Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
le tribunal de première instance de Bruxellesbij e-mail van 28 maart 2019 onder meer het volgende meegedeeld:
le tribunal de première instance de Bruxellesbij e-mail van 4 april 2019 onder meer het volgende meegedeeld:
4.Strafbaarheid
le tribunal de première instance de Bruxellesbij e-mail van 28 maart 2019 onder meer het volgende meegedeeld:
5.Slotsom
eerste feitwaarvoor de overlevering wordt gevraagd is vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW, er een garantie is gegeven als bedoeld in artikel 12, sub d, OLW, en ook overigens geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg staan, dient de overlevering voor dat feit te worden toegestaan.
tweede feitwaarvoor de overlevering wordt verzocht niet dubbel strafbaar is naar Nederlands recht, dient de overlevering ten aanzien van dit feit te worden geweigerd.
6.Samenloop EAB’s
Prosecutor General’s Office of the Republic of Lithuania(Litouwen). De rechtbank zal eveneens bij uitspraak van heden de overlevering toestaan op basis van dit Litouwse EAB (parketnummer: 13/751100-19).
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan het Parket van de Procureur des Konings bij de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel ten behoeve van de tenuitvoerlegging van het gedeelte van de vrijheidsstraf – te weten dertig maanden – te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat, dat is opgelegd wegens het eerste feit.
[opgeëiste persoon]voor zover het EAB betrekking heeft op het gedeelte van de vrijheidsstraf – te weten drie maanden – dat is opgelegd wegens het tweede feit.