Op 7 januari 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 15 september 2018 in Amsterdam samen met een medeverdachte goederen ter waarde van 158,06 euro heeft gestolen uit een Albert Heijn. De diefstal werd voorafgegaan en gevolgd door geweld tegen een aangever, die de verdachte trachtte tegen te houden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich met kracht heeft losgerukt en de aangever in zijn hand heeft gebeten. De officier van justitie heeft de verdachte vervolgd voor diefstal in vereniging met geweld, terwijl de verdediging stelde dat er geen bewijs was voor het gebruik van geweld. De rechtbank heeft op basis van camerabeelden en getuigenverklaringen geoordeeld dat er sprake was van medeplegen en dat het geweld bewezen kon worden. De verdachte is veroordeeld tot een ISD-maatregel van twee jaar zonder aftrek van voorarrest, gezien zijn recidive en de ernst van het feit. De rechtbank heeft de maatregel opgelegd om de veiligheid van de maatschappij te waarborgen en om de verdachte de kans te geven zijn leven op de rit te krijgen.