Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[verweerder in conventie, eiser in reconventie sub 2],
[verweerder in conventie, eiser in reconventie sub 3],
- de dagvaarding van 24 april 2018, met producties,
- de akte eisvermeerdering van NewFysic, met een productie,
- de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie, met producties,
- het tussenvonnis van 23 juli 2018, waarbij een bijeenkomst van partijen is bevolen,
- het proces-verbaal van comparitie van 4 december 2018 met de daarin vermelde processtukken waaronder de conclusie van antwoord in reconventie, met producties, en
- het proces-verbaal van voortzetting van comparitie van 12 maart 2019 met de daarin vermelde processtukken, waaronder de akte eisvermindering van [verweerders in conventie, eisers in reconventie] .
1.Feiten en omstandigheden
1 oktober 2015, om niet zal overdragen aan NewFysic. (…)”
Identiek of Verwarringwekkend Overeenstemmend
Recht of Legitiem Belang
Geregistreerd of Gebruikt te Kwader Trouw
2.Vordering en verweer
keywordbij haar domeinnaam [NL URL 2 verweerders 1] op 19 januari 2018, 1, 5 en 6 maart 2018, 16, 17 en 18 april 2018 en 1, 2 en 3 mei 2018, in totaal € 10.000,-, en [verweerders in conventie, eisers in reconventie] te bevelen om het gebruik van de naam NEWFYSIC als
keywordbij de hen toebehorende domeinnaam te staken en gestaakt te houden, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
3.Beoordeling
gebruikte maken van de naam NewFysic. Dat vereist een actieve handeling. Zoals door de voorzieningenrechter ook is overwogen, hebben partijen bij de onthoudingsverklaring ook het gebruik in het economisch verkeer voor ogen gehad. Het lag op de weg van NewFysic om toe te lichten dat aan die bepaling de door haar bepleite ruimere strekking moet worden gegeven. Dat heeft zij niet gedaan.
ieder gebruikvan de naam ‘NewFysic’ in het economisch verkeer, hebben partijen voor ogen gehad, althans hebben zij in alle redelijkheid mogen begrijpen, dat [verweerders in conventie, eisers in reconventie] de naam NewFysic op geen enkele wijze meer mocht gebruiken en aldus ook niet in een reclame-uiting. De kantonrechter haakt eveneens aan bij het vonnis van de voorzieningenrechter (r.o. 5.8) voor zover het verweer van [verweerders in conventie, eisers in reconventie] erop is gericht te betogen dat zij niet verantwoordelijk is voor de advertentietekst, echter wel het bedrijf dat zij heeft ingeschakeld in verband met promotie activiteiten. Ook dat verweer wordt verworpen op de gronden zoals weergegeven in het vonnis van de voorzieningenrechter.