In deze zaak vordert de eiseres, een besloten vennootschap die handelt in onroerend goed, dat de gedaagden, twee particuliere verkopers, worden veroordeeld tot de levering van een woning en ontruiming daarvan. De partijen hebben op 10 december 2018 een koopovereenkomst gesloten voor een perceel met woning, maar de gedaagden hebben deze overeenkomst later buitengerechtelijk ontbonden, stellende dat zij onder dwaling of misbruik van omstandigheden hebben gehandeld. De eiseres stelt dat de gedaagden niet aannemelijk hebben gemaakt dat hun beroep op dwaling of misbruik van omstandigheden door de bodemrechter zal worden gehonoreerd. De voorzieningenrechter oordeelt dat de eiseres een spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen, aangezien de overeengekomen leveringsdatum is verstreken en zij inkomsten misloopt door het niet kunnen verhuren van het pand. De rechter concludeert dat het beroep van de gedaagden op vernietiging van de koopovereenkomst in een bodemprocedure waarschijnlijk niet zal slagen. De vorderingen tot levering en ontruiming worden toegewezen, terwijl de vordering tot betaling van een contractuele boete wordt afgewezen. De gedaagden worden in de proceskosten verwezen.