ECLI:NL:RBAMS:2019:4364

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 juni 2019
Publicatiedatum
19 juni 2019
Zaaknummer
C/13/667821 / KG ZA 19-645
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van veilingproces door ING Bank in kort geding wegens vermoedelijke fraude en hypotheekoverdracht

In deze zaak, die op 14 juni 2019 door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam is behandeld, hebben eisers, [eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2], een kort geding aangespannen tegen ING Bank N.V. De eisers zijn gezamenlijk eigenaar van een woning en hebben in januari 2019 een hypothecaire lening afgesloten bij ING. In april 2018 heeft ING de bankrelatie met [eiser bij dagvaarding sub 1] opgezegd vanwege vermeende betrokkenheid bij fraude. Dit leidde tot de eis van ING om de hypotheek in te lossen of over te sluiten, met de dreiging van openbare verkoop van de woning. De eisers hebben in het kort geding verzocht om schorsing van het veilingproces, omdat zij in onderhandeling waren over een nieuwe hypotheek bij MoneyYou en stelden dat zij geen betalingsachterstand hadden.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat ING in beginsel gerechtigd was de kredietrelatie op te zeggen, maar dat de vraag was of ING misbruik van bevoegdheid maakte door de veiling aan te kondigen. De rechter oordeelde dat de eisers voldoende aannemelijk hadden gemaakt dat zij op het punt stonden om de hypotheek over te sluiten en dat de veiling hen onevenredig zou schaden. De rechter heeft daarom het veilingproces voor de duur van een maand geschorst, zodat de eisers de kans kregen om hun hypotheekoverdracht te realiseren. De proceskosten werden tussen partijen verrekend, waarbij elke partij de eigen kosten droeg.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/667821 / KG ZA 19-645 AB/MvG
Vonnis in kort geding van 14 juni 2019
in de zaak van

1.[eiser bij dagvaarding sub 1] ,

2.
[eiser bij dagvaarding sub 2],
beiden wonende te [woonplaats] ,
eisers bij dagvaarding op verkorte termijn en herstelexploot van 13 juni 2019,
advocaat mr. R.E. Gerritsen te Amsterdam,
tegen
de naamloze vennootschap
ING BANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. A.L. de Vogel te Amsterdam.
Eisers zullen hierna gezamenlijk [eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] worden genoemd en gedaagde ING.

1.De procedure

Ter zitting van 14 juni 2019 hebben [eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] gesteld en gevorderd overeenkomstig de in kopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding en herstelexploot. ING heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening. Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
Ter zitting waren aanwezig:
[eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] , [naam aanwezige] en mr. Gerritsen,
aan de zijde van ING: mr. De Vogel.

2.De feiten

2.1.
[eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] zijn gezamenlijk eigenaar van het woonhuis met erf aan de [adres] in [woonplaats] . Op 5 januari 2019 hebben zij een hypothecaire geldlening voor een bedrag van € 812.500,-- afgesloten bij ING voor de aankoop van deze woning.
2.2.
In april 2018 heeft ING de bankrelatie met [eiser bij dagvaarding sub 1] , zijn ondernemingen en enkele van zijn familieleden opgezegd vanwege vermeende betrokkenheid bij fraude. Ook heeft zij de hypotheek van [eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] opgeëist en [eiser bij dagvaarding sub 1] geregistreerd in het Incidentenregister en Extern Verwijzingsregister.
2.3.
In een vonnis van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 13 juni 2018 is overwogen dat de fraude als zodanig niet is komen vast te staan, maar dat ING in de gegeven omstandigheden wel redelijkerwijs het vermoeden kon hebben dat sprake is geweest van dergelijke fraude, zodat van haar niet gevergd kon worden de bankrelatie met onder meer [eiser bij dagvaarding sub 1] te laten voortbestaan. Verder is overwogen dat het vermoeden van fraude de registratie van [eiser bij dagvaarding sub 1] in het Incidentenregister rechtvaardigde maar niet de registratie in het Extern Verwijzingsregister.
2.4.
Bij brief van 15 juni 2018 heeft ING bevestigd dat [eiser bij dagvaarding sub 1] is verwijderd uit het Extern Verwijzingsregister. Verder heeft ING in deze brief meegedeeld dat de hypothecaire lening van [eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] wordt afgewikkeld en dat zij bereid is met hen nadere afspraken te maken over de termijn waarop dat moest gebeuren.
2.5.
Bij brief van 24 oktober 2018 heeft ING [eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] meegedeeld dat de hypotheek uiterlijk per 31 december 2018 diende te zijn overgesloten dan wel te zijn ingelost, bij gebreke waarvan zij mogelijk zou overgaan tot openbare (executoriale) verkoop van de woning.
2.6.
[eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] hebben in oktober 2018 en februari en maart 2019 een hernieuwd hypotheekaanbod ontvangen van ING.
2.7.
In de periode van oktober 2018 tot en met mei 2019 hebben ING en [eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] , in de persoon van [naam aanwezige] , gesproken over het opschorten van de afwikkeling van de hypotheek. ING heeft daar telkens mee ingestemd, omdat [eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] meedeelden ieder moment de hypotheek te kunnen oversluiten.
2.8.
Met een (herstel)exploot van 29 mei 2019 heeft ING [eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] aangezegd dat hun woning zal worden geveild op 17 juli 2019 09.30 uur via de website
www.nationalevastgoedveiling.nl. Op deze website zal vandaag de veilingdatum worden aangekondigd.
2.9.
[eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] hebben een renteaanbod van 14 maart 2019 van MoneyYou B.V. en een offerte voor een lijfrente bankspaarrekening bij Brand New Day B.V. in het geding gebracht. Ter zitting hebben [eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] meegedeeld dat zij gisteren een nieuw renteaanbod van MoneyYou hebben ontvangen, dat zij hebben geaccepteerd.

3.Het geschil

3.1.
[eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] vorderen samengevat - ING te gebieden, op straffe van verbeurte van een dwangsom, om binnen twee uur na betekening van dit vonnis het aangekondigde veilingproces, waaronder begrepen een gebod op het vandaag laten plaatsen van de veilingdatum op de openbare veilingsite, te staken en gestaakt te houden, althans ING te gebieden het veilingproces voor onbepaalde tijd op te schorten, dan wel voor in goede justitie te bepalen termijn, met veroordeling van ING in de proceskosten.
3.2.
[eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] stellen, kort gezegd, dat ING onrechtmatig handelt door hun niet de tijd te gunnen de hypotheek over te sluiten. Deze handelswijze van ING levert misbruik van bevoegdheid op, omdat ING geen in redelijkheid te respecteren belang heeft bij de executie, nu zij aan hun hypotheekverplichtingen blijven voldoen en geen betalingsachterstand hebben. Zij verwachten op zeer korte termijn de hypotheek te kunnen oversluiten. Alle hobbels bij MoneyYou zijn genomen. [eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] hebben op 13 juni 2019 een tweede renteaanbod ontvangen dat zij hebben geaccepteerd en verwachten nu spoedig een hypotheekofferte te ontvangen. Mocht dat onverhoopt niet doorgaan, dan hebben zij een particuliere geldverstrekker achter de hand, maar bij hem zijn de financiële voorwaarden een stuk minder aantrekkelijk. Als vandaag de veiling van de woning op internet wordt aangekondigd, dan kunnen zij fluiten naar een hypotheek bij MoneyYou. [eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] hebben er groot belang bij dat hun woning niet wordt geveild, omdat zij bij een verkoop van de woning onevenredig grote en onherstelbare schade zullen lijden.
3.3.
ING heeft aangevoerd dat zij inmiddels zeven keer heeft meegewerkt aan uitstel of opschorting van het executietraject en dat het nu wel genoeg is. ING heeft er geen enkel vertrouwen in dat verder uitstel tot spoedige aflossing zal leiden. Bovendien hebben [eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] niet concreet duidelijk gemaakt dat op korte termijn alsnog de hypotheek kan worden afgewikkeld. Het renteaanbod van MoneyYou biedt slechts de mogelijkheid tot het vastzetten van de aangeboden rente en geeft [eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] geen zekerheid dat zij daadwerkelijk een offerte zullen ontvangen. De offerte van de lijfrente bankspaarrekening is geen hypothecaire financiering en kan niet worden gebruikt om op korte termijn de hypotheek af te wikkelen. [eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] zeggen weliswaar dat zij van een particuliere geldverstrekker geld kunnen lenen, maar enige stukken ter onderbouwing daarvan heeft ING nooit ontvangen. Tot slot heeft ING aangevoerd dat [eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] een betalingsachterstand hebben van € 12.688,04.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Net als in het vonnis van 13 juni 2018 is uitgangspunt dat ING in beginsel gerechtigd was de kredietrelatie met [eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] op te zeggen.
[eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] denken daar weliswaar anders over, maar dat vergt nader onderzoek naar de feiten, waarvoor dit kort geding zich niet leent. De inzet van dit kort geding is ook niet zozeer de rechtmatigheid van de opzegging, maar de vraag of ING misbruik van bevoegdheid maakt door nu de weg van de openbare veiling in te slaan.
4.2.
Als alleen wordt gekeken naar de gang van zaken gedurende de afgelopen maanden, waarbij ING telkens heeft ingestemd met uitstel, nadat [eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] , al dan niet via hun advocaat, de uitdrukkelijke verzekering hadden gegeven dat deze keer toch echt alternatieve financiering was gevonden, dan ligt de conclusie voor de hand dat het nu maar een keer afgelopen moet zijn.
4.3.
[eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] hebben echter voldoende aannemelijk gemaakt dat zij op dit moment bij ABNAMRO dochter MoneyYou werkelijk alle hobbels hebben genomen die aan een afwijzing van hun kredietaanvraag in de weg zouden kunnen staan. Er ligt een recent taxatierapport en de pensioenopbouw van [eiser bij dagvaarding sub 1] is voldoende inzichtelijk gemaakt. Verder is de BKR-registratie bij MoneyYou bekend en geen reden voor afwijzing. Ten slotte zitten de gesprekspartners bij MoneyYou op een zodanig hoog niveau, dat niet waarschijnlijk is dat die alsnog zullen worden teruggefloten. Kortom er is nu concreet uitzicht op spoedige aflossing.
4.4.
Volgens een recent taxatierapport, uitgebracht in opdracht van ING, zou de woning bij executoriale verkoop ongeveer € 500.000,00 opbrengen. Dit betekent dat [eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] met een aanzienlijke restschuld zouden blijven zitten.
Zij hebben er dus een groot belang bij dat een veiling wordt voorkomen. Een alternatief zou zijn dat zij ING aflossen via een overbruggingskrediet, maar dat zou volgens hun opgave € 70.000,00 extra kosten.
4.5.
Daar komt bij dat ING niet aannemelijk heeft kunnen maken dat er thans een betalingsachterstand is, laat staan dat daarover een boete verschuldigd zou zijn. Zij heeft dat wel gesteld, maar [eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] hebben overtuigend uitgelegd dat de rekeningen waarop in het verleden werd betaald door ING zijn geblokkeerd, dat daarom via een andere rekening moet worden betaald, maar dat ING de betalingen op die rekening niet tijdig heeft verwerkt.
4.6.
Daartegenover staat het belang van ING om nu eindelijk eens af te komen van de kredietrelatie met [eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] , in wie zij geen vertrouwen meer hebben. Dat belang wordt in de gegeven omstandigheden echter niet noemenswaardig geschaad als de veiling nog één keer wordt uitgesteld. Dit zou volgens mededeling van de advocaat van ING tot eind augustus zijn.
Gelet op de onevenredigheid tussen het belang van ING om vast te houden aan een veiling op 17 juli en het belang van [eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] dat daardoor wordt geschaad, kan ING in redelijkheid niet tot uitoefening komen van haar bevoegdheid om nu onverwijld tot veiling over te gaan. De voorgenomen executie zal dan ook met een maand worden geschorst. Mocht de herfinanciering onverhoopt niet rond komen, dan zullen [eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] tijdig hun toevlucht moeten nemen tot een overbruggingskrediet.
4.7.
Gelet op de wettelijk voorgeschreven termijn zou de veiling vandaag moeten worden aangekondigd. Ook dat gaat dus niet door. ING heeft weliswaar betwist dat een dergelijke aankondiging alleen al roet in het eten bij de herfinanciering zou gooien, maar dat risico kunnen [eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] zich niet veroorloven.
4.8.
De vordering van [eiser bij dagvaarding sub 1] en [eiser bij dagvaarding sub 2] zal worden toegewezen zoals hierna is vermeld.
4.9.
Nu partijen over en weer gedeeltelijk in het ongelijk worden gesteld, zullen de proceskosten tussen hen worden verrekend zoals hierna is vermeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
schorst het door ING aangekondigde veilingproces voor de duur van een maand,
5.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.3.
verrekent de proceskosten aldus dat elke partij de eigen kosten draagt,
5.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Beukenhorst, voorzieningenrechter civiel, bijgestaan door mr. M.F. van Grootheest, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 14 juni 2019. [1]

Voetnoten

1.type: MvG