Uitspraak
[gerekesteerde] ,
De beslissing
[gerekesteerde]voornoemd in staat van faillissement;
en tot curator mr. A.C.A.D. Bakker, 1070 AM Amsterdam, Postbus 75510;
Rechtbank Amsterdam
Op 26 maart 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een faillissementszaak waarbij de ontvanger van de Belastingdienst, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.E. Schipper, een verzoek heeft ingediend tot faillietverklaring van de gerekestreerde. De gerekestreerde, geboren in 1960, heeft een aanzienlijke schuld van € 1.167.577,62 aan de Belastingdienst, naast andere onbetaalde vorderingen van verschillende schuldeisers. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gerekestreerde in een toestand verkeert waarin hij heeft opgehouden met betalen, wat blijkt uit het feit dat hij zijn schulden al geruime tijd niet voldoet en geen inkomen heeft om aan zijn verplichtingen te voldoen. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat de gerekestreerde andere schulden heeft, waaronder een schuld aan ABN Amro en een vordering van Collete Holding B.V.
Tijdens de zitting heeft de gerekestreerde een aanbod gedaan om een deel van de vordering te voldoen, maar dit aanbod is door de Belastingdienst afgewezen, omdat zij volledige betaling wenst. De rechtbank heeft geoordeeld dat er voldoende bewijs is van de vorderingen van de Belastingdienst en dat de gerekestreerde niet in staat is om zijn schulden te voldoen. De rechtbank heeft ook overwogen dat een curator kan worden aangesteld om de vermogenspositie van de gerekestreerde te onderzoeken en om eventuele activa terug te halen voor de gezamenlijke schuldeisers.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om de gerekestreerde failliet te verklaren, waarbij mr. A.E. de Vos is benoemd tot rechter-commissaris en mr. A.C.A.D. Bakker tot curator. De rechtbank heeft de bevoegdheid om deze procedure te openen vastgesteld op basis van de Faillissementswet en de Europese verordening inzake insolventie.