Uitspraak
verweerster,
advocaat mr. M.C.M. van Ruitenbeek-Kossen te Haarlem,
[verweerster sub 2],
- het verzoekschrift met producties, ter griffie binnengekomen op 18 februari 2019;
- de beschikking van 2 mei 2019, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling, gehouden op 15 juli 2019, met de daarin genoemde stukken, waarbij de rechtbank opmerkt dat in het proces-verbaal [verweerster sub 2] ten onrechte als verweerder is aangemerkt. Uit de door mr. Van Ruitenbeek-Kossen gevoerde correspondentie en het door haar ingediende verweerschrift blijkt dat zij zich slechts als advocaat voor [verweerster sub 1] heeft gesteld.
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
EUR 18.984,--, een vordering uit hoofde van een lening aan [verweerster sub 2] van EUR 65.000,-- en een algemene reserve van EUR 127.494,--. Vast staat verder dat de jaarstukken 2013-2015 van [verweerster sub 1] niet bij de KvK zijn gedeponeerd en dat [verweerster sub 1] ook anderszins geen enkel inzicht heeft geboden in de financiën van [verweerster sub 1] gedurende die periode. Verder is niet in geschil dat op de door haar overgelegde jaarrekening 2016 geen controle is toegepast en dat deze slechts is samengesteld op basis van de door de directie van [verweerster sub 1] verstrekte gegevens.
EUR 1.383,00(2 punten × tarief EUR 543,00)