Uitspraak
,
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 9 april 2019, gaat het om een geschil tussen twee moeders, [verzoekster] en [verweerster], over de zorg en opvoeding van hun kinderen na hun echtscheiding. De rechtbank heeft kennisgenomen van de ingediende verzoekschriften en de daaropvolgende verweerschriften. De verzoekster heeft verzocht om de minderjarige [minderjarig kind 2] aan haar toe te vertrouwen en een zorgregeling vast te stellen, terwijl de verweerster heeft verzocht om de kinderen aan haar toe te vertrouwen en een alternatieve zorgregeling voor te stellen. Tijdens de zitting op 4 april 2019 zijn beide partijen gehoord, waarbij zij hun standpunten hebben toegelicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belangen van de minderjarigen voorop staan en dat het belangrijk is dat de kinderen bij elkaar kunnen blijven en samen kunnen opgroeien. De rechtbank heeft besloten dat de minderjarige kinderen met onmiddellijke ingang aan [verweerster] worden toevertrouwd, en heeft de zorgregeling vastgesteld die ervoor zorgt dat de kinderen regelmatig contact hebben met beide moeders. Tevens is er een beslissing genomen over de schoolkeuze van [minderjarig kind 2], waarbij de verweerster toestemming heeft gekregen om hem in te schrijven op een school in [woonplaats verweerster]. De rechtbank heeft ook de alimentatie voor de kinderen vastgesteld, waarbij [verweerster] is verplicht om een bijdrage te leveren in de kosten van verzorging en opvoeding. De beschikking is gegeven door mr. L. van der Heijden en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.