Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
4.Bewijs
1.De verklaring van verdachte ter terechtzitting.
Een proces-verbaal van observatie 6 oktober 2017 met nummer 13 210 van 6 oktober 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [opsporingsambtenaar 1] , [opsporingsambtenaar 2] , [opsporingsambtenaar 3] , [opsporingsambtenaar 4] , [opsporingsambtenaar 5] , [opsporingsambtenaar 6] en [opsporingsambtenaar 7] (pag. 06 205-207).
Een proces-verbaal van bevindingen met nummer 13 212 van 6 oktober 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 8] (pag. 06 212-214).
Een proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk met nummer 13 339 van 9 november 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 8] , met bijlagen (pag. 06 438-485).
Een proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk met nummer 13 360 van 7 november 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 8] , met bijlagen (pag. 06 486-538).
Een proces-verbaal van bevindingen persoonscertificering KIWA met nummer 13 332 van 10 november 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [opsporingsambtenaar 9] en [opsporingsambtenaar 8] (pag. 06 413).
5.Motivering van de straf
6.Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling
7.Toepasselijke wettelijke voorschriften
- 22c, 22d, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- 1a (oud), 2 en 6 van de Wet op de economische delicten;
- 9.2.2.1 (oud) van de Wet Milieubeheer;
- 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit.
8.Beslissing
medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd.
[verdachte], daarvoor strafbaar.
120 (honderdtwintig) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 60 (zestig) dagen, met bevel dat de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van deze straf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van twee uren per dag.
240 (tweehonderdveertig) urenmoet verrichten. Beveelt, voor het geval dat de veroordeelde deze taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 (honderdtwintig) dagen.