In deze zaak heeft eiseres, werkzaam als redacteur bij het NRC Handelsblad, een Wob-verzoek ingediend bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. Het bestuursorgaan is verplicht om binnen vier weken op een Wob-verzoek te beslissen, maar deze termijn is overschreden. Eiseres heeft het bestuursorgaan in gebreke gesteld en beroep ingesteld bij de rechtbank. In het verweerschrift heeft het bestuursorgaan aangegeven dat het uiterlijk op 22 augustus 2019 een besluit zal nemen op het verzoek van eiseres. Eiseres verzoekt de rechtbank om een beslistermijn die maximaal 28 dagen na de uitspraak ligt. De rechtbank heeft deze datum als uiterste beslistermijn vastgesteld, omdat deze binnen de door eiseres geaccordeerde termijn valt.
De rechtbank heeft ook een hogere dwangsom vastgesteld dan gebruikelijk, namelijk € 250,- per dag in plaats van de gangbare € 100,-. Dit is gedaan omdat het bestuursorgaan een langere beslistermijn heeft gekregen dan normaal. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en het bestuursorgaan opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit bekend te maken. Tevens is bepaald dat het bestuursorgaan aan eiseres het betaalde griffierecht moet vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. M.J. van den Bergh op 26 juli 2019, zonder dat er een rechtszitting heeft plaatsgevonden.