ECLI:NL:RBAMS:2019:5616

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 augustus 2019
Publicatiedatum
31 juli 2019
Zaaknummer
7361760 CV EXPL 18-26109
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbillige boete in consumentenovereenkomst tussen Car4Share en huurder

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 6 augustus 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen Car4Share B.V. en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. De eiser, Car4Share, vorderde betaling van een boete van € 2.000,00 die aan [gedaagde] was opgelegd wegens het laten gebruiken van een gehuurde auto door een derde. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst tussen Car4Share en [gedaagde] een consumentenovereenkomst betreft, waarbij [gedaagde] als natuurlijk persoon handelt en Car4Share als rechtspersoon. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het boetebeding in de algemene voorwaarden van Car4Share oneerlijk is in de zin van de Richtlijn 93/13 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Dit omdat het boetebeding geen limiet stelt aan de te verbeuren boete en daarmee een onevenredig hoge schadevergoeding oplegt aan de consument. De kantonrechter heeft de vordering van Car4Share tot betaling van de boete afgewezen, maar heeft [gedaagde] wel veroordeeld tot betaling van de gebruikskosten van € 174,35, vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten dragen. De uitspraak benadrukt de bescherming van consumenten tegen onredelijke contractuele bedingen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 7361760 CV EXPL 18-26109
vonnis van: 6 augustus 2019

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de besloten vennootschap Car4Share B.V., h.o.d.n. Ioniq Car Sharing

gevestigd te Enter
eiseres
nader te noemen: Car4Share
gemachtigde: [naam gemachtigde]
t e g e n

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]
gedaagde
nader te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. J. El Haddouchi

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

De kantonrechter is uitgegaan van de volgende processtukken en/of proceshandelingen:
  • dagvaarding van 13 november 2018, met producties;
  • conclusie van antwoord;
  • instructievonnis;
  • conclusie van repliek, met producties;
  • conclusie van dupliek;
  • dagbepaling vonnis.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast:
1.1.
[gedaagde] heeft met Car4Share een overeenkomst afgesloten op grond waarvan [gedaagde] een door Car4Share ter beschikking gestelde auto kan huren en gebruiken voor een prijs van maximaal € 0,25 per minuut.
1.2.
In artikel 4.5 van de algemene voorwaarden van Car4Share (januari 2018) is het volgende bepaald:
“ Het is alle Klanten strikt verboden derden de mogelijkheid te bieden om Voertuigen van IONIQ car sharing te gebruiken. Het is voorts niet toegestaan dat de Klant informatie aan een derde geeft waarmee die derde Voertuigen kan reserveren, openen en/of gebruiken. Dit geldt ook als de derde zelf een Klant is van IONIQ car sharing doch met uitzondering van het gebruik door meerdere Klanten van een Corporate account zoals beschreven in sectie 3.3. Voor iedere overtreding verbeurt de Klant een contractuele boete van € 2.000,00,-, onverminderd het recht van IONIQ car sharing om verdere schadevergoeding te vorderen.
1.3.
Car4Share heeft [gedaagde] een aantal facturen toegezonden ter zake van gebruikskosten en een factuur d.d. 26 april 2018 ter zake van een boete ter hoogte van € 2.000,--.
1.4.
Car4Share heeft [gedaagde] herhaaldelijk aangemaand tot voldoening van voormelde facturen.

Vordering en verweer

2. Car4Share vordert dat [gedaagde] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
a. € 2.174,35 aan hoofdsom;
b. € 326,15 aan buitengerechtelijke incassokosten;
c. € 15,97 aan rente, berekend tot 13 november 2018;
d. rente over € 2.174,35 vanaf 13 november 2018;
e. de proceskosten.
3. Car4Share legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] in gebreke is gebleven met volledige betaling van de gebruikskosten ter hoogte van € 174,35 en een boete van € 2.000,00 voor het laten gebruiken van de auto door een derde. Aangezien zij incassomaatregelen heeft moeten treffen ter verkrijging van het openstaande bedrag, is [gedaagde] , naast de hoofdsom en rente, tevens buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd, aldus Car4Share.
4. [gedaagde] heeft verweer gevoerd. Op hetgeen hij naar voren heeft gebracht zal hierna worden ingegaan, voor zover dat voor de beoordeling van belang is.

Beoordeling

Gebruikskosten
5. [gedaagde] heeft in zijn conclusie van antwoord naar voren gebracht dat Car4Share de door haar gestelde overeenkomst niet in het geding heeft gebracht, zodat een deugdelijke grondslag voor de vordering van Car4Share ontbreekt. Car4Share heeft in haar conclusie van repliek, onder verwijzing naar haar dagvaarding, uiteengezet dat er tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen middels een app waar [gedaagde] een gebruikersaccount heeft moeten aanmaken. Bij haar conclusie van repliek heeft Car4Share tevens een machtiging voor een automatische incasso van de zijde van [gedaagde] gevoegd. Nu [gedaagde] bij conclusie van dupliek geen concreet verweer meer heeft gevoerd tegen de gevorderde gebruikskosten en hij niet heeft betwist dat hij gebruik heeft gemaakt van de gehuurde auto, worden de gebruikskosten (€ 174,35) toegewezen.

Boete

6. [gedaagde] heeft betwist dat hij een derde gebruik heeft laten maken van de door hem gehuurde auto. Verder heeft [gedaagde] betwist dat de algemene voorwaarden van Car4Share, waar Car4Share de door haar gevorderde boete op baseert, van toepassing zijn.
7. Naar het oordeel van de kantonrechter kan in het midden blijven of [gedaagde] de auto aan een derde in gebruik heeft gegeven en of de algemene voorwaarden van Car4Share van toepassing zijn. Immers, ook als de stellingen van Car4Share gevolgd worden, is de kantonrechter van oordeel dat de door Car4Share gevorderde boete afgewezen dient te worden. Daartoe is het volgende van belang.
8. De overeenkomst tussen Car4Share en [gedaagde] moet worden aangemerkt als een consumentenovereenkomst als bedoeld in Richtlijn 93/13 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (hierna: de richtlijn). Car4Share is immers een rechtspersoon die handelt in het kader van haar privaatrechtelijke bedrijfsactiviteit en [gedaagde] is een natuurlijk persoon, waarvan niet is gebleken dat hij bedrijfs- of beroepsmatig handelt. Artikel 4.5 van de algemene voorwaarden waarop Car4Share de gevorderde boete heeft gebaseerd, is een beding als bedoeld in artikel 3 lid 1 van de richtlijn, omdat het een standaardbepaling betreft waarover niet afzonderlijk is onderhandeld. De kantonrechter is dan ook verplicht om ambtshalve na te gaan of het beding oneerlijk is in de zin van de richtlijn, en moet dat beding vernietigen indien het beding oneerlijk is (Hoge Raad, 13 september 2013, ECLI:NL:HR: 2013:691).
9. Volgens artikel 3, lid 1, van de richtlijn oneerlijke bedingen (93/13/EG) wordt een beding in een overeenkomst als het onderhavige waarover niet afzonderlijk is onderhandeld, als oneerlijk beschouwd indien het, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort. Het boetebeding uit artikel 4.5 van de algemene voorwaarden behoort tot de bedingen die op de bij de richtlijn behorende indicatieve lijst staan, in bijzonder het boetebeding dat tot doel of tot gevolg heeft ‘de consument die zijn verbintenissen niet nakomt, een onevenredig hoge schadevergoeding op te leggen’.
10. Nu in het beding waarop de gevorderde boete is gebaseerd geen limiet is gesteld aan de te verbeuren boete, kan de boete oplopen tot een bedrag dat in geen redelijke verhouding meer staat tot de geleden schade. In het beding is bovendien bepaald dat naast de boete ook nog verdere schadevergoeding kan worden gevorderd. Op grond van het voorgaande wordt geoordeeld dat het beding het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van partijen ten nadele van [gedaagde] aanzienlijk verstoort. Van matiging door de kantonrechter kan ingevolge het arrest van het Hof van Justitie van 30 mei 2013 C-488/11( [naam arrest] ) geen sprake zijn. Artikel 4.5 wordt dan ook als een oneerlijk beding aangemerkt. Gelet op de jurisprudentie van het Hof van Justitie EU en de Hoge Raad moet het beding daarom buiten toepassing moet worden gelaten. Dat betekent dat de boete die op het beding is gegrond niet toewijsbaar is.
11. De gevorderde verschenen rente en buitengerechtelijke kosten worden afgewezen nu deze gelet op het vooroverwogene over een te hoog bedrag zijn berekend. De lopende rente wordt toegewezen als hierna vermeld.
12. Nu partijen over en weer op enig punt in het ongelijk zijn gesteld, zullen de proceskosten worden gecompenseerd.

BESLISSING

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Car4Share van:
- € 174,35 aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 november 2018 tot aan de voldoening;
compenseert de kosten in die zin dat ieder van partijen de eigen kosten draagt;
verklaart de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.J. van der Molen, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 6 augustus 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.