Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
(…) Verder is besproken dat [naam 5], vzr)
en [naam 1], vzr)
het ernstige beschuldigingen vinden, maar tevens dat [eiseres bij dagvaarding], vzr)
deze op dit moment niet hard kan maken en dat het uiten van deze beschuldigingen zonder bewijs niet professioneel is. [eiseres bij dagvaarding] geeft aan de betreffende personen alsnog te benaderen en dat terugkoppelt aan [naam 5] en [naam 1] . Overall is besproken dat deze ontwikkelingen vraagtekens zetten bij de professionaliteit van [eiseres bij dagvaarding] . Het feit dat ze vermoedens heeft en deze niet eerst met betrokkenen bespreekt, voordat zij [naam 5] heeft benaderd, het sturen van een SMS in plaats van bij iemand langslopen en het missen van zelfreflectie spelen daarbij een belangrijke rol. Een vervolgafspraak wordt gepland over circa twee weken, waarbij [eiseres bij dagvaarding] in de tussentijd de betreffende collega’s benadert.”
5. (…) Zowel ter zitting als in het gesprek van 18 maart 2014 neemt SVB – kort gezegd – het standpunt in dat [eiseres bij dagvaarding] haar (zware) beschuldigingen over pesten eerst moe(s)t bewijzen. Door dat niet te doen zou zij ernstig verwijtbaar hebben gehandeld. SVB miskent hiermee dat het aankaarten door [eiseres bij dagvaarding] van door haar ervaren ongewenst gedrag juist het startpunt had moeten zijn van nader onderzoek, waarbij SVB als werkgever vanuit een neutrale positie het voortouw had moeten nemen. Dit volgt ook uit de eigen gedragscode van SVB. Uitkomst van dergelijk onderzoek zou kunnen zijn dat daadwerkelijk van pestgedrag sprake is, maar ook dat [eiseres bij dagvaarding] zich het pestgedrag heeft ingebeeld, zoals SVB stelt. Waar het echter om gaat is dat daadwerkelijk actie wordt ondernomen en dat heeft SVB niet gedaan. Door zich passief op te stellen en steeds te benadrukken dat [eiseres bij dagvaarding] bepaalde stappen moest ondernemen en dat zij door dat niet te doen onprofessioneel handelde, was het juist SVB die verwijtbaar handelde. Ook [eiseres bij dagvaarding] had stappen moeten ondernemen, zij stelt dat ook gedaan te hebben maar SVB betwist dat. Gezien de houding die SVB van aanvang af heeft gehad, kan [eiseres bij dagvaarding] echter hoe dan ook onvoldoende verweten worden dat verder onderzoek niet van de grond is gekomen. (…)”
5.4. (…) Zo is gesteld noch gebleken dat [eiseres bij dagvaarding] bij de kantonrechter heeft geëist dat haar bij haar wedertewerkstelling precies dezelfde werkzaamheden worden aangeboden als zij voor haar uitval medio 2014 verrichtte. Die eis is, anders dan [eiseres bij dagvaarding] heeft gesteld, in de omstandigheden van het geval ook niet reëel, niet alleen omdat [eiseres bij dagvaarding] die werkzaamheden al lange tijd niet meer heeft uitgevoerd en de organisatie in de tussentijd is veranderd, maar ook omdat bij de SVB – naar [eiseres bij dagvaarding] niet heeft weersproken – deels projectmatig wordt gewerkt en geen enkele Integrale Auditor A ieder jaar precies dezelfde werkzaamheden verricht. Omgekeerd heeft de SVB binnen het profiel van de functie van Integrale Auditor A geen volledige vrijheid bij het opdragen van werkzaamheden aan [eiseres bij dagvaarding] in het kader van haar wedertewerkstelling. Een redelijke uitleg van de veroordeling brengt mee dat aan [eiseres bij dagvaarding] – bezien over een wat langere periode – een evenwichtig pakket van werkzaamheden moet worden aangeboden, bestaande uit soortgelijke werkzaamheden als de werkzaamheden die zij voor haar uitval verrichtte, rekening houdend met alle omstandigheden die in de tussentijd zijn veranderd, bijvoorbeeld als gevolg van eventuele reorganisaties, veranderde wetgeving of in de wijze van werken. (…)”
(…) De Melding ziet op een vermoeden van ongewenste omgangsvormen, specifiek pesten, en richt zich tegen de medewerkers van de directie Audit Dienst in de jaren 2013 en 2014 en specifiek tegen de volgende(10, vzr)
medewerkers van de Sociale Verzekeringsbank (hierna Betrokkenen):
- mevrouw mr. (…), externe voorzitter, niet werkzaam bij SVB
- de heer (…), directeur HR&F, lid
- de heer (…), sectiemanager directie Handhaving, lid
- de heer (…), namens de OR, lid
- de heer (…), directeur Juridische Zaken
- mevrouw (…), adviseur Bureau Integriteit UWV, niet werkzaam bij de SVB.
de heer drs. (…), gedragsdeskundige [naam adviesburo] , niet werkzaam bij de SVB.”
Afgelopen donderdag heb je mij gevraagd hoe het met de stage van [eiseres bij dagvaarding] gaat. (…) Wij hebben een planning opgesteld om zowel het jaarplan als het eerste semesterverslag tijdig te kunnen afronden. Verder hebben wij het gehad over de uit te voeren werkzaamheden. Voor het boekjaar 2019 zijn dit onder andere:
- Coördinatie van de RM steekproef en verantwoording;
- 1e review van de planningsfase (risico-analyse, auditplan e.d.)
- Proces inkoop samen met IT vastleggen en vaststellen wanneer wij de extra werkzaamheden kunnen schrappen. (…)
Zoals net besproken hieronder een korte weergave van mijn werkzaamheden mbt de stage van [eiseres bij dagvaarding] :