ECLI:NL:RBAMS:2019:4970
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over ontruiming van perceel door informele vereniging
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 4 juli 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen twee besloten vennootschappen en een informele vereniging. De eiseressen, [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2], hebben de ontruiming van een perceel gevorderd dat in gebruik is genomen door het [naam vereniging]. De eiseressen hebben gesteld dat zij het perceel nodig hebben voor de ontwikkeling van een bedrijventerrein en dat de bezetting door het [naam vereniging] hen schade toebrengt. De gedaagden hebben verweer gevoerd en aangevoerd dat hun bezetting een protestactie is tegen de plannen van de eiseressen, die zij als onrechtmatig beschouwen.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de leden van het [naam vereniging] zich zonder recht of titel op het perceel bevinden, maar dat er op dit moment geen spoedeisend belang is voor de eiseressen om ontruiming te vorderen, aangezien zij pas na 1 september 2019 met hun werkzaamheden willen beginnen. De rechter heeft daarom de ontruiming tot die datum verboden, maar wel bepaald dat de gedaagden het perceel uiterlijk op 31 augustus 2019 moeten verlaten. De kosten van de ontruiming komen voor rekening van de gedaagden indien zij niet vrijwillig aan de veroordeling voldoen.
De uitspraak benadrukt de belangenafweging tussen de rechten van de eigenaar en de belangen van de bezetters, waarbij de rechter rekening houdt met de politieke en maatschappelijke context van de bezetting. De rechter heeft de proceskosten verrekend, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.