Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 25 oktober 2018, met producties,
- de conclusie van antwoord, met een productie,
- het tussenvonnis van 22 mei 2019, waarbij een comparitie van partijen is bepaald,
- het proces-verbaal van comparitie van 17 juli 2019,
- de brief van 30 juli 2019 van [eiseres] met opmerkingen over het proces-verbaal.
2.De feiten
zero-cost-knock-in-collarmet de bank overeengekomen, met ingangsdatum 1 november 2005, een looptijd van tien jaar en een hoofdsom van € 6.000.000. Deze
zero-cost-knock-in-collarbestond uit een
interest rate floor(hierna:
floor) met een
knock-inniveau van 1,95% en een
strikeniveau van 3,35%, en uit een rente
cap(hierna:
cap) met een maximale rente van 4,4%.
zero-cost-knock-in-collareen aanzienlijke waarde vertegenwoordigde. De bank heeft [eiseres] daarop in een telefoongesprek van 24 oktober 2006 gewezen, waarna [eiseres] de
cap, als onderdeel van de
zero-cost-knock-in-collar, heeft beëindigd en de bank de positieve waarde daarvan heeft uitgekeerd. De
flooris toen niet beëindigd.
interest rate cap(hierna:
cap) en een
callable interest rate swap(hierna:
callable swap). Op 26 november 2007 heeft [naam 1] hierover telefoongesprekken gevoerd met [naam 2] (hierna: [naam 2] ), een treasury adviseur van de bank. Blijkens het transcript van de gesprekken is – voor zover relevant – het volgende besproken (SP1 is [naam 1] en SP2 is [naam 2] ):
interest rate swap, rechtbank]. Uhm. Startdatum 3 december 07 tot, eh, 3 december 2012. Uhm. Over drie maanden, dus dat is twee dagen, eh, twee werkdagen voor 1 maart, eh, 08 gaan we kijken, gaat die hoger of lager dan 405.
capen
callable swapaan [eiseres] bevestigd. De
capmet een maximale rente van 5% is afgesloten voor een hoofdsom van € 6.000.000 en een looptijd van vijf jaar. In de door partijen ondertekende brief over de
callable swapstaat – voor zover relevant – de volgende afspraak vermeld:
callable swapniet tussentijds beëindigd.
knock-inniveau van de
floorvoor twee jaar (tot 1 februari 2011) zou worden verlaagd van 1,95% naar 1 %, waarvoor [eiseres] een vergoeding aan de bank zou betalen. Daardoor zou [eiseres] 3,35% rente betalen over
€ 6.000.000 indien de driemaands-Euribor zou dalen onder 1%. Hiervoor heeft [eiseres] een bedrag van € 83.000 betaald aan de bank. De bank heeft deze constructie bij brief van 19 januari 2009 aan [eiseres] bevestigd.
callable swap, 3,35% aan rente uit hoofde van de
floorover € 6.000.000 heeft betaald.
callable swaponjuiste en/of niet volledige informatie heeft verschaft en dat zij besluiten heeft genomen die zij bij juiste en/of volledige informatie niet zou hebben genomen. Bij brief van 21 februari 2018 is ABN AMRO namens [eiseres] aansprakelijk gesteld voor de geleden schade. Op 2 juli 2018 heeft ABN AMRO aansprakelijkheid afgewezen.
callable swapvalt niet onder de UHK, omdat [eiseres] ten tijde van het afsluiten van dit rentederivaat volgens het UHK kwalificeerde als professionele partij.
3.Het geschil
callable swapnooit hebben afgesloten. Verder heeft de bank tot tweemaal toe verzuimd haar toezegging na te komen dat zij de
callable swapzou beëindigen bij een kapitaalmarktrente hoger dan 4,05%. De bank is aansprakelijk voor de schade die [eiseres] door dit alles heeft geleden.
callable swapbewust heeft afgesloten om te speculeren op de ontwikkeling van de rente en dat de bank niet heeft toegezegd om de
callable swapna een korte periode te zullen beëindigen. Daarnaast doet ABN AMRO een beroep op eigen schuld van [eiseres] .
4.De beoordeling
Schending zorgplicht?
callable swapin combinatie met de
capafgesloten, terwijl [eiseres] zich uitsluitend tot de bank had gewend om het risico van de stijgende Euribor af te dekken. De bank had moeten volstaan met het adviseren van de
cap. Door ook de
callable swap– een uiterst speculatief product – te adviseren dat bovendien ongeschikt is voor het afdekken van renterisico’s, liep [eiseres] het risico dat zij zou kunnen worden geconfronteerd met extra rentelasten indien de driemaands-Euribor onder het niveau van de
floorzou dalen. Het advies van de bank om ook de
callable swapaf te sluiten heeft geleid tot een
overhedge. De bank heeft [eiseres] ten onrechte niet gewezen op het risico van de met de
overhedgegepaard gaande extra rentelasten, aldus [eiseres] .
floormet een
knock-inniveau van 1,95% en
strikeniveau van 3,35% voor een hoofdsom van € 6.000.000 als onderdeel van de
zero-cost-knock-in-collar. De bank heeft ter afdekking van het renterisico de
capvoor een hoofdsom van € 6.000.000 en looptijd van vijf jaar geadviseerd. Tegelijkertijd heeft de bank voor dezelfde onderliggende kredietfaciliteit de
callable swapmet dezelfde hoofdsom en looptijd geadviseerd. Op de comparitie is gebleken dat tussen partijen niet langer in geschil is dat de
callable swapniet diende om het risico van een rentestijging af te dekken, maar om de premie die [eiseres] aan de bank voor de aankoop van de
capmoest betalen te financieren en dat die premie is verdisconteerd in de hoogte van de te betalen rente onder de
callable swap. Tussen partijen is ook niet in geschil dat sprake was van een
overhedge, omdat voor dezelfde kredietfaciliteit van € 6.000.000 meerdere rentederivaten zijn afgesloten, namelijk enerzijds een combinatie van de
flooren de
capen anderzijds de
callable swap.
overhedgehad potentieel verstrekkende gevolgen voor de rentelasten van [eiseres] . Een wezenlijk kenmerk van de
callable swapis de in de brief van 28 november 2007 (zie 2.6.) beschreven voorwaarde waarin staat dat de bank het recht heeft om voor het eerst op 28 februari 2008 en vervolgens op elke herzieningsdatum de swap te beëindigen. Als de bank haar beëindigingsrecht niet uitoefent heeft dat tot gevolg dat de swap voor de duur van de looptijd van vijf jaar in stand blijft, ook al was de bedoeling van partijen dat [eiseres] de
callable swapslechts voor enkele maanden zou hebben en zou profiteren van het rentevoordeel. In het geval dat de bank geen gebruik zou maken van haar recht om de
callable swaptussentijds te beëindigen zou [eiseres] de afgesproken vaste rente aan de bank moeten blijven betalen tegenover de ontvangst van de door bank te betalen variabele rente. Indien dan ook de driemaands-Euribor zou dalen tot het
knock-inniveau van de
floor, zou [eiseres] naast de rente van 4,05 % uit hoofde van de
callable swapook de rente van 3,35 % uit hoofde van de
floormoeten betalen. Dit risico heeft zich ondanks de verlaging van het
knock-inniveau van de
floortot 1% (zie 2.10.), medio 2009 ook daadwerkelijk verwezenlijkt.
callable swapniet door de bank is gewaarschuwd voor het hiervoor onder 4.5. beschreven specifieke renterisico van de combinatie van producten en de daardoor ontstane
overhedge. Hoewel uit het transcript van het telefoongesprek van 26 november 2007 (zie 2.5.) kan worden afgeleid dat [naam 1] begreep wanneer de bank van haar recht om de
callable swapte beëindigen gebruik zou kunnen maken (zie verder hierna onder 4.17.), brengt de hiervoor onder 4.1. genoemde zorgplicht met zich dat de bank uit eigen beweging [eiseres] bij de advisering van de
callable swapop de specifieke renterisico’s had moeten wijzen. Anders dan de bank heeft betoogd doet daaraan niet af dat [naam 2] destijds verwachtte dat de kapitaalmarktrente zich zodanig zou ontwikkelen dat de bank wellicht al na een kwartaal, dan wel na een half jaar, de
callable swapzou beëindigen. Met de omstandigheid dat de bank niet van haar beëindigingsrecht gebruik zou maken moest immers ook rekening worden gehouden. Het betoog van de bank dat [eiseres] de
callable swapbewust en goed geïnformeerd heeft afgesloten slaagt niet. Met dit betoog miskent de bank dat uit de gedragingen en uitlatingen van [eiseres] (of [naam 1] ) niet volgt dat [eiseres] zonder waarschuwing heeft kunnen voorzien dat zij de hiervoor onder 4.5 omschreven risico’s liep. Bovendien heeft [eiseres] er terecht op gewezen dat de bank bij haar advies om de
callable swapaf te sluiten ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de omstandigheid dat voor dezelfde kredietfaciliteit al een
floorwas afgesloten. Uit het transcript van het telefoongesprek van 22 december 2008 (zie 2.8.) kan worden afgeleid dat [naam 2] zich dat bij de advisering over de
callable swapkennelijk niet realiseerde. Immers, in dit telefoongesprek heeft [naam 2] tegen [naam 1] gezegd dat hij er niet aan had gedacht dat de
floornog liep en dat hij de
floorwas vergeten. Van de bank mocht echter worden verwacht dat zij zich voorafgaand aan haar advies om een nieuw rentederivaat voor dezelfde kredietfaciliteit af te sluiten had verdiept in de status van de al eerder door [eiseres] afgesloten rentederivaten en de mogelijke risico’s waartoe de combinatie van rentederivaten zou kunnen leiden.
callable swapniet te wijzen op het risico van de potentieel dubbele rentelasten als gevolg van de ontstane
overhedge, terwijl zij daartoe wel was gehouden. De gevorderde verklaring voor recht zal daarom worden toegewezen met de aanpassingen die in de beslissing zijn vermeld.
floor, hij de rente uit hoofde van de
callable swapèn de
floormoest betalen. In het telefoongesprek zegt hij immers dat als de rente onder de ondergrens van de floor daalt, hij “dubbel genaaid” is. Daarom is de ondergrens van de floor in januari 2009 tegen een vergoeding verlaagd naar 1% voor twee jaar. Vervolgens is de driemaands-Euribor medio 2009 onder de verlaagde ondergrens gekomen, waardoor [eiseres] ook de rente uit hoofde van de
floorvan 3,35% moest betalen. Op dat moment was [eiseres] daadwerkelijk bekend met de schade bestaande uit de extra rentelasten en had zij gerede aanleiding om te veronderstellen dat zij door de bank in deze positie was gebracht.
callable swapniet te wijzen op het risico van de potentieel extra rentelasten als gevolg van de ontstane
overhedge, reeds in 2014 is verjaard en moet worden afgewezen. Het voorgaande geldt ook voor zover de schadevergoedingsvordering is gebaseerd op onrechtmatige daad. De vordering om de bank te veroordelen tot vergoeding van de door [eiseres] geleden schade zal daarom worden afgewezen. De verjaring van de schadevergoedingsvordering staat aan een verwijzing naar de schadestaat in de weg. Aan de bespreking van het eigen schuldverweer wordt niet toegekomen.
callable swapen de
cap. Volgens [eiseres] heeft de bank toen aan haar meegedeeld dat de kapitaalmarktrente (de lange rente) zou gaan stijgen, terwijl de bank op grond van meerdere indicatoren had moeten weten dat een recessie en een rentedaling werden verwacht. Die indicatoren zijn de sterk gestegen inflatie en de vorm van de Yield curve. Door de onjuiste en onvolledige mededelingen over de renteverwachtingen was [eiseres] in de veronderstelling dat zij gedurende drie maanden een vaste rente van 4,05% zou betalen en dat zij op 1 maart 2008 van de
callable swapaf zou zijn. Als [eiseres] had geweten dat de daadwerkelijke renteverwachtingen anders waren dan [naam 2] had gepresenteerd, dan had [eiseres] ervoor gekozen om de premie voor de
capte betalen en had zij niet de
callable swapafgesloten. Pas recentelijk is [eiseres] gebleken dat de bank destijds verwachtte dat de kapitaalmarktrente zou gaan dalen en dat de mededelingen van de bank over haar renteverwachtingen onjuist zijn geweest, zodat haar schadevergoedingsvordering niet is verjaard, aldus [eiseres] .
callable swapop 1 maart of 1 april 2008 zou beëindigen.
callable swapin het licht van de toekomstige ontwikkeling van de relevante rente, dan ook redelijkerwijs niet de verwachting ontlenen dat de bank de swap na drie maanden of een half jaar zou beëindigen. De bank is in dit opzicht niet tekortgeschoten in de nakoming van haar zorgplicht jegens [eiseres] bij het afsluiten van de
callable swap. Aangezien [eiseres] aan de gestelde onrechtmatige daad geen andere feiten ten grondslag heeft gelegd dan die hiervoor zijn besproken, bestaat er ook geen grond voor het oordeel dat ABN AMRO onrechtmatig heeft gehandeld. De vraag of de vordering van [eiseres] te dien aanzien is verjaard of vervallen, behoeft geen bespreking meer.
callable swapzou worden beëindigd indien de kapitaalmarktrente hoger dan 4,05% zou zijn, de
callable swaptot tweemaal toe niet heeft beëindigd. Zowel op 29 mei 2008 als op 28 augustus 2008 lagen de tarieven voor een dergelijke
swapmet een looptijd van vier of vijf jaar aanzienlijk hoger dan 4,05%. Door op de genoemde data haar toezegging om de
callable swapte beëindigen niet na te komen is ABN AMRO toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van haar verplichtingen, aldus [eiseres] .
callable swapop een specifieke datum. Een
callable swapgeeft de bank het recht deze te beëindigen, maar niet de plicht. Het is uitsluitend aan de bank om te bepalen of, en zo ja, wanneer zij van haar recht gebruik maakt. Ofschoon ABN AMRO de door [eiseres] gestelde rentepercentages betwist, was de marktrente in de eerste helft van 2008 niet zodanig gestegen dat zij haar recht om de
callable swapte beëindigen wilde uitoefenen. Ook hierover heeft [eiseres] tot het gesprek op 10 augustus 2016 geen klachten of bezwaren geuit, zodat haar vordering is verjaard of vervallen, aldus ABN AMRO.
callable swapzou worden beëindigd indien de marktrente hoger dan 4,05% zou zijn. De strekking van een mededeling moet door de rechter worden vastgesteld aan de hand van hetgeen partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen overeenkomstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mochten toekennen, hebben afgeleid en van hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (de ‘Haviltex-maatstaf’).
callable swapsamen met de
captelefonisch op 26 november 2007 afgesloten. Bij brief van 28 november 2007 heeft de bank de condities en voorwaarden van de
callable swapbevestigd. Uit het transcript van het telefoongesprek (zie 2.5.) blijkt dat [naam 2] de kenmerken van de
callable swapaan [naam 1] heeft uitgelegd. Zo is hij gewezen op het feit dat de bank eenzijdig het recht heeft om de swap al dan niet te beëindigen op bepaalde data en dat de bank, afhankelijk van de marktrente, elke drie maanden zal beoordelen of zij daartoe zal overgaan. Daarbij heeft [naam 2] uitgelegd dat de bank dan bekijkt of de rente gedurende een bepaalde periode hoger of lager is dan de swaprente (“eigenlijk moet je dan kijken van: is die 405, eh, op, eh, zeg maar 1 maart tot, eh, tot, eh, december 2012, is het, eh, is de rente, eh, vergelijkbaar hoger of lager dan die 405.”) en dat de bank dan ook kan beslissen om de swap te laten doorlopen (“er zit ook nog een stukje tijd en verwachtingswaarde van de optie in. Als, als, als de bank verwacht dat het, eh, een kwartaal later iets beter is om ‘m, eh, om ‘m te exercisen, dan laten we ‘m nog een kwartaaltje doorlopen”). Dat [naam 1] dit begreep volgt uit zijn mededeling dat de bank elke drie maanden zal bepalen of zij “door wil”. Ook volgt uit zijn mededeling “ik dacht steeds dat je dan naar de drie maands Euribor kijkt, maar je kijkt dus naar de kapitaalmarkrente” dat hij begreep dat de bank de kapitaalmarktrente hanteerde als maatstaf om te bepalen of zij haar beëindigingsrecht zou uitoefenen. Ten slotte is in de bevestigingsbrief (zie 2.6.) in niet mis te verstane bewoordingen vermeld dat de bank het recht, maar niet de plicht heeft om de
callable swapop de overeengekomen herzieningsdata te beëindigen. De conclusie is dat [eiseres] de mededelingen van de bank in het telefoongesprek van 26 november 2007 in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs niet heeft mogen opvatten als een verplichting van de bank om de
callable swapte beëindigen als de kapitaalmarkrente op de overeengekomen herzieningsdata hoger dan 4,05% zou zijn.
5.De beslissing
callable swapin november 2007,