Op 17 januari 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 24-jarige man, die werd beschuldigd van het verkopen van vals opgemaakte huurcontracten. Deze contracten werden via internet aangeboden voor ongeveer € 100,- per maand. De kopers maakten zich door deze valse contracten onrechtmatig inschrijfbaar bij de Gemeente, wat hen in staat stelde om ten onrechte aanspraak te maken op toeslagen en uitkeringen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich bewust was van de gevolgen van zijn daden en dat hij de maatschappij benadeelde. De rechtbank veroordeelde de man tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren.
De zaak kwam aan het licht na een aangifte van de Gemeente Amsterdam op 24 augustus 2017, waarin werd gemeld dat personen zich inschreven met behulp van valse huurcontracten. Onderzoek toonde aan dat de verdachte betrokken was bij de opmaak en verkoop van deze contracten via verschillende websites. De rechtbank concludeerde dat de verdachte opzettelijk gebruik had gemaakt van valse huurcontracten en dat hij wist dat deze contracten niet echt waren. Ondanks zijn verweer dat hij niet verantwoordelijk was voor de opmaak van de contracten, oordeelde de rechtbank dat hij als contactpersoon voor de kopers optrad en hen de contracten leverde.
De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze waren begaan en de persoonlijke situatie van de verdachte. De verdachte had eerder soortgelijke feiten gepleegd en toonde geen inzicht in de laakbaarheid van zijn handelen. De rechtbank legde een gevangenisstraf op, met als doel de verdachte te weerhouden van toekomstige strafbare feiten.