ECLI:NL:RBAMS:2019:7046
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- J. Knol
- C.A. van Dijk
- M. Lambregts
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van de vordering tot uitstel van de voorwaardelijke invrijheidstelling in een strafzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 22 augustus 2019 uitspraak gedaan over de vordering tot uitstel van de voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.) van een veroordeelde. De vordering was ingediend door de officier van justitie op 11 juli 2019, met als doel de v.i. van de veroordeelde uit te stellen voor de duur van 90 dagen. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en het reclasseringsadvies, waarin werd gesteld dat de veroordeelde niet bereid was om de aan de v.i. te verbinden voorwaarden na te leven. De rechtbank heeft ook de deskundige R. Nuyens gehoord, die de zorgen van de reclassering bevestigde.
De veroordeelde was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van voorarrest, en kwam op 26 augustus 2019 in aanmerking voor v.i. De reclassering had echter geadviseerd om de v.i. uit te stellen, gezien het risico op recidive en de agressieve houding van de veroordeelde. Tijdens de zitting heeft de officier van justitie de vordering tot uitstel gehandhaafd, terwijl de raadsvrouw van de veroordeelde pleitte voor afwijzing van de vordering, stellende dat de veroordeelde aan zijn toekomst werkt binnen de penitentiaire inrichting.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de houding van de veroordeelde ten aanzien van de bijzondere voorwaarden niet was veranderd en dat er incidenten waren geweest tijdens zijn detentie die de zorgen van de reclassering onderstreepten. Daarom heeft de rechtbank de vordering tot uitstel van de v.i. toegewezen en bepaald dat de v.i. voor 90 dagen wordt uitgesteld.