ECLI:NL:RBAMS:2019:2979

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
23 april 2019
Publicatiedatum
25 april 2019
Zaaknummer
C/13/664890 / KG ZA 19-410
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake voortzetting van verzekeringen en verwijdering uit frauderegisters

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 23 april 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen SHM Logistiek en Transport B.V. en Vivat Schadeverzekeringen N.V. SHM vorderde dat Vivat haar verzekeringen zou voortzetten en de registratie in frauderegisters zou verwijderen. De achtergrond van de zaak betreft een aanrijding op 3 oktober 2018 waarbij de Mercedes Vito van SHM schade opliep door een aanrijding met een Mercedes Sprinter van Bo-rent. Vivat had de verzekering beëindigd op basis van een beschuldiging van verzekeringsfraude, omdat zij meende dat de schade aan de Vito niet volledig door de aanrijding was veroorzaakt.

Tijdens de zitting op 18 april 2019 heeft SHM gesteld dat de schade aan de Vito wel degelijk door de aanrijding is ontstaan en dat de beschuldigingen van fraude ongegrond zijn. Vivat voerde verweer en stelde dat de schade aan de sidebar en de spiegel niet door de aanrijding kon zijn veroorzaakt. De voorzieningenrechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat SHM opzettelijk valse informatie had verstrekt en dat Vivat de verzekeringen ten onrechte had opgezegd. De rechter heeft Vivat opgedragen de verzekeringen van SHM binnen drie werkdagen te continueren en de registraties in de frauderegisters ongedaan te maken.

De rechter heeft ook bepaald dat Vivat een dwangsom moet betalen voor elke dag dat zij in gebreke blijft aan deze veroordelingen te voldoen. Daarnaast is Vivat veroordeeld tot betaling van de schadevergoeding aan SHM, inclusief de wettelijke rente. De uitspraak benadrukt het belang van goede communicatie en transparantie tussen verzekeraars en verzekerden, vooral in gevallen van schadeclaims en mogelijke fraude.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/664890 / KG ZA 19-410 CdK/JE
Vonnis in kort geding van 23 april 2019
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SHM LOGISTIEK EN TRANSPORT B.V.,
gevestigd te Berkel en Rodenrijs,
eiseres bij dagvaarding van 15 april 2019,
advocaat mr. E. Demir te Roosendaal,
tegen
naamloze vennootschap
VIVAT SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Amstelveen,
gedaagde,
advocaat mr. J. van Ittersum te Rotterdam.
Partijen zullen hierna SHM en Vivat Schadeverzekeringen worden genoemd.

1.De procedure

Ter zitting van 18 april 2019 heeft SHM gesteld en gevorderd overeenkomstig de in kopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Vivat Schadeverzekeringen heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening. Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht. Ter zitting is de verklaring van [naam] aan de stukken toegevoegd. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
Ter zitting waren aanwezig:
aan de zijde van SHM: [directeur] (directeur van SHM) en mr. Demir;
aan de zijde van Vivat Schadeverzekeringen: [medewerker] (medewerker speciale zaken bij Reaal verzekeringen, onderdeel van Vivat Schadeverzekeringen) en mr. Ittersum.

2.De feiten

2.1.
SHM heeft een bedrijf in transportdiensten. Zij heeft elf voertuigen tot haar beschikking, die voor WA/Casco/Schadeverzekering inzittenden verzekerd waren bij Vivat Schadeverzekeringen. De algemene voorwaarden van Vivat Schadeverzekeringen zijn van toepassing.
2.2.
Op 3 oktober 2018 heeft in Berkel en Rodenrijs een aanrijding plaatsgevonden (hierna: de aanrijding) met een Mercedes Vito, kenteken [kenteken Vito] (hierna: de Vito), van SHM. De bestuurder van een Mercedes Sprinter van Bo-rent met kenteken [kenteken Sprinter] (hierna: de Sprinter), de heer [naam] , is tegen de stilstaande Vito aan gereden. Bij de Vito is schade aan de rechter zijkant en aan de voorkant zichtbaar. De Vito is gerepareerd in november/december 2018. De kosten van het herstel – zonder reparatie van de spiegel en de sidebar – bedroegen: onderdelen € 1.351,36 en reparatie € 3.509,- incl. BTW.
2.3.
Een deskundige van het bedrijf Dekra Automotive (hierna: Dekra) te Alkmaar heeft onderzoek gedaan naar de schade aan beide auto’s. Hij trekt in het rapport van 30 oktober 2018 de conclusie dat de schade aan de Vito niet afkomstig kan zijn van één evenement. Vervolgens is door Dekra een zogenaamde quickscan gedaan. In het daaruit volgende rapport van 22 november 2018 is de conclusie getrokken, dat een deel van de schade aan de rechterzijkant van de Vito wel past bij een contact met de Sprinter, maar dat de totale schade niet tijdens één beweging van de Sprinter kan zijn veroorzaakt. De schade aan de sidebar [balk onder de zijdeuren, vzr.] kunnen de deskundigen niet plaatsen bij het contact met de Sprinter. De botsenergie tijdens het contact tussen de achterhoek van de Sprinter en het achterscherm van de Vito kan ertoe geleid hebben dat de Vito vooruit is geschoven en tegen de gevel is gedrukt. De benodigde reparaties worden ingeschat op € 9.222,81 exclusief BTW. De onderzoekskosten bedragen € 700,33.
2.4.
Op het schadeformulier heeft de bestuurder van de Sprinter [naam] verklaard “
ging parkeren, wagen was groter dan ik dacht”en
“ik reed achteruit om te parkeren maar zag heel die auto niet”.Dit formulier is op 5 oktober door [naam] ondertekend. [directeur] heeft daarop genoteerd: “zijkant rechts voorbumper”.
2.5.
In het onderzoeksrapport van Dekra bevindt zich een door een medewerker van Vivat Schadeverzekeringen geschreven verklaring van [directeur] , die door hem op 19 oktober 2018 is ondertekend. Deze verklaring bevat voor zover hier van belang het volgende:
“Ik heb de Mercedes-Benz Vito, [kenteken Vito] , die dag geparkeerd.
Toen ik de auto parkeerde (in de P) was er (rechts) geen schade aan de auto.
Na het parkeren (om 15.30 uur) ben ik naar boven aan het werk gegaan.
Die dag om 20.00 uur werd ik gebeld door de buurman, [naam] .
Hij vroeg mij om beneden te komen, hij was tegen mijn auto gereden.
Ik zag benden de rode bestelbus waarmee hij was. Ik heb niet zo op die auto gelet.
Hij vertelde mij met de achterzijde van de bus tegen mijn bus gereden te zijn.
Hij dacht tegen de stoeprand gereden te zijn en gaf gas bij.
Hij kwam toen tegen de Vito.
De Vito ging naar voren tegen de muur.
Ik heb nu schade aan: Voorzijde (grille / koplichten), rechter spiegel, op de side bar rechts achter, schuifdeur rechts, op achterpaneel boven wiel, op de velg en bij de ruit rechts achter.
De Vito heb ik nu naar [garage] gebracht. Alle schade behoort bij dit evenement.”
2.6.
Op 3 december 2018 is [naam] gehoord door een onderzoeker van Dekra. Hij heeft onder meer het volgende verklaard:
“Ik wilde de auto achteruit in een parkeervak voor het bedrijf parkeren.
Ik was er niet goed bij / had niet goed opgelet.
Normaal staan er omstreeks dat tijdstip geen auto’s op de parkeerplaatsen.
Ik wilde van parkeerstand achteruit een vak inrijden.
Ik had daarbij de Mercedes-Benz Vito van SHM Transport niet gezien.
Deze auto was mij niet opgevallen.
Ik had de auto achteruit gereden en ik dacht dat ik tegen de stoeprand kwam.
De auto kwam iets naar voren.
Ik dacht ik moet extra gas geven.
Ik hoorde op een gegeven moment een knal.
Ik had toen de Mercedes-Benz Vito niet gezien.
Mogelijk had ik, toen de auto naar voren ging, al tegen de Vito gezeten.
Dit denk ik, achteraf.
Pas na de knal ben ik uitgestapt en zag ik de grijze Vito.
Ik was met de rechter achterzijde van de bestelbus (MB Sptinter) tegen de Mercedes-Benz Vito ( [kenteken Vito] ) rechterzijde gereden.
Ik zag toen schade aan de Vito.
Het was mij bekend dat deze Vito van SHM Transport / [directeur] was.
Ik wist ook dat hij deze auto ingeruild had.
Toen ik wist dat het zijn bus was heb ik, nadat ik een paar minuten gewacht had, hem gewaarschuwd.
Ik heb aangebeld bij zijn deurbel. Hij kwam toen naar beneden.
Ik zag schade aan de linkerzijkant van de Vito.
Ik zag schade aan de linkerzijkant boven het wiel en op het portier aan die zijde.
Ik had de schade aan de buitenspiegel (rechts) niet gezien.
De schade aan de voorzijde van de Vito heb ik ook niet gezien.
De schade aan de sidebar (onder rechts) had ik niet gezien.
Het was mij niet bekend of de Vito 100 % schadevrij was.
Volgens mij was de auto wel vrij van schade.
Ik weet dat [directeur] netjes op zijn auto’s is en alle schade laat herstellen.
De schade aan de voorzijde van de Vito heb ik pas twee dagen later gezien.
[directeur] heeft mij verteld. Ik heb toen ook de schade aan de raamzijde van het pand gezien.
Ik sluit niet uit dat ik de Vito tegen die vensterbank gedrukt kan hebben.
Ik snap dat de schade aan de buitenspiegel vreemd is.
Ik weet niet hoe dat gekomen is. Ik ga er van uit dat [directeur] dit nooit zo had laten zitten aan zijn auto.
(...)
De huurbus heb ik na twee dagen teruggebracht.
Er was nauwelijks schade aan de bus.
Alleen een balkje / Side balk) was iets krom (dit was niet afgebroken of zo..)
(...)
Ik herken de schade op de Vito welke u mij op de foto’s toont.
(...)
De aanrijding is niet opzettelijk veroorzaakt
Ik heb van [directeur] gehoord dat er geprobeerd werd een al bestaande schade te claimen (fraude).
Dit is naar mijn mening niet zo.”
2.7.
De verzekering is op grond van fraude beëindigd per 1 maart 2019. Vivat Schadeverzekeringen stelt zich bij brief van 24 december 2018 op het standpunt dat onder meer de schade aan de sidebar en aan de spiegel niet kan zijn veroorzaakt door de aanrijding met de Sprinter.
2.8.
Vivat Schadeverzekeringen heeft een melding gedaan in het Incidentenregister, het Extern Verwijzingsregister en in het register van het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit (hierna: CBV).
2.9.
SHM heeft nieuwe verzekering afgesloten bij Avero/Achmea die per 10 april 2019 is beëindigd wegens de melding in de registers en op verzoek van SHM nog is verlengd tot 23 april 2019.

3.Het geschil

3.1.
SHM vordert – samengevat – uitvoerbaar bij voorraad, Vivat Schadeverzekeringen:
  • te gebieden de verzekeringen te continueren, op straffe van een dwangsom;
  • te veroordelen om de registraties van SHM in het register van het CBV, het Externe Verwijzingsregister en het Incidentenregister ongedaan te maken, op straffe van een dwangsom;
  • te veroordelen tot betaling van het schadebedrag van € 3.509,- inclusief BTW en € 1.351,36 inclusief BTW, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 oktober 2018;
  • te veroordelen tot vernietiging van de onderzoekskosten van € 700,33;
  • te veroordelen in de proceskosten, vermeerderd met wettelijke rente.
3.2.
SHM stelt daartoe dat Vivat Schadeverzekeringen ten onrechte, op grond van een ongegronde beschuldiging van verzekeringsfraude, haar verzekeringen heeft beëindigd, haar heeft geregistreerd in de verschillende registers en de schade van het incident van 2 oktober 2018 niet heeft vergoed. Als gevolg van de registraties is het voor SHM niet mogelijk verzekeringen af te sluiten bij andere verzekeraars.
3.3.
Vivat Schadeverzekeringen voert verweer. Zij beroept zich op de rapporten van Dekra en stelt dat de verklaring van [directeur] leugenachtig is en dat hij opzettelijk probeerde verzekeringsdekking te verkrijgen voor schade die niet door de botsing op 2 oktober 2018 is ontstaan. In een dergelijk geval van fraude is Vivat Schadeverzekeringen gerechtigd tot het beëindigen van de verzekering en vermelding in de registers van CIS, CBV en het incidentenregister van Vivat Schadeverzekeringen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Gelet op het feit dat de verzekering van alle 11 voertuigen van SHM heden afloopt, heeft zij spoedeisend belang bij het door haar gevorderde.
4.2.
Vivat Schadeverzekeringen beroept zich op het verstrekken van valse informatie door SHM en het ten onrechte tevens claimen van schade aan de sidebar en de spiegel van de Vito, terwijl dit geen schade kan zijn geweest die een gevolg is van de aanrijding.
4.3.
Als de bodemrechter tot het oordeel zou komen dat die schades opzettelijk ten onrechte zijn geclaimd, had Vivat Schadeverzekeringen het recht om de verzekeringen op te zeggen en SHM in de registers op te (doen) nemen. Een verzekeraar dient immers te kunnen vertrouwen op de mededelingen van een verzekerde en bij fraude daartegen op te kunnen treden zoals in artikel 7:941 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek is bepaald.
4.4.
SHM erkent dat de schade aan de sidebar er al voor de aanrijding van 3 oktober 2018 kan zijn geweest, maar stelt dat hij de schade niet eerder had gezien. De schade aan de spiegel is volgens SHM wel door de aanrijding ontstaan. [directeur] heeft na de aanrijding de achterzijde van de spiegel die op de grond lag, weer bevestigd. Overigens merkt [directeur] op dat zijn verklaring, die in het rapport van Dekra staat, is opgenomen door een ander en dat hij die niet zelf heeft geschreven, omdat zijn Nederlands niet zo goed is. Het kan zo zijn dat hij vragen niet helemaal goed heeft begrepen of antwoorden niet goed verwoord. Hij voegt ter zitting – waarbij zijn advocate regelmatig vertaalwerk voor hem moet doen – toe dat hij steeds in verschillende voertuigen van SHM rijdt, net als zijn chauffeurs. Het is mogelijk dat een chauffeur de schade aan de sidebar niet bij hem gemeld heeft. In elk geval heeft hij niet opzettelijk verkeerde schade opgegeven. SHM rijdt met haar hele wagenpark al acht jaar schadevrij. Hij is van plan een contra-expertise te laten verrichten.
4.5.
Vooralsnog is niet aannemelijk dat de bodemrechter tot het oordeel zal komen dat SHM opzettelijk valse informatie over de schade door de aanrijding heeft verstrekt. Aan de rechterzijde van de Vito is aanzienlijke schade ontstaan door de aanrijding. Gelet op het aantal auto’s dat in het bedrijf van SHM omgaat en de relatief geringe en minder opvallende schade aan de sidebar, tezamen met de taalbarrière van [directeur] en het feit dat hij de verklaring niet zelf heeft opgeschreven, is niet aannemelijk dat hij opzettelijk foutief heeft verklaard met betrekking tot de sidebar. Over de spiegel heeft hij verklaard dat de achterzijde van de spiegel na de aanrijding op de grond lag en hij deze weer heeft bevestigd. Dekra is er in haar onderzoek van uitgegaan dat de Sprinter in één beweging naar achter is gereden, maar [naam] heeft verklaard dat hij achteruitrijdend ergens tegenaan kwam, hij dacht een stoeprand, dat de Sprinter vervolgens naar voren kwam en dat hij extra gas gaf, opnieuw naar achter reed en ergens tegenaan botste. Toen hij uitstapte bleek hij tegen de Vito aan te staan.
4.6.
Het voorgaande brengt mee dat nog niet is vast te stellen of Vivat Schadeverzekeringen de verzekeringen terecht heeft opgezegd en de registraties terecht heeft verricht. Gelet op de ernstige consequenties van een en ander voor SHM, dient Vivat Schadeverzekeringen de verzekeringen te hervatten en de registraties vooralsnog ongedaan te maken. De onderzoekskosten van Vivat Schadeverzekeringen behoeft SHM in afwachting van de bodemprocedure nog niet te voldoen. De vorderingen van SHM zullen dan ook worden toegewezen als hierna te melden. De bodemrechter zal te zijner tijd – na nader onderzoek, waarvoor het kort geding zich niet leent – zijn oordeel hierover moeten geven. Op verzoek van Vivat Schadeverzekeringen zal aan [directeur] de voorwaarde worden opgelegd om binnen zes weken de bodemprocedure aanhangig te maken. De contra-expertise zal tegen die tijd gereed moeten zijn. De gevorderde schade-uitkering zal Vivat Schadeverzekeringen niet hoeven te doen, zolang [directeur] deze voorwaarde niet is nagekomen.
4.7.
Vivat Schadeverzekeringen zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
gebiedt Vivat Schadeverzekeringen de verzekeringen van SHM binnen drie werkdagen na betekening van dit vonnis te continueren,
5.2.
veroordeelt Vivat Schadeverzekeringen om aan SHM een dwangsom te betalen van € 500,- voor iedere dag dat zij in gebreke blijft aan de onder 5.1 uitgesproken veroordeling te voldoen, tot een maximum van € 30.000,- is bereikt,
5.3.
veroordeelt Vivat Schadeverzekeringen binnen vijf werkdagen na betekening van dit vonnis de registraties van SHM ongedaan te maken en ongedaan gemaakt te houden, door het indienen van een daartoe strekkend schriftelijk verzoek aan het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit van het Verbond van Verzekeraars en aan de Stichting CIS te Den Haag en door alle medewerking aan ongedaanmaking van de registraties te verlenen,
5.4.
veroordeelt Vivat Schadeverzekeringen om aan SHM een dwangsom te betalen van € 500,- voor iedere dag dat zij in gebreke blijft aan de onder 5.3 uitgesproken veroordeling te voldoen, tot een maximum van € 30.000,- is bereikt,
5.5.
veroordeelt Vivat Schadeverzekeringen binnen vijf werkdagen na betekening van dit vonnis de registratie van SHM in het Incidentenregister van Vivat Schadeverzekeringen ongedaan te maken en ongedaan gemaakt te houden, onder verzending van een bevestiging daarvan aan SHM,
5.6.
veroordeelt Vivat Schadeverzekeringen om aan SHM een dwangsom te betalen van € 500,- voor iedere dag dat zij in gebreke blijft aan de onder 5.5 uitgesproken veroordeling te voldoen, tot een maximum van € 30.000,- is bereikt,
5.7.
veroordeelt Vivat Schadeverzekeringen tot betaling aan SHM binnen vijf werkdagen nadat SHM de bodemzaak aanhangig heeft gemaakt van de reparatiekosten van € 3.509,- inclusief BTW en onderdelen van € 1.351,36 inclusief BTW, vermeerderd met de wettelijke rente die vijfde dag na aanhangigheid bodemzaak,
5.8.
veroordeelt Vivat Schadeverzekeringen in de kosten van dit geding, tot heden aan de zijde van SHM begroot op:
– € 92,83 aan explootkosten,
– € 639,= aan griffierecht en
– € 980,= aan salaris advocaat,
vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Vivat Schadeverzekeringen deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan,
5.9.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.10.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M.E. de Koning, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. J.M. Eisenhardt, griffier en in het openbaar uitgesproken op 23 april 2019. [1]

Voetnoten

1.type: JE