Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 12 december 2018,
- het rapport van het Internationaal Juridisch Instituut van 17 mei 2019,
- de conclusie na deskundigenbericht van [eiseres] ,
- de akte van [gedaagde] en
- de nagekomen productie (Nederlandse vertaling van een brief) van [gedaagde] .
2.De verdere beoordeling
Yassari, Die Brautgabe nach iranischem Recht, Das Standesamt, 2003, p. 201) (…)
Bahar azadigoudstukken) veelal buitengerechtelijke afspraken worden gemaakt. Daarnaast kan het afgesproken bedrag weliswaar ‘exorbitant’ zijn, maar dit levert geen problemen op zolang de echtgenoten met elkaar gehuwd blijven en het om die reden niet tot een uitkering van de afgesproken uitgestelde bruidsgave komt. In het geval van echtscheiding ontstaan echter veelal problemen, waarbij de bruidsgave als pressiemiddel kan worden ingezet. Indien de man niet wil of niet kan betalen, kan hij de echtscheiding onder omstandigheden vertragen totdat de vrouw (gedeeltelijk) ‘vrijwillig’ afziet van betaling van de afgesproken bruidsgave. De vrouw kan dan ook vrijwillig afstand doen van de bruidsgave; er is geen sprake van een wettelijke verplichting voor de vrouw om de bruidsgave volledig op te eisen, hoewel ze daartoe bevoegd is. (…) Uit het advies van de externe correspondent mag overigens verder blijken dat de echtgenoten ook na het sluiten van de huwelijksovereenkomst afzonderlijke en afwijkende afspraken kunnen maken over de hoogte van de bruidsgave (artikel 10 Iraans BW).
Family Protection Actuit 2013 tracht een oplossing aan te reiken voor extreem hoge bruidsgaven, maar laat de ‘contractuele vrijheid’ van de echtgenoten overeind om de hoogte van de bruidsgave zelf overeen te komen en stelt geen limiet aan de hoogte van de bruidsgave. De vrouw houdt recht op een bruidsgave van 110 goudstukken maar over hogere bedragen dient te worden geprocedeerd. Is de man niet in staat om het bedrag te voldoen, dan kan worden voorzien in een aflossingsregeling op basis van betalingstermijnen. (…)
Bahar Azadigoudstukken.
Bahar azadigoudstukken (ca. € 30.000,-), dan dient er te worden geprocedeerd en kan de draagkracht van de man worden meegewogen in de rechterlijke beslissing over vorderingen met betrekking tot de (uitgestelde) bruidsgave die nog hoger liggen. Een aflossing in termijnen is dan, bijvoorbeeld, mogelijk. De vordering van de vrouw voor het ‘surplus’ blijft evenwel opeisbaar vanaf het moment dat de man weer voldoende draagkracht of financiële ruimte heeft voor het aflossen van de bruidsgave.
Bahar azadigouden munten verschaffen het voordeel van wettelijke zekerheid (in verband met een dreigende detentiestraf indien deze hoeveelheid niet wordt voldaan), maar dit betekent niet dat de echtgenoot gekweten wordt van zijn verplichting om het ‘surplus’ te voldoen. De bruidsgave betreft geen (enkel) symbolische rechtshandeling binnen het Iraanse rechtssysteem maar komt overeen met breed gedragen maatschappelijke opvattingen en gebruiken in Iran.
Bahar Azadigoudstukken door [gedaagde] zullen moeten worden afgelost. [gedaagde] heeft echter (wederom) geen stukken ingediend van het Iraanse gerecht dat oordeelt over de echtscheiding. De brief van de advocaat van [gedaagde] is ook niet meer dan een beschrijving van het Iraanse recht over (de betaling van) de bruidsgave. In die brief wordt niet concreet ingegaan op de procedure tussen partijen; welke vorderingen daar zijn ingediend en bijvoorbeeld over hetgeen al is besproken ter terechtzitting. De rechtbank gaat daarom voorbij aan het verweer van [gedaagde] dat de vorderingen moeten worden afgewezen, omdat de Iraanse rechter een oordeel zal geven over de bruidsgave.
Bahar Azadigoudstukken (ongeveer € 30.000), de draagkracht van de man een rol kan spelen. Ten aanzien van het ‘surplus’ (boven 110 goudstukken) is naar het Iraanse recht een juridische procedure verplicht en in die procedure kan rekening worden gehouden met het vermogen van de man en met zijn draagkracht. Het meerdere kan zo nodig worden voldaan in termijnen. Verder maakt de rechtbank uit het IJI-rapport op dat de aanspraak van de vrouw op de bruidsgave niet vervalt. Zij kan deze opeisen wanneer de financiële situatie van de man betaling weer toelaat.
Bahar Azadigouden munten dient te voldoen aan [eiseres] en, indien hij niet voldoet aan die veroordeling, een bedrag van € 30.000. Zoals uit het IJI-rapport volgt, is de man dat bedrag verschuldigd ongeacht zijn persoonlijke financiële situatie.
3.De beslissing
25 september 2019voor het nemen van een akte door [gedaagde] over hetgeen is vermeld onder 2.7, waarna [eiseres] op de rol van vier weken daarna een antwoordakte kan nemen,