ECLI:NL:RBAMS:2019:5980
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen watervergunning voor Businesspark Amsterdam Osdorp
In deze zaak hebben buurtbewoners van de Lutkemeerpolder, vertegenwoordigd door Waternet, een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening te treffen tegen de verleende watervergunning voor het dempen en graven van oppervlaktewater in het gebied waar het Businesspark Amsterdam Osdorp gerealiseerd wordt. De voorzieningenrechter heeft op 13 augustus 2019 uitspraak gedaan in deze zaak. De achtergrond van het geschil ligt in een besluit van Waternet van 1 mei 2019, waarbij een watervergunning werd verleend voor de werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling van het businesspark. De verzoekster, die sinds 1993 de gronden van de gemeente Amsterdam pacht, heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om opschorting van de watervergunning totdat er duidelijkheid is over de bescherming van de Lutkemeerpolder.
Tijdens de zitting op 30 juli 2019 is de verzoekster bijgestaan door haar gemachtigde en zijn er verschillende vertegenwoordigers van Waternet en de vergunninghouder aanwezig geweest. De voorzieningenrechter heeft overwogen of de verzoekster als belanghebbende kan worden aangemerkt, ondanks dat zij geen recht of titel heeft om de gronden van de vergunninghouder te gebruiken. De voorzieningenrechter concludeert dat de verzoekster, als exploitant van een zorgboerderij in de nabijheid van de vergunde werkzaamheden, vooralsnog als belanghebbende moet worden aangemerkt.
De voorzieningenrechter heeft vervolgens de relevante regelgeving onder de Waterwet bekeken en geconcludeerd dat de belangen van de verzoekster bij het behoud van de Lutkemeerpolder niet onder de doelstellingen van de Waterwet vallen. Hierdoor kon de watervergunning niet worden geweigerd of opgeschort. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de waterhuishouding voldoende gewaarborgd is en dat de verleende watervergunning hoogstwaarschijnlijk in bezwaar zal standhouden. Het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.