ECLI:NL:RBAMS:2019:7138
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen een kantonrechter in een civiele procedure
In deze zaak heeft de Wrakingskamer van de Rechtbank Amsterdam op 17 september 2019 een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door een verzoeker die zich gedaagd voelde in een civiele procedure, geregistreerd onder zaaknummer 761648 CV 19-6437. De verzoeker stelde dat een door de eisende partij overgelegd document, een urenstaat van een advocaat, in strijd was met artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en dat dit document buiten beoordeling moest blijven. De verzoeker betoogde dat het dwingen tot onderhandelen over dit gefabriceerde document de onpartijdigheid van de rechter in gevaar bracht.
De rechter, mr. F.J. Lourens, heeft tijdens de zitting van 29 augustus 2019 niet ingestemd met de wraking en heeft aangegeven dat de urenstaten wel als basis konden dienen voor eventuele onderhandelingen. De Wrakingskamer oordeelde dat er geen objectieve gronden waren voor de vrees dat de rechter partijdig was. De verzoeker had geen feitelijke onderbouwing voor zijn claims en de rechter had geen inhoudelijk oordeel gegeven over de urenstaten. De Wrakingskamer concludeerde dat het verzoek tot wraking niet kon slagen en dat de procedure in de onderliggende zaak moest worden voortgezet.
De beslissing van de Wrakingskamer benadrukt het belang van objectieve gronden voor wraking en bevestigt dat de rechter in beginsel wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij het tegendeel kan worden aangetoond. De uitspraak is definitief en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.