Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiseres 2],
1.De procedure
- de dagvaardingen van 24 en 25 juli 2018, met producties,
- de conclusie van antwoord van 31 oktober 2018, met producties,
- het tussenvonnis van 20 februari 2019, waarbij een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van 25 april 2019, met de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
Cunningham Lindsey Nederland bv, optredend als expert voor verzekeraars en
ter finale kwijtingEUR 27.250,00
EUR 5.035,00
Eindrapport(…)
- Op het schadeadres [adres] en [adres] vonden op dat moment geen herbouwactiviteiten plaats;
- Op het adres [adres] (belendend aan het schadeadres) werd een bedrijfsgebouw verbouwd er werd daar onder andere een inpandig kantoor gerealiseerd;
- Ten aanzien van dat belendende gebouw heeft verzekerde een koopovereenkomst gesloten (zie bijlage) op 20 februari 2017; volgens die koopovereenkomst zou het pand aan verzekerde geleverd worden op 1 juli 2017;
- Navraag bij het kadaster leerde dat het pand op 11 oktober 2017 nog niet aan verzekerde geleverd is. Het juridisch eigendom van het belendende gebouw is derhalve nog niet in eigendom bij verzekerde.
- Ten aanzien van de verbouwing van het belendende gebouw ontvingen wij een tweetal facturen. Het totaal aan verzekerde in rekening gebrachte kosten bedraagt EUR 108.648 + EUR 81.486 = EUR 190.134 exclusief btw. (…)”.
- De totale opstalschade op basis van herbouwwaarde door Cunningham Lindsey [experts van de verzekeraar van [eisers] , Rb] vastgesteld op EUR 264.850,00
- De totale opstalschade op basis van verkoopwaarde werd door Cunningham Lindsey vastgesteld op EUR 133.085,00
- De bijkomende kosten in geval van herbouw werden door Cunningham Lindsey vastgesteld op EUR 34.075,00 voor opruimingskosten, EUR 6.050,00 voor extra kosten op last van de overheid en EUR 16.193,00 voor huurderving
- De extra kosten op last van de overheid ad. EUR 6.050,00 zijn tot op heden niet door verzekerde gemaakt c.q. aangetoond
opnieuwwordt toegepast is derhalve onjuist. Op de eindafrekening - die in principe zal plaatsvinden nadat verzekerde de geplande herinvesteringen heeft laten uitvoeren en deze voldoende heeft aangetoond aan de expert van Cunningham Lindsey - zullen wij uiteraard wel de onderverzekeringsbreuk toepassen.
3.Het geschil
4.De beoordeling
6.198,00(2,0 punt × tarief € 3.099,00)