Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 1 maart 2018, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 24 oktober 2018,
- het proces-verbaal van de comparitie van 20 februari 2019 en de daarin vermelde spreekaantekeningen, de akte vermeerdering van eis van [eiser] en de nadere producties van [eiser] ,
- de brief van mr. P. Smits van 11 maart 2019 met opmerkingen over het proces-verbaal.
2.De feiten
Indien de Kredietnemer niet uiterlijk op de laatste dag van de rentevasteperiode op het voorstel heeft gereageerd, wordt de Kredietnemer geacht akkoord te zijn gegaan met de aangeboden nieuwe opslag. (…)
6 februari 2010loopt de rentevastperiode van uw Euroflexlening af. In de met u overeengekomen offerte is in de bepaling van de Tariefafspraak opgenomen dat de opslag op het Euribor-tarief éénmaal per jaar door de kredietgever kan worden herzien aan het einde van de rentevastperiode.
1-maands Euribor tarief (…) te voldoen, voor het eerst op
1 maart 2010. (…)”
een schrikbarende verhoging is van64%.In het huidige voorstel wordt de opslag opnieuw verhoogd met 0,65% naar 2,62% welke eveneens
een schrikbarende verhoging is van33%Op deze manier profiteer niet ik, maar de ING profiteert van de lage Euribor welke in mijn voordeel zou zijn.
Ik verzoek u vriendelijk nog eens nauwkeurig mij gegevens te bekijken zodat u de opslag kunt verlagen.
16 januari 2015 (verhoging), 18 januari 2016 (verlaging), 16 januari 2017 (verhoging) en
16 januari 2018 (verlaging) heeft ING een wijziging van de opslag aangekondigd.
3.Het geschil
primair, voor recht verklaart dat:
4.De beoordeling
wijzigingsbevoegdheid ten aanzien van de opslag
18 september 2017 (zie 2.13) gedaan. Dit betekent dat het beroep op vernietiging is verjaard, tenzij de verjaring door [eiser] tijdig, derhalve vóór 1 maart 2014, is gestuit.
15 januari 2010 (zie 2.4) waarin ING voor het eerst een verhoging van de opslag heeft aangekondigd. Bij gebreke van tijdige stuiting is die termijn inmiddels voltooid, zodat de op dwaling gebaseerde vordering tot vernietiging van het opslagwijzigingsbeding alleen al om die reden niet toewijsbaar is.