Op 1 augustus 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 17 mei 2017 te Amsterdam een dodelijk verkeersongeval heeft veroorzaakt. De verdachte, geboren in 1996, reed als bestuurder van een personenauto door rood licht en heeft daarbij een voetganger, [naam slachtoffer], die zich op een voetgangersoversteekplaats bevond, aangereden. Het slachtoffer overleed een dag na de aanrijding aan de opgelopen verwondingen. Tijdens de zitting op 18 juli 2019 heeft de officier van justitie, mr. F.E.A. Duyvendak, gevorderd tot bewezenverklaring van de aanmerkelijke schuld aan het verkeersongeval. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. H. Bakker, pleitte voor vrijspraak, stellende dat er geen sprake was van aanmerkelijke onoplettendheid.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte, ondanks dat het verkeerslicht voor haar rood was, niet tijdig heeft gereageerd op de voetganger die al halverwege de oversteekplaats was. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van aanmerkelijk onoplettend rijgedrag, wat leidde tot de fatale aanrijding. De verdachte werd schuldig bevonden aan het veroorzaken van het verkeersongeval, en de rechtbank legde een taakstraf op van 120 uur, met een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor de duur van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het tijdsverloop tussen het ongeval en de uitspraak.
De rechtbank verklaarde het bewezen verklaarde strafbaar en sprak de verdachte vrij van andere ten laste gelegde feiten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op 1 augustus 2019.