Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
primair:I. te schorsen als vennoot,
4.De beoordeling
Integendeel, de indruk is dat zij alle zeilen bijzet om de onderneming draaiende te houden in moeilijke tijden en daarbij tracht verantwoord met de ongeveer 27 personeelsleden om te gaan. [naam 2] heeft wellicht in strijd gehandeld met de letter van de artikelen 8 lid 7 en 17 lid 4 van de overeenkomst doordat zij diverse beslissingen heeft genomen zonder overleg en overeenstemming met [naam 1] . Nu [naam 1] al jaren weinig tot geen activiteiten voor de winkel ontplooide levert dat echter niet zonder meer een toerekenbare tekortkoming op. Bovendien heeft zij, toen [naam 1] haar vanaf januari 2019 kritische vragen begon te stellen, herhaaldelijk getracht met hem in overleg te treden om te komen tot een gezamenlijke lijn in de bedrijfsvoering. Dat is niet gelukt, onder meer omdat [naam 1] haar niet te woord wilde staan, maar eiste dat zij met [naam 3] in gesprek ging. [naam 2] was daartoe niet verplicht, omdat niet [naam 3] maar [naam 1] haar medevennoot is. Verder heeft [naam 1] de samenwerking geen goed gedaan door [naam 3] naar de winkel te sturen. Uit de in het geding gebrachte verklaringen van diverse werknemers blijkt dat zij [naam 2] zeer waarderen en dat het optreden van [naam 3] bij het personeel veel weerstand heeft opgeroepen en onrust heeft veroorzaakt. Verder heeft [naam 2] een goede verklaring gegeven voor het feit dat zij nu al met de uitverkoop is begonnen (de verbouwing kan waarschijnlijk in april beginnen) en de wijze waarop zij dit doet.
5.De beslissing
en te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening;