ECLI:NL:RBAMS:2019:6341

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 augustus 2019
Publicatiedatum
27 augustus 2019
Zaaknummer
7328709 CV EXPL 18-24766
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Annulering koopovereenkomst auto door verkoper op basis van algemene voorwaarden en afnameverplichting koper

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 27 augustus 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen DSW Beheer B.V. en Tesla Motors Netherlands B.V. over de annulering van een koopovereenkomst voor een Tesla-voertuig. DSW had op 9 april 2018 een koopovereenkomst gesloten met Tesla Motors, waarbij een aanbetaling van € 4.000,00 werd gedaan. Tesla Motors annuleerde de koopovereenkomst omdat DSW het voertuig niet binnen de afgesproken termijn had afgenomen. DSW vorderde terugbetaling van de aanbetaling, maar Tesla Motors verweerde zich door te stellen dat de aanbetaling niet terugbetaald hoefde te worden op basis van de algemene voorwaarden, die stipuleerden dat bij niet-afname de aanbetaling verviel.

De rechtbank oordeelde dat DSW niet aan de afnameverplichting had voldaan, aangezien de uiterlijke afnamedatum was vastgesteld op 22 mei 2018 en DSW deze datum niet had gehaald. De rechtbank concludeerde dat Tesla Motors gerechtigd was om de koop te annuleren en dat de aanbetaling van € 4.000,00 niet terugbetaald hoefde te worden. DSW werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van contractuele verplichtingen en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichtingen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 7328709 CV EXPL 18-24766
vonnis van: 27 augustus 2019
fno.: 560

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de besloten vennootschap DSW Beheer B.V.,

gevestigd te Drachten,
eiseres,
nader te noemen: DSW,
gemachtigde: mr. H.L. Thiescheffer,
t e g e n

de besloten vennootschap Tesla Motors Netherlands B.V.,

gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
nader te noemen: Tesla Motors,
gemachtigde: mrs. A. al Mansouri en R. van Baarlen

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

  • dagvaarding van 29 oktober 2018, met producties;
  • antwoord met producties;
  • instructievonnis;
  • repliek met productie;
  • dupliek;
  • dagbepaling vonnis.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast:
1.1.
Op 9 april 2018 hebben DSW en Tesla Motors een koopovereenkomst gesloten, die inhoudt dat Tesla Motors een voertuig van het merk Tesla aan DSW levert, tegen betaling van een koopprijs van € 149.030,00 (hierna: het voertuig). De koopprijs zou worden gefinancierd door een derde partij.
1.2.
Op 10 april 2018 heeft de heer [naam 2] , DGA van DSW, een bedrag van € 4.000,00 aan Tesla Motors betaald ter aanbetaling.
1.3.
In de algemene voorwaarden, die op de koopovereenkomst van toepassing zijn, is onder meer het volgende bepaald:
“(…)status van uw Betaling van bestelling; Inventaris/gecertificeerde occasion: Het bedrag van de betaling van uw bestelling (d.w.z. € 4.000,00 (…)) kan niet worden terugbetaald. We maken aanzienlijke kosten voor de voorbereiding en de coördinatie van de levering van uw Voertuig, inclusief transportlogistiek, alsmede herbevoorradingskosten.Speciale omstandigheden. (…) we behouden ons het recht voor om uw bestelling op elk moment voorafgaand aan de geplande leverdatum te annuleren middels een kennisgeving aan u, indien er sprake is van een fout in de prijsstelling of indien u de normen en procedures van Tesla in uw gedragingen ten opzichte van het personeel van Tesla hebt geschonden.(…)Levering: we stellen u van tevoren op de hoogte van de datum waarop wordt verwacht dat uw Voertuig klaar staat voor levering van bij uw lokale Tesla Service center, of op een andere locatie indien we anderszins zijn overeengekomen, en tenzij we in strijd met deze Overeenkomst hebben gehandeld, komt u hierbij overeen om uw Voertuig binnen een week vanaf deze datum in ontvangst te nemen. Indien u niet in staat bent het Voertuig binnen een week in ontvangst te nemen, neem dan contact met ons op om extra tijd te vragen (…) Indien u niet in staat bent om het Voertuig binnen de aangegeven periode, inclusief een eventueel door ons verleende verlenging, in ontvangst te nemen, wordt de betaling van uw bestelling niet terugbetaald krachtens de paragrafen onder ‘Status van uw Betaling van bestelling’ hierboven en wordt het voertuig voor andere klanten te koop gezet. (…)”
1.4.
Tussen partijen heeft de volgende mailwisseling plaatsgevonden.
op 23 april 2018 heeft [naam 1] (hierna [naam 1] ) namens Tesla Motors aan [naam 2] geschreven:
“(…) Heb je al reactie van de Lage Landen of een andere kredietverstrekker inzake je financial lease? De tesla staat hier en we willen graag op korte termijn een aflevering plannen.”In een e-mail van diezelfde datum heeft [naam 2] als volgt gereageerd:
“(…) We hadden afgesproken dat ik na 6 weken de auto kon ophalen. We zijn bezig met het bedrijf overzetten naar BV, en daaruit kan ik via de [naam bank] fiat krijgen voor de auto. (…)”[naam 1] heeft daarop nog bericht
: “Oke geen probleem, we waren alweer 2 weekjes verder dus was even benieuwd.”Op 25 april 2018 heeft [naam 1] vervolgens onder meer het volgende geschreven:
“(…) We hebben een bijzondere situatie. Zoals in het begin afgesproken konden we de Tesla Model S P100D aanbieden met een fikse prijsaanpassing als we deze kwartaal 1 nog aan je konden afleveren. Helaas hebben we kwartaal 1 niet gered ondanks dat jij ook je best hebt gedaan om het voor elkaar te krijgen. Echter krijgen we nu het bericht dat ze vanuit Tesla Amerika deze order willen annuleren omdat het nu te lang duurt. Wij zijn afhankelijk van de beslissingen uit Amerika en ik heb alles uitgelegd (…). Kun je mij bevestigen per welke datum Tesla de € 149.030 op de rekening heeft staan? Op basis van die datum ga ik mijn uiterste best doen het hoofdkantoor te overtuigen dat ze deze aankoop niet moeten annuleren.”Op 27 april 2018 heeft [naam 2] daarop aan [naam 1] onder meer geschreven: “
De reden dat ik je belde of het 6 weken kon uitgesteld was omdat we bezig zijn met rechtsvorm te veranderen. (…) Er is door jou gezegd dat dat geen probleem is mits aanbetaling en contract tekenen, dit is netjes gedaan. (…) vind het wel een beetje raar dat dat u veranderd. Wat mij betreft mag deze auto verkocht mits er een zelfde met de zelfde prijs en voorwaarden later wordt geleverd.”Op 30 april heeft [naam 1] vervolgens aan [naam 2] bericht: “
Het is inderdaad een plotselinge verandering wat ook mij verrast. De vraag uit Amerika is simpelweg of we dan ook 100% zekerheid hebben of de auto afgenomen wordt en betaald wordt.”Op 1 mei 2018 heeft [naam 2] geschreven dat hij het contract heeft getekend en een aanbetaling heeft gedaan en dat hij zekerheid heeft, omdat hij dat anders niet zou hebben gedaan.
1.5.
Per [social media] berichten aan [naam 2] heeft [naam 1] vervolgens verschillende keren verzocht om een datum waarop de Tesla zou worden afgenomen, laatstelijk op 17 mei 2018. Daarbij heeft [naam 1] bericht dat hij probeert het hoofdkantoor ervan te overtuigen dat ze niet tot annulering van de koop moeten overgaan, maar dat hij dan wel bevestiging van [naam 2] nodig heeft over de afnamedatum. Anders, zo heeft [naam 1] bericht, “
cancellen ze alles en ben je ook € 4.000,00 kwijt. Zoals de afgelopen dagen gevraagd, zou ik graag een definitieve datum willen inplannen”
1.6.
Het voertuig is niet door DSW afgenomen en Tesla heeft de koop geannuleerd.

Vordering

2. DSW vordert dat Tesla Motors bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
a. € 4.000,00 aan hoofdsom;
b. € 525,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
c wettelijke rente over € 4.000,00 vanaf 29 oktober 2018;
d. de proceskosten.
3. DSW stelt hiertoe, samengevat en zakelijk weergegeven, dat Tesla Motors ten onrechte de koopovereenkomst heeft beëindigd en zich de aanbetaling van € 4.000,00 heeft toegeëigend. Omdat de koopovereenkomst eenzijdig is beëindigd, dient Tesla Motors voormeld bedrag aan DSW te retourneren. DSW heeft dit bedrag onverschuldigd betaald, aldus DSW.

Verweer

4. Tesla Motors verweert zich tegen de vordering. Het verweer komt bij de beoordeling aan de orde.

Beoordeling

5. Kern van het geschil tussen partijen betreft de vraag of DSW aanspraak kan maken op terugbetaling van het bedrag van € 4.000,00. Om die vraag te beantwoorden is het van belang om vast te stellen wat partijen zijn overeengekomen over de aanbetaling en de eventuele terugbetaling daarvan. Het betreft een zakelijke overeenkomst.
6. Tesla Motors heeft zich op het standpunt gesteld dat zij niet tot terugbetaling van de aanbetaling is gehouden, omdat DSW de auto niet heeft afgenomen binnen de daarvoor geldende termijn. Tesla Motors was daarom op grond van de koopovereenkomst gerechtigd de koop te annuleren. De aanbetaling blijft volgens Tesla Motors verschuldigd, op grond het bepaalde in de algemene voorwaarden.
7. Partijen twisten over de vraag wat is overeengekomen met betrekking tot de afname van het voertuig. Anders dan Tesla Motors heeft betoogd, is vast komen te staan dat DSW bij monde van [naam 2] en Tesla Motors bij monde van [naam 1] hebben afgesproken dat DSW het voertuig binnen zes weken na het sluiten van de koopovereenkomst zou afnemen. Hoewel Tesla Motors een dergelijke afspraak heeft betwist, volgt het bestaan van deze afspraak uit de hierboven onder 1.4 weergegeven e-mailcorrespondentie. Daarin verwijst [naam 2] naar die afspraak en [naam 1] betwist die afspraak vervolgens niet, maar bevestigt die impliciet door zijn reactie:
“Okee geen probleem, we waren twee weekjes verder dus was benieuwd.”Dit betekent dat er van wordt uitgegaan dat partijen, in afwijking van de afnametermijn van één week, een termijn van zes weken hebben afgesproken waarbinnen DSW de auto diende af te nemen. In dat geval zijn partijen het erover eens dat de uiterlijke afnamedatum 22 mei 2018 was (zie conclusie van repliek onder 3 en conclusie van antwoord onder 5.2).
8. Het kan aan DSW worden toegegeven dat Tesla Motors verschillende keren bij DSW heeft aangedrongen op afname van het voertuig op een eerder moment dan 22 mei 2018. Daartoe was DSW dus niet verplicht. DSW heeft zich echter niet aan haar afspraak gehouden om het voertuig uiterlijk op 22 mei 2018 af te nemen. Tesla Motors heeft DSW op 17 mei 2018 via [social media] berichten verzocht om een concrete datum voor afname van het voertuig te noemen. Tesla Motors heeft daarbij ook gewaarschuwd dat de koop zou worden geannuleerd en dat de aanbetaling dan niet zou worden terugbetaald (zie 1.5). DSW was daarvoor dus gewaarschuwd. DSW heeft daarop naar Tesla Motors niet gereageerd, althans dat is in deze procedure niet gebleken. Het voertuig is evenmin afgenomen.
9. In de algemene voorwaarden is bepaald dat Tesla Motors het voertuig niet meer hoeft te leveren als de klant niet binnen de overeengekomen termijn afneemt en dat de aanbetaling dan niet wordt terugbetaald. Op 24 mei 2018 heeft Tesla Motors aan DSW medegedeeld dat zij de koop heeft geannuleerd. Die mededeling heeft DSW op dat moment bereikt en de annulering geldt dan ook vanaf dat moment. Anders dan DSW heeft betoogd, is een voorafgaande ingebrekestelling daarvoor niet nodig. Het gaat hier immers niet om een ontbinding van de overeenkomst als bedoeld in artikel 6:265 BW, maar om een eenzijdige annulering op grond van bepalingen in algemene voorwaarden, dus op grond van hetgeen partijen zijn overeengekomen. Daarin is niet opgenomen dat een ingebrekestelling is vereist.
10. DSW heeft nog gesteld dat partijen op 24 mei 2018 nog in onderhandeling waren over een afnametermijn en dat Tesla Motors daarom geen beroep op de algemene bepalingen kan doen. Volgens DSW kan dat worden afgeleid uit het feit dat [naam 2] op 24 mei 2018 nog bij Tesla Motors op kantoor is gekomen voor een gesprek. Naar aanleiding daarvan verkeerde DSW in de veronderstelling dat verder kon worden onderhandeld, aldus DSW. Tesla Motors heeft dit gemotiveerd betwist.
11. Anders dan DSW heeft betoogd, kan uit het enkele feit dat er op 24 mei 2018 een gesprek zou plaatsvinden niet worden afgeleid dat Tesla Motors verder zou willen onderhandelen. Dat enkele feit is daarvoor onvoldoende, mede ook gelet op de eerder gestuurde [social media] op bijvoorbeeld 17 mei 2018. In het gesprek zelf is de annulering van de koop medegedeeld en daar past niet bij dat er van de zijde van Tesla Motors bereidheid was om verder te onderhandelen over verlenging van de afnametermijn. Er zijn geen andere omstandigheden gesteld op grond waarvan DSW dat voorafgaand aan het gesprek wel mocht verwachten. Tesla Motors kan zich dus op de afspraken in de algemene voorwaarden beroepen.
12. Ten slotte heeft DSW in punt 5 van de conclusie van repliek gesteld dat
“zowel DSW als [naam 1] in de veronderstelling verkeerden dat de aanbetaling van € 4.000,00 zou worden terugbetaald. DSW verwijst ter onderbouwing van die aanname naar een [social media] bericht van 30 mei 2018 van [naam 2] aan [naam 1] , waarin [naam 2] heeft geschreven:
“ik heb nog geen geld ontvangen op mijn rekening. Zou je dat na kunnen kijken?”en een reactie van [naam 1] op 2 juni 2018 waarin hij heeft bericht: “
ik heb het doorgestuurd, maar nog geen reactie”. Voorts heeft DSW gewezen op een e-mail van [naam 2] aan [naam 1] van 12 juli 2018, waarin hij onder meer heeft geschreven:
“24 mei ben ik bij jullie geweest en toen kreeg ik de melding van jullie dat de order geannuleerd is (…) en dat mijn aanbetaling van 4000 euro al teruggestort zou zijn op mijn rekening. Dit geld heb ik tot op heden niet ontvangen. Ook werd mij verteld dat als ik een andere Tesla wilde kopen ik eerst opnieuw een aanbetaling moest doen. (…)”In punt 7 van de conclusie van repliek heeft DSW gesteld dat “
[naam 1] op 24 mei 2018 vertelde dat de aanbetaling van € 4.000,00 zou worden teruggestort”.
13. Tesla Motors heeft betwist dat [naam 1] een toezegging tot terugbetaling heeft gedaan en zich op het standpunt gesteld dat uit de [social media] berichten niet kan worden afgeleid dat van een toezegging sprake is geweest. [naam 1] zegt alleen toe het verzoek van DSW door te sturen, aldus Tesla Motors.
14. Hieromtrent wordt het volgende overwogen. In de dagvaarding is de vordering tot terugbetaling niet gegrond op een betalingstoezegging die op 24 mei 2018 zou zijn gedaan, noch op een mededeling op 24 mei 2018 van [naam 1] dat de aanbetaling al zou zijn teruggestort. De in de conclusie van repliek ingenomen stellingen, zoals hiervoor onder 12. zijn weergegeven, zijn niet eenduidig. Mede gelet op de eerdere [social media] berichten van 17 mei 2018 (zie onder 1.5.) is onvoldoende gesteld dat op 24 mei 2018 door [naam 1] een toezegging is gedaan dat de aanbetaling zou worden geretourneerd. Daarom zal er geen gelegenheid worden geboden tot bewijslevering van een dergelijke toezegging.
15. Gelet op alle omstandigheden is het niet in strijd met de redelijkheid en billijkheid dat Tesla Motors zich op de algemene bepalingen beroept en niet tot terugbetaling van de aanbetaling overgaat.
15. Het voorgaande leidt ertoe dat de vordering van DSW niet toewijsbaar is.
17. DSW dient als de in het ongelijk gestelde partij met de proceskosten te worden belast.

BESLISSING

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt DSW in de proceskosten, die aan de zijde van Tesla Motors tot op heden begroot worden op € 480,00 aan salaris van de gemachtigde, voor zover van toepassing, inclusief btw;
veroordeelt DSW in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 90,00 aan salaris gemachtigde, te verhogen met een bedrag van € 68,00 en de explootkosten van betekening van het vonnis, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw, onder de voorwaarde dat DSW niet binnen veertien dagen na aanschrijving volledig aan dit vonnis heeft voldaan en betekening van het vonnis pas na veertien dagen na aanschrijving heeft plaatsgevonden;
verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.J. van der Molen, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 27 augustus 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.