Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift van 16 oktober 2018, met producties;
- de beschikking van 15 november 2018, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- het verweerschrift van 26 februari 2019, met producties;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van het verzoekschrift, gehouden op 5 maart 2019 en de daarin genoemde stukken;
- de brief van mr. Van Weering van 27 maart 2019, met opmerkingen betreffende de inhoud van het proces-verbaal.
2.De feiten
- De cursuskosten.
- De informatie over de markt.
- Een overzicht over de investeringen van 2009.
- Een begroting van 2008 en 2009.
- Een prijslijst van 2009.
- Alle overige informatie toe.
Cijfers zoals deze zijn aangeleverd door de heer [verzoeker]
[geen bedrag vermeld; de rb].Hier zijn en moet worden afgetrokken de inkopen en andere bedrijfskosten. De resterende winst zal bij een eenmanszaak, na belasting als netto-inkomen kunnen worden gezien. Als we uitgaan van een percentage van 25% belasting over de winst voor belasting.
Rapport Wibbens
[bedoeld is vermoedelijk: 2014; de rb].Vervolgonderzoek had alleen zin als het onderzoek opnieuw en door een deskundige was opgezet met een adequaat verifieerbaar marktonderzoek, verifieerbare gegevens van de heer [verzoeker] over het inkomen dat hij in het verleden heeft verdiend/kunnen verdienen et cetera. (..)”
3.Het verzoek
4.De beoordeling
eenzijdig(zie de e-mail onder 2.6) Wibbens verzocht hiernaar onderzoek te doen, heeft [medewerker Andriessen Expertise] daartegen ook direct bezwaar gemaakt en toegelicht waarom Aegon, als Wibbens dat verzoek zou inwilligen, zich aan de uitkomsten daarvan niet gebonden zou achten. [verzoeker] is hiervan in kennis gesteld. Er bestaat en bestond dan ook (ook voor [verzoeker] ) geen enkele aanleiding om aan te nemen dat Aegon zich aan de uitspraken over de mogelijkheden met smart repair en de vervolgens (toch) door Wibbens gemaakte berekening van het verdienvermogen bij de schadeafhandeling gebonden zou (moeten) achten.