ECLI:NL:RBAMS:2019:2917

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
19 april 2019
Publicatiedatum
23 april 2019
Zaaknummer
7574915 KK EXPL 19-229
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van een huurwoning wegens overlast en intimidatie door de huurder

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 19 april 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Woonstichting Lieven de Key (hierna: De Key) en [naam], de huurder van een woning in Amsterdam. De Key vorderde de ontruiming van de woning van [naam] omdat hij herhaaldelijk overlast veroorzaakte en zijn buren intimideerde. De huurovereenkomst was aangegaan op 12 juli 2006, en sindsdien waren er diverse klachten van omwonenden over geluidsoverlast, stankoverlast, en zelfs geweldsincidenten. De bovenburen, [naam 4] en [naam 5], hadden meermaals geklaagd over de overlast, die onder andere bestond uit nachtelijk bezoek, ruzies, en bedreigingen. Ondanks bemiddeling door verschillende instanties, waaronder de politie en reclassering, bleef de overlast aanhouden.

De rechtbank oordeelde dat de overlast van zodanige aard was dat het aannemelijk was dat de bodemrechter de huurovereenkomst zou ontbinden. De kantonrechter benadrukte dat er grote terughoudendheid moet worden betracht bij het treffen van ingrijpende maatregelen zoals ontruiming, maar dat in dit geval de ernst van de situatie dit rechtvaardigde. De rechter wees de vordering van De Key toe en veroordeelde de bewindvoerder van [naam] om de woning binnen 14 dagen te ontruimen. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de ontruiming ook kan plaatsvinden voordat de uitspraak in een eventuele bodemprocedure definitief is.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 7574915 KK EXPL 19-229
vonnis van: 19 april 2019

vonnis van de kantonrechterkort geding

I n z a k e

Woonstichting Lieven de Key,

gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
nader te noemen: De Key,
gemachtigde: mr. P. Brulleman,
t e g e n
[gedaagde] ,in zijn hoedanigheid van bewindvoerder van
[naam],
zaakdoende te [plaats] ,
nader te noemen: de bewindvoerder/ [naam] ,
gedaagde,
gemachtigden: mrs. M.C. de Jong en M.H. Rabbie.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Bij dagvaarding van 7 maart 2019, met producties heeft De Key een voorziening gevorderd.
Ter zitting van 3 april 2019 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Namens De Key zijn [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] verschenen, alsmede de bovenburen van [naam] , [naam 4] en [naam 5] en wijkagent [naam wijkagent] en nog een wijkagente, vergezeld door de gemachtigde. [naam] en de bewindvoerder zijn in persoon verschenen, alsmede buurtbewoners [buurbewoner 1] en [buurtbewoner 2] , familie en zorgverleners van [naam] van zorginstelling [naam zorginstelling] , reclasseringsinstantie Inforsa en de verslavingszorg, vergezeld door de gemachtigden. Partijen hebben op voorhand en ter zitting stukken in het geding gebracht. Partijen hebben ter zitting tevens hun standpunten toegelicht, de bewindvoerder mede aan de hand van pleitnotities. Na verder debat is vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Uitgangspunten

1. Als uitgangspunt geldt het volgende:
1.1.
[naam] huurt van De Key sinds 12 juli 2006 de woning gelegen aan het adres [adres] (hierna: de woning).
1.2.
In de huurovereenkomst is onder andere bepaald, voor zover relevant:

4.1 Het gehuurde is bestemd om te worden gebruikt als woonruimte door huurder en zijn huishouden. Het is huurder niet toegestaan om het gehuurde een andere bestemming te geven.
(…)
4.7
Het is huurder zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van De Key niet toegestaan het gehuurde voor een deel of in zijn geheel onder te verhuren of aan derden in gebruik te geven.
(…)
4.11
Huurder dient er voor te zorgen dat er voor omwonenden geen overlast, gevaar of hinder ontstaat ten gevolge van gedragingen door huurder, huisgenoten, huisdieren of derden die met zijn goedvinden het gehuurde gebruiken of zich met zijn goedvinden daarin bevinden.
(…)
4.13
Huurder zal zich onthouden van gedragingen die schade veroorzaken aan het gehuurde (…)
1.3.
Sinds maart 2015 is [naam] aangemeld bij het Meldpunt Zorg en Woonoverlast van de Gemeente Amsterdam in verband met overlast die door hem veroorzaakt zou worden in zijn woonomgeving. Diverse (zorgverlenings)instanties zijn bij dit traject betrokken, waaronder De Key, politie, GGD, Inforsa reclassering en [naam zorginstelling] .
1.4.
Vanaf de zomer van 2017 huren [naam 4] en [naam 5] (hierna: de bovenburen) de woonruimte die direct boven de woning van [naam] is gelegen (de [adres 1] ). Onder andere op 29 augustus 2017, 31 december 2017, 17 januari 2018, 20 januari 2018 en 12 februari 2018 hebben de bovenburen bij De Key geklaagd over overlast van [naam] . De overlast werd in de klacht van 12 februari 2018 als volgt omschreven:

Mijn buurman is een bekende van de gemeente/politie, hij heeft last van een ernstige dubbele verslaving die zo nu en dan tot overlast zorgt voor o.a. mij en mijn huisgenoot. Afgelopen maand heb ik meerdere malen last gehad van veeltallig (nachtelijk) bezoek, waarbij de deur hard wordt dichtgeslagen. Bovendien heeft de buurman een grote hond, die dan loopt te blaffen, waarna die met harde hand tot de orde wordt geroepen. (…)
1.5.
Op 14 februari 2018 heeft [naam 2] van De Key met de wijkagent een huisbezoek aan [naam] gebracht. [naam] herkende zich niet in de overlastklachten van de bovenburen, maar wilde deze wel bespreken en hier afspraken over maken. De Key heeft [naam] en de bovenburen vervolgens aangemeld bij Beter Buren. Bemiddeling van Beter Buren heeft echter niet plaatsgevonden, omdat [naam] vanwege zijn drugsverslaving en justitiële verleden niet binnen de doelgroep viel voor buurtbemiddeling.
1.6.
Na het huisbezoek bleef De Key klachten ontvangen van de bovenburen over [naam] , onder andere op 22 april 2018:

Er is niks veranderd sinds mijn laatste bericht (…). Bijna elke nacht van 10 uur ’s avonds tot 7 uur ’s ochtends is er herrie, in en uitloop van mannen die even bij [naam] binnen komen en weer weg gaan. Het loopt dagelijks uit de hand met gevechten en ruzies. Afgelopen week stond er een man buiten voor de deur met een Marokkaans accent en had het over respect en dat ze hem alsjeblieft niet in elkaar zouden slaan. Dat is toen later binnen wel gebeurt. Ik hoorde hem pijn lijden, op het moment dat ik de politie wilde bellen waren de daders weer het huis uit gerend.
Afgelopen donderdag op vrijdag nacht is het ook geëscaleerd. Er waren zo’n 10 man bij [naam] in huis rond 2:00 in de nacht. Er werd gevochten wat erg bedreigend klonk. Er vielen meubels kapot en ik hoorde glas breken. Ik hoorde [naam] en een andere man smeken dat ze op zouden houden en riepen radeloos om hulp. Ik heb toen 112 gebeld. [naam] vluchtte zijn huis uit de straat op en de daders kwamen achter hem aan. (…) Een andere man (slachtoffer) was wel nog binnen en heeft met de politie gesproken. Hij was erg verwond geraakt in zijn gezicht, het bloed liep eruit. Hij was erg in paniek tegen de politie aan het schreeuwen. De politie wilde een ambulance laten komen maar hij weigerde dat en is toen weg gestrompeld. [naam] kwam later weer terug en was duidelijk onder invloed van drugs erg spasties aan het bewegen toen hij met de politie sprak, hij was op blote voeten door de buurt aan het rennen, zijn slippers lagen verspreid in onze straat.
[naam 4] en ik heb geen oog dicht gedaan die nacht, bang dat die dader terug zou komen en iets door mijn raam zou gooien. De volgende ochtend toen ik naar werk ging lag er een bloedplas voor de voordeur.
en op 18 mei 2018:

Vanochtend werd ik wakker van een verstikkende geur die mijn slaapkamer indrong, afkomstig van mijn onderbuurman [naam] . Deze geur herkennen wij [naam 4] en ik inmiddels maar al te goed, we verdenken het sterk van de geur van crack drugs. Nu is het midden in de nacht en we kunnen niet slapen want de geur dringt weer het hele huis door. We hebben er alles aan gedaan om de geur te verbannen uit het huis, maar niks werkt. Het voelt ongezond om te ademen in ons eigen huis door die crack chemische lucht.
Ondertussen gaat ook het nachtelijk geweld bij [naam] een aantal keer per week zoals in bovenstaande mailtjes verder. Afgelopen weekend 12/13 mei werd er ook overdag gevochten en ruzie gemaakt bij [naam] in huis terwijl ik een moederdag lunch had georganiseerd. Mijn familie voelde zich onveilig, schrokken zich dood van de kabaal en agressie die zich beneden ons afspeelde.
1.7.
Op 23 mei 2018 heeft er een overleg over de situatie van [naam] plaatsgevonden tussen De Key, politie, reclassering Inforsa, [naam zorginstelling] , Beter Buren en het Meldpunt Zorg en Woonoverlast. Met [naam] is afgesproken dat als de overlast niet stopt, hij aangemeld zou worden voor een project begeleid wonen.
1.8.
De rest van 2018 zijn geen overlastklachten meer binnengekomen bij politie en/of De Key. De bovenburen hebben in deze periode wel een overlastlogboek bijgehouden. In het logboek staat beschreven dat de overlast, samengevat bestaande uit de hoge in- en uitloop van bezoek, ruzies en geluids- en stankoverlast gewoon doorgaat. Ook wordt er in het logboek meerdere malen melding van gemaakt dat het brandalarm bij de bovenburen af gaat, zowel overdag als in de nacht.
1.9.
Op 5 januari 2019 is er brand in de woning ontstaan als gevolg van een pan met olie op het fornuis die vlam vatte. De pan was onbeheerd achtergelaten door een bezoeker van [naam] , genaamd [naam bezoeker] . De bovenburen hebben 112 gebeld en de hulpdiensten zijn ingeschakeld. Aan de woning is schade ontstaan.
1.10.
Per e-mail van 16 januari 2019 hebben de bovenburen bij De Key een klacht ingediend met betrekking tot de brand. Daarnaast schreven zij:

De volgende dag zondag 6/1/’l9 probeerde [naam bezoeker] bij ons de deur te forceren en ons huis binnen te dringen, [naam 4] deed haar best om hem buiten te houden en moest met kracht de deur dicht slaan. Daarna schreeuwde hij door de brievenbus met bedreigingen als ‘jullie hebben grote problemen, ik heb 10 jaar in de bak gezeten en ben niet bang voor de politie’, ‘jullie zijn kanker hoeren’ (…) Onze ramen stonden op dat moment wagenwijd open om de rook van de brand het huis uit te krijgen waardoor [naam bezoeker] de kans zag steentjes en een uitgekauwd pepermuntje in mijn slaapkamer te gooien en riep herhalend ‘ [naam 6] kankerhoer, je hebt grote problemen als je die filmpjes aan de politie laat zien’. Daarna hoorden we dat hij met geweld mijn fiets had vernield, die is nu onbruikbaar door een flinke slag in het voorwiel.
We ervaren inmiddels 1.5 jaar overlast, hebben +20 klachten ingediend en met hulp van div., instanties tot een oplossing geprobeerd te komen. Helaas blijkt dat er geen verbetering is, in tegendeel lijkt de situatie te verslechteren.
1.11.
De bovenburen hebben op 15 januari 2019, 16 januari 2019 en 23 januari 2019 aangifte gedaan van overlast, belediging en bedreiging.
1.12.
Per brief van 28 januari 2019 heeft De Key [naam] gesommeerd de overlast, samengevat bestaande uit geluidsoverlast, stankoverlast, vernielingen, ernstige bedreigingen (waaronder intimidatie) en ander onverantwoord gedrag, per direct te (doen) stoppen.
1.13.
Op 18 februari 2019 heeft De Key opnieuw een klacht ontvangen van de bovenburen:

Afgelopen vrijdag avond hebben we stank overlast ervaren afkomstig van [naam] , rond 21:15 ging ook het brandalarm bij ons in huis weer af. De stank en de rook die inmiddels weer bij ons in de keuken en woonkamer binnen drong was alarmerend. (…) Dus klopte [naam 6] weer bij [naam] aan, deze keer was hij boos en zei hij ‘kankerhoer, jij mag nooit meer bij mij aankloppen, blijf uit mijn buurt en ga verhuizen’. (…)
1.14.
Per brief van 18 februari 2019 heeft De Key [naam] verzocht de huur van de woning op te zeggen per 1 april 2019. [naam] heeft de huur niet opgezegd.
1.15.
Per brief van de Gemeente Amsterdam van 19 februari 2019 aan De Key, is bericht dat ondanks de inspanningen van het Meldpunt Zorg en Woonoverlast en haar partners de overlast niet is opgehouden of tot een aanvaardbaar niveau is teruggebracht. Op 14 februari 2019 is daarom besloten tot einde interventie.
1.16.
De Key heeft een rapport van de wijkagent in het geding gebracht. Samengevat en voor zover relevant beschrijft dit rapport dat de politie sinds 2012 regelmatig moest uitrukken naar de woning van [naam] in verband met overlastmeldingen. Deze meldingen zagen vooral op nachtelijk bezoek van drugsverslaafde personen op onregelmatige tijdstippen (maar vooral in de avond- en nachtelijke uren), welk bezoek gepaard ging met geluidsoverlast en ruzies met fysiek geweld. De wijkagent verklaart daarbij dat omwonenden veel en ernstige overlast ervaarden, maar uit angst voor mogelijke represailles niet met naam en toenaam in een mutatie genoemd wilden worden. [naam] zou door bewoners worden betiteld als fietsendief en/of kratjesdief. Naast de regelmatig aanwezige overlast, hebben zich volgens de wijkagent in de periode 2012 tot en met juli 2017 ook enkele ernstige misdrijven voorgedaan in en direct om de woning. De wijkagent schrijft hierover:

Zo moest de politie op 26 april 2016, omstreeks 04.05 uur met meerdere eenheden betreffende een melding zwaar gewonde man voor de deur naar perceel [adres] . Daar werd het slachtoffer aangetroffen en in genoemde woning werden twee mannen en een vrouw aangehouden op verdenking van zware mishandeling en gijzeling. Het slachtoffer wist aan te geven dat de bewoner daarbij aanwezig was geweest, maar niet aan de mishandeling had deelgenomen. Het betrof hier allen bekenden van de bewoner. Het voorval had zich afgespeeld in genoemd perceel. (…)
Op 27 september 2016, omstreeks 21.00 uur moest de politie in verband met een melding van een bezorgde moeder dat haar meerderjarige zoon in perceel [adres] door de bewoner zou worden vastgehouden met meerdere eenheden ter plaatse gaan. Daar bleek uit onderzoek dat de bewoner er achter was gekomen dat de man om hulp had gevraagd, waarna de man de woning kon verlaten. De bewoner zou hem gedwongen hebben meer drugs te kopen, wat de man niet wilde. Ook had de bewoner getracht de mobiele telefoon van de man afhandig te maken. Gezien de man uiteindelijk vrijwillig de woning kon verlaten, deed hij geen aangifte.
De wijkagent maakt daarnaast een opmerking met betrekking tot het ontbreken van klachten van de toenmalige bovenburen. Hij verklaart hierover:

Men zou zich in deze periode kunnen afvragen waarom klaagden de toenmalige bovenburen van deze bewoner niet over overlast. De reden hiervoor is dat zij in echtscheiding lagen en ook te druk waren met hun minderjarige zonen die – sterk - aan het afglijden waren
De wijkagent vervolgt zijn rapport vanaf het moment dat de bovenburen boven [naam] zijn komen wonen en verklaart dat zij al snel te maken kregen met diverse vormen van overlast, veroorzaakt door [naam] en zijn bezoek. De wijkagent beschrijft overlastmeldingen op grond waarvan de politie is uitgerukt op 10 augustus 2017, 22 oktober 2017, 7 maart 2018 en 20 april 2018. Vanaf april 2018 tot januari 2019 was er met betrekking tot het doen van meldingen een periode van rust, maar later bleek dat de bovenburen wel degelijk overlast hadden ervaren en bijgehouden in een logboek. Vanaf januari 2019 waren er weer meldingen, onder andere met betrekking tot de hierboven beschreven brand op 5 januari 2019. Daarover verklaart de wijkagent:

Op 5 januari 2019, omstreeks 13.59 uur gingen de hulpdiensten, politie, brandweer en ambulance betreffende een melding brand in de woning naar de [adres] . Daar bleek de straat, ter hoogte van genoemd perceel, onder de rook te staan. Tevens was er een behoorlijke oploop van publiek, dat in de richting van genoemde woning keek.
Ten tijde van de assistentie kwam een bewoonster van perceel [adres 1] naar buiten gerend en vervoegde zich bij de politie. Direct hierna zag de politie ter plaatse dat een negroïde manspersoon uit de woning kwam waar de rook uitkwam Deze man keek in de richting van de politie en de bewoonster van perceel [adres 1] . Zij hoorde hem naar de bewoonster het volgende schreeuwen “vieze, vuile kankerhoer, je moet je bek houden, vies kutwijf. Het is gewoon een pannetje wat op het vuur staat, kankerwijf.” (…)
Hierna wilde de politie de genoemde man in veiligheid stellen, maar de man riep het volgende tegen de politie: “op kankeren hier zo, oprotten, je moet wegwezen, het is gewoon een pannetje wat op het vuur staat en wat is aangebrand. Dus wat je doet, doe je maar, je moet hier opkankeren En die buurvouw ook met haar kankerbek, oprotten.”
Vervolgens liep de man telkens de woning in, waar de rook uitkwam. In verband met zijn eigen veiligheid is hij meerdere malen door de politie aangeroepen dat hij naar buiten moest komen. Ook legde de man allemaal spullen voor de woning neer, het leek erop alsof hij de voordeur wilde barricaderen. De man werd te verstaan gegeven om te stoppen met zijn gedrag, waarop de man riep: ‘je komt maar binnen, dan kan je zien wat er gebeurt hierzo. Je moet normaal doen, je weet niet wat je zegt.”
De situatie en het gedrag van de man maakte dat het een zeer onveilige en agressieve sfeer was in en rond perceel [adres] . Hij bleef de woning in en uitlopen. Het leek wel alsof de man in een soort waan was en dat het hem niets deed. Ook hoe de man zich verbaal opstelde naar de politie en omgeving deed hem zeer verward overkomen.
Kort hierna kwam de brandweer ter plaatse waarop de man uit de woning kwam. Hierbij had de man zijn bovenkleding uitgedaan, waarbij hij schreeuwde. Even later werd de man relatief rustig en is hij ter plaatse door ambulance personeel nagekeken en ook met de ambulance voor controle meegegaan naar het ziekenhuis. (…)
Ook de bevelvoerder van de brandweer gaf bij de politie ter plaatse aan dat het een zeer gevaarlijke situatie betrof en dat de leefbaarheid in de woning zorgwekkend was. Verder gaf hij aan dat het deze keer goed was afgelopen, want het had zeer fout kunnen gaan.
De conclusie die de wijkagent in zijn rapport trekt, is dat [naam] aanspreekbaar is op de overlast, maar bij herhaling niet in staat is gebleken om personen die problemen veroorzaken buiten de woning te houden.
1.17.
[naam] heeft 8 verklaringen van omwonden in het geding gebracht. De strekking van al deze verklaringen is dat [naam] een goede buur is, geen overlast veroorzaakt en een belangrijke schakel is voor de buurt.
1.18.
Na dagvaarding heeft De Key nog twee klachten van de bovenburen ontvangen. Op 18 maart 2019:

De hele nacht liepen er mannen in en uit de woning van [naam] . Er was een conflict, er werd geschreeuwd, met deuren geslagen en de hond stopte niet met blaffen.
en op 21 maart 2019:

Vannacht weer geen oog dichtgedaan van lawaai, ruzies, continu knallende voordeur, blaffende hond van onderbuurman [naam]

Vordering

2. De Key vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, dat:
2.1.
de bewindvoerder wordt veroordeeld binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis de woning te ontruimen en ontruimd te houden, met medeneming van al het zijne en al diegen(n) die zich zijnentwege/harentwege aldaar bevinden, en de woning leeg, schoon, in goede staat en conform de (contractuele) afspraken die partijen ter zake hebben gemaakt, met achterlating van hetgeen aan De Key toebehoort, aan De Key ter beschikking te stellen onder afgifte van de sleutels;
2.2.
De Key te machtigen de ontruiming op kosten van de bewindvoerder ten uitvoer te leggen in het geval de bewindvoerder in gebreke blijft om de woning binnen de in het vonnis gestelde termijn leeg, schoon, in goede staat en conform de (contractuele) afspraken die partijen ter zake hebben gemaakt, met achterlating van hetgeen aan De Key toebehoort, aan De Key ter beschikking te stellen onder afgifte van de sleutels;
2.3.
de bewindvoerder te veroordelen tot het betalen van een vergoeding voor het gebruik van de woning, voor elke maand of een deel daarvan dat de huurovereenkomst is ontbonden en [naam] na de in dit vonnis gestelde termijn nog in de woning verblijft tot de dag dat de bewindvoerder de woning op voornoemde wijze aan De Key ter beschikking heeft gesteld, welke vergoeding in ieder geval gelijk zal zijn aan de thans geldende huurprijs ten bedrage van € 544,79 per maand (inclusief servicekosten);
2.4.
de bewindvoerder wordt veroordeeld in de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf het tijdstip dat de bewindvoerder in verzuim is deze kosten te voldoen.
3. De Key stelt hiertoe – kort gezegd – dat [naam] tekort is geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst door de bestemming van de woning te veranderen in een verblijfhuis voor randfiguren/drugsverslaafden met alle overlast van dien, de woning ter beschikking te stellen aan derden, dan wel onder te verhuren, in en om de woning overlast te veroorzaken, schade aan de woning te veroorzaken en andere huurders van De Key te beledigen, te intimideren en te bedreigen. Tevens handelt [naam] in strijd met de artikelen 7:213, 214 en 219 van het Burgerlijk Wetboek. Meermaals en in overleg met hulpverleningsinstanties is getracht de overlast te beperken, maar dit heeft geen resultaten opgeleverd. Volgens De Key is voldoende aannemelijk dat de tekortkomingen van [naam] de ontbinding van de huurovereenkomst en, daarop vooruitlopend, de veroordeling tot ontruiming rechtvaardigen.

Verweer

4. [naam] voert aan dat alle klachten afkomstig zijn uit één bron, namelijk de twee bovenburen. De klachten van de bovenburen zijn ongefundeerd en onjuist. De Key heeft de klachten niet geverifieerd, maar letterlijk overgenomen en deze niet verder onderbouwd. Er wordt een verkeerd beeld geschetst door te verwijzen naar gedragingen van de persoon genaamd [naam bezoeker] . [naam bezoeker] verblijft sinds februari 2019 niet meer bij [naam] . In de rest van de wijk ervaart ook niemand overlast van [naam] en wordt juist zeer positief over hem gesproken. Ook zijn hulpverleners benadrukken de positieve ontwikkeling die [naam] het afgelopen jaar doormaakte. Dit wordt ondersteund door het feit dat er vanaf april 2018 ook geen politie- of overlastmeldingen meer bekend zijn tot aan de brand op 5 januari 2019. Deze brand dient echter gerelativeerd te worden; er was sprake van een pan met olie die te lang op het vuur stond en vlam vatte. Daarbij kwam veel rook vrij, maar de woning zelf heeft geen vlam gevat. Dit betreft een incident dat een ieder had kunnen overkomen. Verdere branden zijn er niet geweest in de woning. Daarnaast zijn de gemaakte camerabeelden nietszeggend. Het is vaak [naam] zelf of zijn moeder die de woning in- of uitloopt. Gelet op het ontbreken van de overlast gedurende langere tijd, waarbij slechts één incident heeft plaatsgevonden (de vlam in de pan) ontbreekt het spoedeisend belang van De Key bij haar vordering en is de vordering ook te vergaand om op basis van het thans eenzijdig naar voren gebrachte feitencomplex toe te wijzen.

Beoordeling

5. In dit kort geding dient te worden beoordeeld of de in deze zaak aannemelijk te achten omstandigheden een ordemaatregel vereisen dan wel of de vordering van De Key in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening zoals gevorderd. Het navolgende behelst dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
6. Bij de beoordeling of op grond van een gestelde tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst als voorlopige voorziening in kort geding een zeer ingrijpende maatregel als veroordeling tot ontruiming kan worden getroffen, dient grote terughoudendheid te worden betracht, gelet op de waarborgen waarmee de wet de rechten van huurders van woonruimte omkleedt. Daarbij komt dat in een kortgedingprocedure geen plaats is voor een diepgaand onderzoek naar bestreden feiten. Voor de toewijzing van een dergelijke vordering zal dan ook slechts plaats zijn indien in hoge mate waarschijnlijk is dat de bodemrechter tot toewijzing van die vordering zal komen, terwijl bovendien sprake moet zijn van een zodanige ernstige tekortkoming dat de beslissing in de bodemzaak niet kan worden afgewacht.
7. De Key heeft gesteld dat de door [naam] veroorzaakte overlast bestaat dan wel heeft bestaan uit onder meer ernstige geluidsoverlast, vooral ’s nachts (schreeuwen, ruzie maken, schelden, blaffen van de hond van [naam] ), stankoverlast, vernieling, ernstige bedreiging en intimidatie van omwonenden, brand, althans rookontwikkeling in de woning en de vele aanloop van bezoekers in de woning gedurende de dag en nacht.
8. Ter onderbouwing van de gestelde overlast heeft De Key onder meer overlastlogboeken in het geding gebracht, alsmede meldingen van de overlast die bij De Key zijn gedaan, correspondentie aan [naam] en zijn hulpverleners waarin zij worden gewezen op de ervaren overlast, foto’s en (stilstaande) camerabeelden, een rapport van de wijkagent en het Meldpunt Zorg en Woonoverlast en processen-verbaal van aangiften van overlast, bedreiging en belediging.
9. De kantonrechter acht het, gelet op de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting, voldoende aannemelijk dat [naam] op verschillende manieren de door De Key gestelde overlast veroorzaakt. Daartoe zijn onder meer de meldingen en de overlastdagboeken van de bovenburen, in combinatie met het rapport van de wijkagent doorslaggevend. [naam] heeft daartegen onvoldoende naar voren gebracht op grond waarvan zou moeten worden getwijfeld aan de juistheid daarvan. De camerabeelden die zijn overgelegd om een gemiddelde nacht rondom de woning te illustreren, tonen dat onder andere [naam] zelf, maar ook andere personen, tot diep in de nacht de woning in en uit lopen. Daarbij is ter zitting door aanwezige hulpverleners ook verklaard dat [naam] problemen ervaart met zijn dag/nacht ritme en het buiten de deur houden van oude vrienden uit het drugsmilieu. [naam] erkent ook zelf dat hij in de nacht leeft. Het spreekt voor [naam] dat er vanaf april 2018 geen (officiële) klachten zijn geweest. De bovenburen hebben ter zitting verklaard dat zij wat moedeloos waren geworden en daarom alleen een logboek hadden bijgehouden, maar dat de overlast er ook toen was. Bovendien is de situatie in begin 2019 weer ernstig verslechterd. Niet betwist is dat er op 5 januari 2019 een brand heeft gewoed in de woning, waarbij veel rook vrij is gekomen en schade is ontstaan. De wijkagent heeft hierover vermeld dat de situatie extra zorgelijk was doordat [naam bezoeker] zich agressief en verward gedroeg, hij hulp bij de brand tegenwerkte, de leefbaarheid in de woning zorgwekkend was volgens de bevelvoerder van de brandweer en het nog veel erger had kunnen aflopen. Dit is op zichzelf staand al zeer ernstig, maar daar komt nog bovenop dat in de maanden na de brand er meerdere malen flinke, onverklaarbare rookontwikkeling in de woning heeft plaatsgevonden waar het brandalarm van de bovenburen van afging. Ter zitting is hier geen plausibele verklaring voor gegeven door [naam] . Mogelijk is de rookontwikkeling één keer veroorzaakt door een vuurkorf van de buren, maar dat verklaart niet de andere keren dat dit gebeurde. Ook maken de bovenburen meermaals melding van chemische stankoverlast. Ook hier heeft [naam] geen verklaring voor gegeven. Bovendien heeft [naam] erkend dat de tijdelijk bij hem inwonende [naam bezoeker] voor overlast heeft gezorgd en zich intimiderend heeft opgesteld naar de bovenburen. Die overlast moet aan [naam] worden toegerekend want hij is verantwoordelijk voor de overlast die derden veroorzaken die zich met zijn toestemming in de woning bevinden. Dat [naam bezoeker] nu niet langer bij [naam] woont is een verbetering, maar het biedt niet de garantie dat de overlast ophoudt. Dit blijkt uit de klachten na dagvaarding.
10. Al met al is de kantonrechter tot de conclusie gekomen dat de aard, de intensiteit en de frequentie van de overlast dermate ernstig zijn dat voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter de huurovereenkomst tussen partijen zal ontbinden. Met name de rol van het drugsgebruik, de drugsgebruikers en de niet verklaarde, frequent voorkomende rookontwikkeling in de woning zijn verontrustend. Daaraan doet niet af dat [naam] van goede wil is en volgens de hulpverlening sinds een aantal jaar stappen in de juiste richting heeft gemaakt. Dat mag zo zijn, maar dit rechtvaardigt niet een ernstige aantasting van het recht op een woongenot van de overige buurtbewoners, zoals nu blijkt. Ook de overgelegde positieve verklaringen van buurtbewoners doen aan dit voorlopige oordeel niet af, nu overlast aanzienlijk minder ervaren kan worden door niet-directe buren. Ook het feit dat [naam] in de verklaringen als een vriendelijke man wordt beschreven die voor anderen klaarstaat, vormt geen weerspreking van de overlast. Bovendien heeft [naam] ter zitting erkend dat hij op 18 februari 2019 heeft geschreeuwd tegen de bovenburen dat ze maar moesten verhuizen. Hij ontkende alleen dat hij ze heeft uitgescholden. Tot slot wordt in dat verband van belang geacht dat de wijkagent in zijn rapport heeft verklaard dat hij door verschillende bewoners van de [straatnaam] en de directe omgeving op overlast is gewezen, maar dat bewoners niet met naam en toenaam genoemd wilden worden vanwege mogelijke represailles. Ook werd [naam] volgens de wijkagent door sommige bewoners als fietsendief en/of kratjesdief betiteld.
11. Verder heeft De Key een spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening, omdat Ymere verantwoordelijk is voor de veilige leefomgeving van haar huurders. Op grond van het voorgaande is het gerechtvaardigd om thans op de uitkomst van de bodemprocedure vooruit te lopen. Ook is er aanleiding het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. De vordering tot ontruiming van de woning zal worden toegewezen. De bewindvoerder, in zijn hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [naam] , dient tot ontruiming te worden veroordeeld, waarbij wordt opgemerkt dat dit niets afdoet aan het feit dat [naam] als materiële procespartij aan de ontruiming gebonden is. [naam] blijft in deze ook de materiële partij uit wier vermogen de betaling van de hierna te geven betalingsveroordelingen dient te geschieden.
12. Gelet op het voorgaande kan de beoordeling van de overige door De Key gestelde tekortkomingen van [naam] (veranderen van de bestemming van de woning, onderhuur en het toebrengen van schade aan de woning) buiten beschouwing blijven.
13. De gevorderde gebruiksvergoeding na ontbinding van de huurovereenkomst is niet toewijsbaar, omdat de huurovereenkomst nog niet ontbonden is.
14. Ook de vordering ter zake van de ontruimingskosten is niet toewijsbaar. Weliswaar houdt de proceskostenveroordeling een executoriale titel in ten aanzien van alle kosten, ook ten aanzien van verschotten zoals ontruimingskosten, doch het betreft hier kosten die pas na de uitspraak ontstaan en waarvan de omvang en de verschuldigdheid thans nog niet vast staan.
15. De bewindvoerder dient als de in het ongelijk gestelde partij met de proceskosten te worden belast.

BESLISSING

De kantonrechter:
veroordeelt de bewindvoerder om de woning binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen en ter beschikking van De Key te stellen, welke ontruiming zo nodig door de deurwaarder bewerkstelligd kan worden met behulp van de sterke arm conform het in artikel 555 e.v. jo. 444 Rv bepaalde;
veroordeelt de bewindvoerder in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van De Key begroot op:
- exploot € 100,93
- salaris € 480,00
- griffierecht € 121,00
-----------------
totaal € 701,93
voor zover van toepassing, inclusief btw;
veroordeelt de bewindvoerder in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op
€ 60,00 aan salaris gemachtigde, te verhogen met een bedrag van € 68,00 en de explootkosten van betekening van het vonnis, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw, onder de voorwaarde dat de bewindvoerder niet binnen veertien dagen na aanschrijving volledig aan dit vonnis heeft voldaan en betekening van het vonnis pas na veertien dagen na aanschrijving heeft plaatsgevonden;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Aldus gewezen door mr. M.E.B. Terwee, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 19 april 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.