Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
Ter zitting waren aanwezig:
aan de zijde van de Gemeente [medewerker gemeente 1] en [medewerker gemeente 2] met mr. De Vries.
Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
2.De feiten
0.04 Inschrijving1. (…)2. De inschrijving dient te zijn voorzien van de volgende volledig ingevulde en ondertekende (door een vertegenwoordigingsbevoegde) documenten:-Inschrijvingsbiljet;-Inschrijvingsstaat;-Verklaring bestuurder omtrent rechtmatigheid inschrijving (volgens model K, ARW 2016);-Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA);(…)3. BewijsstukkenBewijsstukken moeten binnen 7 dagen worden overlegd na het daartoe gedane verzoek door of namens de aanbestedende dienst.(…)
Uw inschrijving is terzijde gelegd vanwege een ongeldige inschrijving i.v.m. het niet aantreffen van de Inschrijfstaat.
3.Het geschil
1.
primairde Gemeente te bevelen om, voor zover zij de opdracht nog wil gunnen, de opdracht te gunnen aan SRD;
2.
subsidiairde Gemeente te bevelen de inschrijving van SRD opnieuw te beoordelen, al dan niet nadat zij in de gelegenheid is gesteld om fouten bij de inschrijving te herstellen;
3.
meer subsidiairde Gemeente te bevelen de lopende aanbestedingsprocedure af te breken en haar te bevelen tot heraanbesteding;
4. alles op straffe van dwangsommen; en
5. met veroordeling van de Gemeente in de kosten van dit geding.
4.De beoordeling
Het inschrijfbiljet en de inschrijfstaat vormen tezamen de inschrijfsom. De bij de inschrijfstaat vermelde eenheidsprijzen vormen de basis voor de uiteindelijke vergoedingen bij de deelopdrachten. De eis dat de inschrijfstaat bij inschrijving moest worden ingediend, is gesteld om te voorkomen dat inschrijvers hun eenheidsprijzen na inschrijving nog zouden kunnen wijzigen, door daarmee te schuiven zonder de fictieve inschrijfsom te veranderen.
De proceskosten aan de zijde van de Gemeente worden begroot op:
980,00