Uitspraak
2.De feiten
De procedure is verdeeld in fasen. De selectiefase is in september 2017 afgerond nadat IBM, die de huidige opdrachtnemer is, DXC, KPN en nog een andere partij waren geselecteerd. Op 19 oktober 2017 heeft UWV een eerste voorlopige uitnodiging tot inschrijving gepubliceerd. In december 2017 is deze onderhandelingsfase beëindigd.
voorwaardelijkedefinitieve inschrijvingen UWV de inschrijvers heeft verzocht om in de initiële inschrijving aan te geven welke voorwaarden en aannames zij willen hanteren zodat die kunnen worden meegenomen in de onderhandelingen.
Onduidelijkheden, onvolkomenheden, tegenstrijdigheden en instemmingstaat, voor zover van belang, het volgende:
Voorwaardenstaat, voor zover van belang, het volgende:
Stap 3: Beoordelen op eisen en onvoorwaardelijkheidstaat, voor zover van belang, het volgende:
Het gaat om de volgende diensten:
Diensten optioneel in scopestaat, voor zover van belang het volgende:
- Beveiligde directe internetontsluiting van het datacenter voor de E-Diensten van UWV en de internet-koppelingen met externe partijen.
- Ontsluiting van applicaties naar de werkplek van UWV, voor specifieke gevallen die niet (meer) vanuit de KWN Dienst ontsloten kunnen worden.
- Security Diensten ter realisatie van het security niveau van de uitgevraagde Hosting Diensten, in het geval dat het Datacenter van Inschrijver op niet door UWV of namens UWV beheerde omgevingen wordt aangesloten.
In eis 168.E
Delen van informatiestaat:
Gunningscriteria en wegingsfactorenis dit uitgewerkt. Het gunningscriterium prijs wordt gewogen aan de hand van bijlage 3-008 Prijzenblad. Hierin zijn zeven subgunningscriteria uitgewerkt, te weten: Vergoeding diensten (tabblad 3A Prijzenblad), Standaardwijzigingen (tabblad 4 Prijzenblad), Tariefkaart uren (tabblad 5 Prijzenblad), Transfervergoeding (tabblad 6a Prijzenblad), Transformatievergoeding (tabblad 7 Prijzenblad) Retransitievergoeding (tabblad 8 Prijzenblad) en Beëindigingsvergoeding (tabblad 9 Prijzenblad). De door de inschrijver bij deze criteria opgegeven prijzen vormen samen de Totale Kosten Inschrijver (TKI), waarmee een maximale score van 250 punten kan worden behaald.
Manipulatieve inschrijvingstaat – kort gezegd – dat een inschrijving die het beoordelingsmechanisme van UWV geweld aandoet of tracht aan te doen, wordt aangemerkt als een ongeldige inschrijving die door UWV wordt uitgesloten van de aanbesteding.
Inschrijving met abnormaal lage prijzenstaat:
In een meegestuurde bijlage heeft UWV de toegekende score van IBM op de kwalitatieve gunningscriteria gegeven.
KPN is op de tweede plaats geëindigd.
3.Het geschil
primairUWV op straffe van een dwangsom:
subsidairhet onder hiervoor onder 1 tot en met 4 en 6 (naar aanleiding van de herbeoordeling onder 4) gevorderde en
meer subsidiairhet onder 1, 2, 5 en 6 (naar aanleiding van de herbeoordeling onder 5) gevorderde.
meer subsidiairUWV op straffe van een dwangsom:
meest subsidiaireen of meer in goede justitie te achten maatregelen te gelasten, die recht doen aan de belangen van IBM, en UWV te veroordelen in de kosten van dit geding (inclusief nakosten), te vermeerderen met wettelijk rente.
en IBM te veroordelen in de kosten van deze procedure en in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.De beoordeling
niet voordat UWV met de Inschrijvers, inclusief de door hen ingeschakelde derden, afspraken heeft gemaakt over de vertrouwelijkheid van deze informatie.
In dat geval is het voor IBM belangrijk om de zekerheid te hebben dat toegang tot die (virtuele) Dataroom beperkt is tot de geselecteerde Opvolgende Leverancier.
Project activiteit / milestonede volgende
noteheeft opgenomen: Enkel in combinatie met project 0.3 Secure aansluiting op non-trusted omgeving. Verder heeft IBM op dat tabblad onder deze optionele dienst geen bedragen vermeld in de kolom
Projectkosten Inschrijveren
Totale kosten Inschrijver. Bij de optionele dienst onder 3) zijn wél prijzen genoemd.
IBM neemt zichzelf als zittend opdrachtnemer daarbij tot uitgangspunt en maatstaf, berekent dat DXC ongeveer 17% onder de door IBM geboden prijs moet hebben gezeten, en komt vervolgens tot de conclusie dat het niet anders kan dan dat DXC daarmee een irreëel lage prijs heeft geboden. Op basis van een dergelijk bewijs uit het ongerijmde kunnen verstrekkende voorzieningen als door IBM in dit kort geding gevorderd sowieso niet worden toegewezen. Daar is heel wat meer voor nodig.
Daar komt bij dat een nieuwkomer al gauw kansen en mogelijkheden zal zien die de, na zoveel jaren minder scherpe, zittende opdrachtnemer kunnen ontgaan. In dit verband is terecht gewezen op de wet van de remmende voorsprong. Ten slotte geldt dat UWV er geen enkel belang bij heeft om na zoveel jaren van voorbereiding in zee te gaan met een partij die irreële prijzen heeft geboden, om vervolgens onderwerp te worden van het zoveelste ICT-fiasco. Ook DXC heeft er overigens geen belang bij om een opdracht binnen te halen waarop zij alleen maar verlies gaat lijden.
Al met al had dit argument van IBM dus niet tot een andere uitkomst geleid.
980,00
980,00