hebben geleverd en dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] kosten heeft gemaakt (zie 4.13) en ook zonder managementovereenkomst kunnen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] aanspraak maken op een redelijke vergoeding daarvoor. Dat de omvang van de vergoeding zoals bepaald in de managementovereenkomst niet redelijk zou zijn is gesteld noch gebleken. Daarbij heeft de rechtbank ook meegewogen dat het een rechtsreeks gevolg is van de sanctieregelgeving dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] gehouden waren voort te gaan met de dienstverlening, ook nadat [eiser in conventie, verweerder in reconventie, eiser in incident sub 3] had aangegeven dat wat hem betreft de relatie met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] beëindigd moest worden.
4.15.
[eisers in conventie, eisers in incident] heeft nog gesteld dat geen vergoeding verschuldigd is omdat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] met terugwerkende kracht geen bestuurder meer is geweest van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] na 30 november 2014. Dit zou volgen uit het nieuwe besluit van de KvK van 25 februari 2016 (zie 2.21) waarmee de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie, eiser in incident sub 3] gewenste bestuurswisseling alsnog is doorgevoerd. Deze stelling wordt gepasseerd nu het besluit van de KvK niet betekent dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] in de tussenliggende periode geen diensten hebben geleverd of dat er geen kosten zijn gemaakt waarvoor een redelijke vergoeding verschuldigd is. Voor zover [eisers in conventie, eisers in incident] heeft gesteld dat uit het besluit van de KvK volgt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] ten onrechte zijn voortgegaan met de dienstverlening na 30 november 2014 leidt dit evenmin tot een andere uitkomst. Het besluit van de Kvk is mede gebaseerd op de brief van Minfin van 5 februari 2016 (zie 2.19). In die brief geeft Minfin aan dat nieuwe informatie ertoe geleid heeft dat de bevriezingsmaatregelen niet langer gehandhaafd hoeven te worden. Daaruit volgt niet dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] in de tussenliggende periode anders hadden moeten handelen dan zij gedaan hebben.
(ii)
facturen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] gericht aan [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] gelieerde stichtingen
4.16.
Ten aanzien van de facturen die zien op werkzaamheden van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] ten behoeve van aan [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] gelieerde stichtingen overweegt de rechtbank als volgt. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] heeft aangevoerd dat er zes aan [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] gelieerde stichtingen zijn waarbij [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] en/of [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] als bestuurder hebben gefunctioneerd. Ten aanzien van deze zes stichtingen heeft [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] managementovereenkomsten in het geding gebracht die grotendeels gelijk zijn aan de managementovereenkomst. Voorts heeft [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] aangevoerd dat er meerdere verbanden bestaan tussen deze in totaal zeven stichtingen, waaronder een gezamenlijke advocaat in Oekraïne, deels gezamenlijke adressen en een overlap in UBO’s. [eisers in conventie, eisers in incident] heeft erkend dat de stichtingen dezelfde advocaat in Oekraïne hebben en voor het overige in algemene bewoordingen, zonder onderbouwing, het gelieerd zijn aan elkaar van deze stichtingen betwist. Deze betwisting is onvoldoende ten opzichte van de onderbouwde stellingen van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] zodat de rechtbank ervan uitgaat dat de zeven stichtingen aan elkaar gelieerd zijn.
4.17.
De rechtbank is van oordeel dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] geen verwijt gemaakt kan worden van het namens [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] betalen van de openstaande facturen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] bij de gelieerde stichtingen. Daartoe overweegt zij als volgt. [eisers in conventie, eisers in incident] heeft niet althans onvoldoende gemotiveerd gesteld dat de in de facturen vermelde diensten niet zijn geleverd of genoemde kosten niet zijn gemaakt, zodat de rechtbank van de juistheid van de facturen uitgaat. Dit betekent dat de werkzaamheden daadwerkelijk zijn verricht maar [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] daar geen betaling voor ontving. Bovendien heeft [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] onbetwist aangevoerd dat de gelieerde stichtingen, net als [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] , onderworpen waren aan de sanctieregelgeving met als gevolg dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] niet in staat waren afscheid te nemen van deze stichtingen, ook nu betaling voor geleverde diensten en gemaakte kosten uitbleef. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] zagen zich aldus geconfronteerd met de situatie dat zij noodgedwongen dienden voort te gaan met de dienstverlening aan deze stichtingen zonder uitzicht op betaling van een vergoeding of terugbetaling van gemaakte kosten. Tot slot heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] met een drietal bestuursbesluiten van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] ervoor zorggedragen dat met de betaling van de facturen aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] vorderingen van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] op de betreffende stichtingen zijn verkregen. [eisers in conventie, eisers in incident] heeft gesteld dat deze vorderingen niet inbaar zijn, maar deze stelling is niet onderbouwd zodat de rechtbank ervan uitgaat dat het vermogen van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] gelijk is gebleven.
4.18.
[eisers in conventie, eisers in incident] heeft nog gesteld dat sprake is van een tegenstrijdig belang aan de kant van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] als bestuurder van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] . Voor zover [eisers in conventie, eisers in incident] doelt op de (aantasting van de) vertegenwoordigingsbevoegdheid van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] is de rechtbank met [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] van oordeel dat de statuten van [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] geen beperking van de vertegenwoordigingsbevoegdheid kennen. Voor zover [eisers in conventie, eisers in incident] doelt op een tegenstrijdig belang als onzorgvuldige bestuurshandeling verwijst de rechtbank naar 4.17 waar zij heeft geoordeeld dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] geen verwijt gemaakt kan worden waar het de betaling van de openstaande facturen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] bij de gelieerde stichtingen betreft.
(iii)
facturen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] - conclusie
4.19.
Het vorenstaande betekent dat de handelingen van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] die geleid hebben tot betaling van de openstaande facturen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] geen tekortkoming of onrechtmatige daad opleveren zodat de daartoe strekkende vorderingen van [eisers in conventie, eisers in incident] zullen worden afgewezen. Voor zover [eisers in conventie, eisers in incident] nog heeft gesteld dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] een separaat verwijt gemaakt kan worden voor de opdrachten aan [bedrijf 4] in Zwitserland om tot verkoop van edelmetalen over te gaan leidt dit niet tot een ander oordeel. De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] geen verwijt treft waar het betaling van de openstaande facturen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] betreft en daarin ligt besloten dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 2] ook geen verwijt gemaakt kan worden van die handelingen die noodzakelijk waren om [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] in staat te stellen tot betaling van de facturen over te gaan. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] heeft onbetwist aangevoerd dat om de benodigde liquiditeit bij [eiser in conventie, eiser in incident sub 1] te krijgen zij deze opdrachten aan [bedrijf 4] heeft moeten geven.
ten slotte
4.20.
Nu geen van de door [eisers in conventie, eisers in incident] gestelde verwijten slaagt is geen sprake van een tekortkoming of onrechtmatige daad van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] en zullen de vorderingen van [eisers in conventie, eisers in incident] worden afgewezen. Dat geldt dus ook voor de vorderingen ten aanzien van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verweerder in incident sub 3] . Hetgeen meer of anders aangevoerd behoeft geen verdere bespreking.
4.21.
[eisers in conventie, eisers in incident] zal hoofdelijk worden veroordeeld in de kosten van deze procedure in conventie, die aan de zijde van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] worden begroot op:
€ 3.894,00 aan griffierecht
€ 4.804,00aan salaris advocaat (2 punten x tarief € 2.402,00)
€ 8.698,00 totaal
4.22.
De nakosten worden begroot en zijn toewijsbaar op de wijze als in de beslissing vermeld.
4.23.
Nu [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] geen uitvoerbaar bij voorraad verklaring heeft gevraagd ten aanzien van de kostenveroordeling zal de rechtbank dat niet bepalen.
in de hoofdzaak in reconventie
4.24.
In het petitum vordert [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] een veroordeling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie, eiser in incident sub 3] indien de vordering van eisers [in conventie, rb] wordt toegewezen. Nu dat laatste niet het geval is behoeft de vordering in reconventie geen bespreking.
in de incidenten
4.25.
Beide vorderingen in incident zijn ingesteld op grond van artikel 162 Rv. De rechtbank is van oordeel dat dit artikel niet als grondslag kan dienen voor de gevraagde voorzieningen nu artikel 162 Rv. ziet op ‘boeken, bescheiden en geschriften, die zij ingevolge de wet moeten houden, maken of bewaren’ en gesteld noch gebleken is dat daarvan sprake is. Ten aanzien van de bestuursbesluiten geldt bovendien dat [eisers in conventie, eisers in incident] , ook ter comparitie, niet helder heeft kunnen maken op grond waarvan zij van oordeel is dat sprake is van antedatering of postdatering. Het enkele feit dat de besluiten niet eerder zijn verstrekt dan in het kader van het kort geding is daarvoor niet voldoende. Ten aanzien van de tweede vordering geldt dat deze vordering, gezien duur (ruim vier en een half jaar) en omvang (alle correspondentie) als een
fishing expeditionkwalificeert en ook om die reden niet toegewezen kan worden nu het Nederlands recht daar geen grondslag voor biedt.
4.26.
De vorderingen in incident zullen worden afgewezen met hoofdelijke veroordeling van [eisers in conventie, eisers in incident] in de kosten. Deze worden aan de zijde van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] begroot op € 922,00 aan salaris advocaat (2 punten x tarief € 461,00). Nu [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] geen uitvoerbaar bij voorraad verklaring heeft gevraagd ten aanzien van de kostenveroordeling zal de rechtbank dat niet bepalen.

5.De beslissing

De rechtbank
in de hoofdzaak
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eisers in conventie, eisers in incident] hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] tot op heden begroot op € 8.698,00,
in de incidenten
5.3.
wijst de vorderingen af,
5.4.
veroordeelt [eisers in conventie, eisers in incident] hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, verweerders in incident] tot op heden begroot op € 922,00,
in de hoofdzaak en in de incidenten
5.5.
veroordeelt [eisers in conventie, eisers in incident] hoofdelijk in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eisers in conventie, eisers in incident] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van dit vonnis.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.L.S. Kalff en in het openbaar uitgesproken op 27 maart 2019.