ECLI:NL:RBAMS:2019:4881

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
26 juni 2019
Publicatiedatum
9 juli 2019
Zaaknummer
C/13/667308 / KG ZA 19-598
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over wedertewerkstelling en conservatoir beslag door Chief Marketing Officer

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 26 juni 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een Chief Marketing Officer (CMO) en zijn werkgever, ICRON Technologies Europe B.V. De eiser, die sinds februari 2017 in dienst was, had een kort geding aangespannen om zijn non-actiefstelling ongedaan te maken en om wedertewerkstelling te vorderen. De eiser had eerder conservatoir beslag gelegd op de bankrekeningen van zijn werkgever, wat leidde tot een verstoorde arbeidsrelatie. De werkgever voerde aan dat de arbeidsrelatie duurzaam was ontwricht en dat de eiser disfunctioneerde. De voorzieningenrechter oordeelde dat de eiser met het leggen van beslag te ver was gegaan, wat de verhoudingen met de werkgever ernstig had verstoord. De rechter weigerde de gevraagde voorzieningen en verwees de eiser in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van een goede arbeidsrelatie en de verantwoordelijkheden van een werknemer in een leidinggevende functie.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/667308 / KG ZA 19-598 AB/MAH
Vonnis in kort geding van 26 juni 2019
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser bij dagvaarding van 7 juni 2019,
advocaat mr. M.J. Leenhouts te 's-Hertogenbosch,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ICRON TECHNOLOGIES EUROPE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. M. Ritmeester te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser] en Icron worden genoemd.

1.De procedure

Ter zitting van 18 juni 2019 heeft [eiser] gesteld en gevorderd overeenkomstig de in kopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Icron heeft een conclusie van antwoord in het geding gebracht en verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening. Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
Ter zitting waren aanwezig:
- [eiser] met mr. Leenhouts;
- aan de zijde van Icron: [naam 1] ( [functie] ) en [naam 2] , met mr. Ritmeester.

2.De feiten

2.1.
Icron is een van oorsprong Turks bedrijf dat wereldwijd opereert en software-oplossingen verzorgt voor het optimaliseren van bedrijfsprocessen.
Icron is opgezet door de broer van de huidige [functie] , [naam 1] . Gezamenlijk houden de broers 92% van de aandelen in de moedermaatschappij van Icron.
2.2.
[eiser] is sinds 1 februari 2017 bij Icron in dienst als VP Marketing (ook wel Chief Marketing Officer of CMO genoemd) krachtens arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De artikelen 2, 3, 5, 7 , 8 en 10 van deze overeenkomst luiden, voor zover relevant, als volgt:
Art 2. Position
2.1
The employee is appointed in the position of VP Marketing. In this position the employee will report to Managing Director/ [functie] (…).
Art. 3 Work location
3.1
The work location for the employee at the commencement of the contract of employment shall be ICRON (…) AMSTERDAM, but the employer reserves the right to change this.3.3 Employee is required to attend the Company (or any Company in the group) premises in order to attend meetings, briefings, training courses and marketing functions which are reasonably necessary for the proper performance of Employee’s duties.
Art. 5. Remuneration
5.1
The employee shall, in case of full-time employment, receive a salary of € 100.000,- gross, including 8% holiday allowance and “general expenses” gross per month.(…)
5.3
In addition to this base salary, the Employee shall be entitled to a bonus of 40.000,- Euro, of which 30K Euro will be based on target License sales, according to a bonus scheme (Annex 1). The employer reserves the right to unilaterally change the bonus scheme. Remaining 10K Euro will be based on a basis scrum of deliverables as per attached list. (…)
Art. 7. Operating assets
(...)
7.2
The employer will make a mobile phone available to the employee and will reimburse the costs for its use per month, on condition that the employee’s use thereof for business purposes is at least 10%.7.3 The employer will provide a lease car up to a lease cost of € 1200,- per month (excluding VAT and fuel) to the employee for the performance of his job. (..)
(…)
7.5
If and as soon as the employment terminates or the employee is suspended, and if and as soon as the employee does not perform any activities for more than 6 consecutive weeks for other reasons, the employee will be obliged to return the assets that have been made available to him/her (…).
Art. 8. Holidays
8.1
Per Calendar year the employee in full-time employment is entitled to 20 paid holidays to be taken in consultation with the employer. (..)8.2 (…)
Art. 10. Pension scheme and other schemes
No pension agreement will be offered to the employee. Employee can instruct employer to deduct a to be determined amount as employee contribution from his gross salary and have employer pay this directly into his to be determined pension plan.
2.3.
Vanaf februari 2017 heeft [eiser] verzocht om wijziging van de bonusregeling, om 25 in plaats van 20 vakantiedagen en om een pensioenregeling. Hij heeft daarover overlegd en mails gewisseld met de toenmalige [functie] van Icron, [naam 3] , maar dit heeft niet tot overeenstemming geleid.
2.4.
Begin 2019 is [naam 1] , de opvolger van [naam 3] als [functie] , in overleg gegaan met [eiser] over de arbeidsrechtelijke kwesties. Ook dit overleg heeft niet tot overeenstemming geleid. Wel heeft Icron in april 2019 alle medewerkers met ingang van 1 januari 2019 een pensioenregeling aangeboden.
2.5.
Bij mail van 28 maart 2019 heeft [naam 1] aan [eiser] verboden om contact te hebben met analisten van met name Gartner, een belangrijke analistenorganisatie.
2.6.
Op 3 april 2019 heeft [eiser] een beslagrekest ingediend bij deze rechtbank, waarop bij beschikking van 10 april 2019 verlof is verleend. Daarbij is de vordering voor de helft summierlijk deugdelijk geacht, omdat “partijen volstrekt van mening verschillen over de uitgangspunten voor de bonus en over de vraag of en in hoeverre in 2017 en 2018 aan die uitgangspunten is voldaan” en is de vordering begroot op € 47.000,00 inclusief rente en kosten. Op grond van deze beschikking heeft [eiser] op 15 april 2019 conservatoir derdenbeslag gelegd onder ABN AMRO bank N.V. en onder ASML Netherlands B.V., een klant van Icron. Vervolgens heeft hij een dagvaardingsprocedure tot betaling van bonus, toekenning van pensioen en vakantiedagen aanhangig gemaakt.
2.7.
Op 8 april 2019 heeft Icron [eiser] uitgenodigd voor een gesprek in het bijzijn van beide advocaten. Het is niet gelukt een datum te vinden en een bespreking heeft dan ook niet plaatsgevonden.
2.8.
Op 16 april 2019 heeft [naam 1] aan [eiser] geschreven:
“Today I had a meeting with ICRON Regional Directors; [naam 4] , [naam 5] and [naam 6] and they all agree that we do not have a global marketing strategy and activities running. It is only webinars and they are not prepared and presented in a professional manner. Webinars are generating negative reaction from the market.
I want you to stop webinars as of today. It became a negative effect in company branding.”
2.9.
Op 17 april 2019 heeft [naam 1] aan [eiser] geschreven:
“(…)
The result out of 2.5 years, we have no sales closed and there is no even one client generated by marketing activities.
(…)I am tired to listen stories around how good you are doing your job in your emails that I started to receive from the beginning of 2019. (…) As the partner and [functie] of the company I am expecting to see results out of your 2.5 years work. (…) You supposed to have positive impact to ICRON business with your experience and work.
Also I should mention your last actions to arrest bank accounts of company and sending letter to clients to block payments through your lawyer. (…) the result is destroying company image on banks and most valuable client. That is why I kindly ask you to postponed your contact with any third party on behalf of the company up to time this problem resolved.”
2.10.
Ook bij e-mails van 24 en 29 april 2019 heeft [naam 1] zijn ontevredenheid over het functioneren van [eiser] aan hem kenbaar gemaakt.
2.11.
Bij e-mails van 23, 25 en 29 april en 8 mei 2019 heeft [eiser] gemotiveerd geprotesteerd tegen deze gang van zaken en de aantijgingen en heeft hij gevraagd om hem al zijn bevoegdheden terug te geven en hem in staat te stellen weer al zijn taken uit te oefenen.
2.12.
Op 16 mei 2019 heeft de advocaat van Icron aan de advocaat van [eiser] geschreven dat en waarom Icron het vertrouwen in [eiser] heeft verloren, dat overleg met hem niet mogelijk is gebleken en dat Icron een ontbindingsprocedure zal starten.
“ Until the proceedings have taken place, your client will be released from duties”. Daarbij is verder namens Icron gesteld dat een oplossing in der minne nog bespreekbaar is, maar dat mediation nu geen optie is, onder meer omdat [eiser] niet heeft gereageerd op het schikkingsvoorstel van Icron.
2.13.
Vervolgens heeft tussen partijen en hun advocaten nog een e-mailwisseling plaatsgevonden, waarbij van de kant van Icron de op non-actiefstelling van [eiser] is bevestigd. Op 27 mei 2019 is Icron namens [eiser] gesommeerd om de non-actiefstelling in te trekken.
2.14.
Icron heeft aan die sommatie geen gevolg gegeven en heeft op 29 mei 2019 bij de kantonrechter te Amsterdam een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [eiser] . Ter zitting heeft Icron meegedeeld dat de mondelinge behandeling zal plaatsvinden op 8 augustus 2019.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert kort gezegd om Icron te veroordelen:
tot opheffing van de non-actiefstelling en om hem binnen 24 uur na de datum van het vonnis gelegenheid te bieden de overeengekomen werkzaamheden die behoren tot de functie van VP Global Marketing/CMO in volle omvang te hervatten, op straffe van een dwangsom;
om hem, op straffe van een dwangsom, binnen 24 uur na de datum van het vonnis de beschikking te geven over
a. alle faciliteiten die behoren tot genoemde functie, waaronder de admin rechten voor Pardot, LinkedIn en Salesforce en alle ondersteunende teamleden waar hij tot voor kort over beschikte,
b. alle bevoegdheden die behoren tot die functie, waaronder het onderhouden van contact met alle relaties, analisten, conferentie-organisaties, klanten en leveranciers waar hij tot voor kort contact mee had;
3. om binnen 24 uur na de datum van het vonnis alle collega’s per e-mail te berichten dat [eiser] weer volledig werkzaam is in genoemde functie, op straffe van een dwangsom;
4. om binnen 24 uur na de datum van het vonnis schriftelijk te bevestigen dat [eiser] aanspraak houdt op alle bedrijfseigendommen die hem uit hoofde van de arbeidsovereenkomst toekomen;
5. in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.1.1.
[eiser] stelt zich op het standpunt dat de non-actiefstelling onterecht is en zeer schadelijk voor hem. Icron gedraagt zich niet als een goed werkgever en heeft hem ten onrechte vanaf maart 2019 het werken in toenemende mate onmogelijk heeft gemaakt. Van een verstoorde arbeidsverhouding is geen sprake en [eiser] functioneerde goed; dat blijkt onder meer uit de door hem in het geding gebrachte stukken waaronder mails van collega’s. Het enkele nastreven van beëindiging van de arbeidsovereenkomst is volgens vaste rechtspraak op zichzelf geen grond voor non-actiefstelling.
3.2.
Icron voert als volgt verweer.
3.2.1.
Van wedertewerkstelling (vorderingen 1 en 2) kan geen sprake zijn, omdat de arbeidsrelatie duurzaam is ontwricht en omdat [eiser] (al geruime tijd) disfunctioneert. Bij Icron is elk vertrouwen in hem weg, niet alleen in de relatie met [naam 1] , de [functie] , maar ook in die met andere werknemers.
3.2.2.
Vanaf de indiensttreding in februari 2017 heeft [eiser] getracht gunstiger arbeidsvoorwaarden te bedingen dan waren overeengekomen (bijvoorbeeld door pensioen te vragen en extra vakantiedagen). Ook meent hij recht te hebben op een hogere bonus dan hem is toegekend. Icron heeft geprobeerd hierover afspraken te maken, maar dat lukte niet. De aanhoudende discussies en door [eiser] gestarte procedures hebben de werkverhoudingen geen goed gedaan. Met de in april 2019 gelegde conservatoire derdenbeslagen is [eiser] te ver gegaan. Icron was onaangenaam verrast door deze onverhoedse stap; het beslag is gelegd kort na de uitnodiging door Icron aan [eiser] voor een nieuw gesprek over de arbeidsrechtelijke kwesties. De noodzaak van de beslagen ontgaat Icron bovendien, [eiser] had ook niet eerst om zekerheid gevraagd. Erger nog is dat een van de beslagen is gelegd onder een grote en belangrijke klant van Icron; zo de vuile was buiten hangen is zeer ongepast voor iemand in een verantwoordelijke functie als die van [eiser] en zeer schadelijk voor Icron.
3.2.3.
Daar komt bij dat er al langere tijd kritiek is op het inhoudelijk functioneren van [eiser] , waar ook herhaaldelijk met hem over is gesproken. Die kritiek houdt in dat hij:
- zich als een ‘zonnekoning’ gedraagt: hij denkt de inrichting van het werk te kunnen bepalen en trekt zich te weinig aan van de aanwijzingen van de [functie] , terwijl hij daaraan ondergeschikt is;
- vaak thuis werkt en te weinig op kantoor is in Amsterdam, terwijl daar volgens de arbeidsovereenkomst zijn standplaats is en hem herhaaldelijk is verzocht vaker aanwezig te zijn;
- half werk levert, met name in de zogenaamde APAC-regio;
- in de samenwerking met collega’s afspraken niet nakomt, moeilijk te bereiken is en niet de verantwoordelijkheid neemt die bij zijn functie past; deze problemen bestaan al sinds 2018;
- collega’s de toegang tot marketingplatforms e.d. onthoudt door hun niet de wachtwoorden te geven.
3.2.4.
[eiser] ziet dit alles niet in. Omdat de situatie onhoudbaar is geworden en er een belangrijk ‘marketing event’ is in juni 2019 in Barcelona (Gartner event) zag Icron geen andere optie meer dan [eiser] eenzijdig een “vrijstelling van werk” op te leggen. [eiser] is een “enorm risico voor de operaties” geworden.
3.2.5.
Icron meent dat de onder 3) gevorderde rectificatie moet worden afgewezen, ook als de vorderingen tot wedertewerkstelling onverhoopt zouden worden toegewezen. Zij kan niet gedwongen worden een rectificatie te doen die zij niet onderschrijft. Bovendien staat er hoger beroep open tegen het vonnis in kort geding.
3.2.6.
Nu van wedertewerkstelling geen sprake kan zijn, moet volgens Icron ook vordering 4) worden afgewezen. Wel heeft zij ter zitting toegezegd dat [eiser] de mobiele telefoon en de lease auto langer mag blijven gebruiken dan de in artikel 7.5 van de arbeidsovereenkomst bepaalde termijn van zes weken, die omstreeks 1 juli 2019 eindigt. [eiser] mag deze blijven gebruiken conform de artikelen 7.2 en 7.3 van de arbeidsovereenkomst tot aan de beëindigingsdatum die in de lopende ontbindingsprocedure door de kantonrechter Amsterdam – indien de vordering wordt toegewezen - zal worden vastgesteld.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat om een vordering tot wedertewerkstelling. Het spoedeisend belang volgt uit de aard van die vordering.
4.2.
Voor een ingrijpende maatregel als een op non-actiefstelling is slechts grond indien, alle omstandigheden in aanmerking genomen, van de werkgever in redelijkheid niet langer kan worden gevergd dat hij de werknemer tot de bedongen arbeid toelaat. Daarbij moet acht worden geslagen op de aard van de dienstbetrekking en de overeengekomen arbeid en op de overige bijzondere omstandigheden van het geval. Als algemeen uitgangspunt geldt verder dat partijen verplicht zijn zich als goed werkgever en goed werknemer te gedragen (artikel 7:611 van het Burgerlijk Wetboek).
4.3.
[eiser] heeft als Chief Marketing Officer een belangrijke functie binnen Icron. Hij is daar nog niet zo lang in dienst, ruim twee jaar, en was van meet af aan met de [functie] in de slag om wijziging van de bonusregeling, om meer vakantiedagen en om een pensioenregeling. Dat was op zichzelf zijn goed recht als werknemer en het stond hem zelfs vrij om een procedure tegen het bedrijf te beginnen, als hij vond dat langere tijd onvoldoende op zijn eisen werd ingegaan.
4.4.
Met het leggen van conservatoir beslag ten laste van zijn werkgever is hij echter te ver gegaan. Niet alleen werden daarmee voor de bedrijfsvoering bestemde gelden geblokkeerd. Veel belangrijker is dat een beslag onder de bank daar in het algemeen de alarmbellen doet afgaan en dat zowel de bank als een belangrijke cliënt hiermee deelgenoot werden gemaakt van een intern geschil tussen het bedrijf en haar Chief Marketing Officer, wat in ieder geval slechte publiciteit betekent. En dat niet omdat zijn salaris of emolumenten niet werden uitbetaald, maar vanwege onenigheid over bijkomende beloningen. Daar komt bij dat er geen enkele concrete aanwijzing was dat Icron, een bedrijf dat ook volgens [eiser] met dubbele cijfers groeit en dat nooit in gebreke was geweest met betaling van het reguliere loon, zijn vordering uiteindelijk niet zou kunnen betalen. Het argument dat Icron achter zou zijn met betalingen op een bepaald lease-contract en daarom niet langer goed voor haar geld zou zijn, overtuigt niet. Het heeft er alles van weg dat [eiser] met deze beslaglegging het bedrijf onder druk heeft willen zetten, maar voor een Chief Marketing Officer is dat gedrag van iemand die op weg is naar de uitgang. Hij had op zijn vingers kunnen natellen dat hij de verhoudingen met deze beslagen grondig en definitief verstoorde en het is dan ook terecht dat hij vervolgens – in afwachting van een beslissing op het ontbindingsverzoek – op non-actief werd gezet.
4.5.
De gevraagde voorzieningen zullen dan ook worden geweigerd. Als in het ongelijk gestelde partij wordt [eiser] verwezen in de proceskosten.
De afspraken over de telefoon en de auto zijn hiervoor onder 3.2.6. weergegeven. Icron wordt geacht zich ook zonder veroordeling daaraan te houden.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
weigert de gevraagde voorzieningen;
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, tot heden aan de zijde van Icron begroot op:
– € 639,00 aan griffierecht en
– € 980,00 aan salaris advocaat;
te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen indien [eiser] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan;
5.3.
veroordeelt [eiser] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 87,50 voor salaris advocaat, te vermeerderen met de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit vonnis plaatsvindt.
5.4.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Beukenhorst, voorzieningenrechter, en
mr. M.A.H. Verburgh, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 26 juni 2019. [1]

Voetnoten

1.type: mah