ECLI:NL:RBAMS:2019:7267

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
2 oktober 2019
Publicatiedatum
2 oktober 2019
Zaaknummer
13/669101-18
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet met betrekking tot cocaïne

Op 2 oktober 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die op 15 november 2018 te Amstelveen opzettelijk 2.840 gram cocaïne aanwezig heeft gehad. De rechtbank oordeelde dat de verklaring van de verdachte ongeloofwaardig was, aangezien hij tijdens zijn vlucht een tas met cocaïne bij zich droeg. De rechtbank baseerde haar oordeel op de feiten en omstandigheden die tijdens de zitting naar voren kwamen, waaronder de observaties van agenten die de verdachte en zijn medeverdachten in de gaten hielden. De verdachte werd op 20:15 uur aangehouden en had sporen van zijn vlucht op zijn kleding. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte opzettelijk handelde in strijd met de Opiumwet. De officier van justitie had een gevangenisstraf van één jaar geëist, maar de rechtbank besloot tot een gevangenisstraf van negen maanden, rekening houdend met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan. De rechtbank heeft ook bepaald dat de inbeslaggenomen goederen aan de verdachte worden teruggegeven, omdat er geen verband met het bewezenverklaarde feit kon worden vastgesteld.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/669101-18 (Promis)
Datum uitspraak: 2 oktober 2019
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] ( [land van herkomst] ) op [geboortedag] 1990,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
wonende [adres 1] .

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 18 september 2019.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. M.M. van den Berg, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. E.M. Steller, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – na wijziging op de terechtzitting - ten laste gelegd dat hij op of omstreeks 15 november 2018 te Amstelveen opzettelijk aanwezig heeft gehad (ongeveer) 2.840 gram cocaïne, in elk geval een materiaal bevattende cocaïne, in elk geval een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.

3.Waardering van het bewijs

3.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak van het tenlastegelegde bepleit. Kort gezegd kan de rechtbank volgens hem niet buiten gerede twijfel vaststellen dat de aangetroffen tas met cocaïne in het bezit is geweest van verdachte.
3.3.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit. [1]
Feiten en omstandigheden
Op 15 november 2018 om 18:45 uur reden twee agenten in burger gekleed in een onherkenbaar politievoertuig op de [adres 2] in Amstelveen. Bij huisnummer [huisnummer 1] passeerden zij drie mannen die hen opvielen. De mannen liepen opvallend langzaam en keken veelvuldig om zich heen. Zij leken hun omgeving goed in de gaten te houden en bleven regelmatig even stilstaan. De mannen hadden een Oost-Europees uiterlijk en droegen donkere kleding. Bij huisnummer [huisnummer 2] bleven de mannen bij een BMW met Duits kenteken staan. Op het moment dat de agenten de mannen opnieuw passeerden, keerden de mannen om en liepen zij terug in de richting van de [adres 3] . Bij huisnummer [huisnummer 3] bleven de mannen in de schaduw op een zeer donkere plek staan. [2] Eén van de mannen liep vervolgens terug naar de BMW en stapte als bestuurder in. De andere twee mannen liepen langzaam verder in de richting van de [adres 3] , terwijl de BMW in dezelfde richting wegreed. Vlak voor de [adres 3] gingen de BMW en de twee lopende mannen rechtsaf een doodlopend stuk van de [adres 2] in. De BMW werd in een heel donkere en onverlichte hoek geparkeerd. De twee lopende mannen ontmoetten een onbekend gebleven man en schudden hem de hand. De mannen keken hierbij goed om zich heen. [3]
De BMW met Duits kenteken reed vervolgens weg en werd gevolgd door twee andere agenten in een opvallend dienstvoertuig. Op de [adres 4] haalden zij de BMW in en gaven zij de bestuurder een stopteken. De BMW haalde daarop de agenten in en reed met verhoogde snelheid weg. Op de [adres 5] ter hoogte van perceel [nummer perceel 1] was de weg opgebroken. [4] De BMW stopte en uit het rechter achterportier vluchtte een man die in zijn linkerhand een wit/gele tas vasthield. Hij rende weg over de [adres 5] in de richting van de [adres 3] . [5] Agent [naam 1] zag dat de man een witte papieren tas met daarop gele letters opgerold vasthield. [6] Agent [naam 2] rende achter de man aan en agent [naam 1] voegde zich even later bij hem. Op de [adres 5] ter hoogte van perceel [nummer perceel 2] hoorde agent [naam 1] van agent [naam 2] dat de man over de schutting van huisnummer [nummer perceel 2] was geklommen en vermoedelijk in de achtertuinen was. Agenten [naam 2] en [naam 1] klommen over de schutting waarna het mogelijk was via de achtertuinen door te lopen naar de naastliggende percelen. Agent [naam 1] zag vervolgens op de grond tussen de tuinhuisjes van huisnummers [huisnummer 4] en [huisnummer 5] een tas liggen, met daaroverheen een dakpan. [7] De tas was van de [naam winkel 1] . [8] Agent [naam 1] herkende de tas als de tas die de vluchtende man uit de BMW eerder vasthield. In de tas zat een aantal blokken verpakt in plastic. [9] Het bleek om 2.84 kilogram cocaïne te gaan. [10]
Op het [adres 3] , ter hoogte van [naam winkel 2] , is verdachte om 20:15 uur aangehouden. Hij had vieze schoenen en zijn broek was ter hoogte van zijn knieën bevuild. Ook had hij allerlei restanten van blaadjes en pluisjes op zijn rug. [11]
Agenten [naam 3] en [naam 1] herkenden verdachte als de man die uit de BMW vluchtte. [12]
Verklaring van verdachte
Gelet op voornoemde feiten en omstandigheden oordeelt de rechtbank dat verdachte tijdens zijn vlucht de tas bij zich droeg waarin cocaïne zat. De verklaring van verdachte, dat hij niet via de schutting naar de achterliggende tuinen is gevlucht en tijdens het vluchten ook geen tas bij zich had en dat dus een andere persoon de tas met 2.84 kilogram cocaïne (met een straatwaarde van ongeveer € 142.000) daar achtergelaten moet hebben, acht de rechtbank volstrekt onaannemelijk.

4.Bewezenverklaring

De rechtbank acht bewezen dat verdachte op 15 november 2018 te Amstelveen opzettelijk 2.840 gram van een materiaal bevattende cocaïne aanwezig heeft gehad.
De rechtbank baseert deze beslissing op de in rubriek 3.3. weergegeven feiten en omstandigheden, zoals vervat in de als voetnoten weergegeven gebruikte bewijsmiddelen.

5.Strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7.Motivering van de straf

7.1.
Eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van één jaar, met aftrek van voorarrest.
7.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om verdachte (in geval van een veroordeling) een voorwaardelijke gevangenisstraf, eventueel aangevuld met een taakstraf, op te leggen.
7.3.
Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft bijna drie kilogram cocaïne aanwezig gehad. Cocaïne is een middel waarvan het gebruik schadelijk is voor de volksgezondheid. De handel in en het gebruik van dergelijke middelen brengen, naar de ervaring heeft geleerd, allerlei soorten ernstige criminaliteit en overlast mee.
Blijkens een de verdachte betreffend strafblad van 20 augustus 2019 is verdachte niet eerder in Nederland wegens een strafbaar feit veroordeeld.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging mede gelet op de zogenoemde oriëntatiepunten straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) van de hoven en de rechtbanken. Genoemde oriëntatiepunten dienen ter bevordering van de rechtseenheid in de strafoplegging. Volgens die oriëntatiepunten is voor het opzettelijk aanwezig hebben van 2 tot 3 kilogram harddrugs een gevangenisstraf van 9 maanden passend.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden aanleiding bestaat bij de straftoemeting af te wijken van wat de officier van justitie heeft gevorderd.
De rechtbank zal bepalen dat de onder inbeslaggenomen geldbedragen en telefoon aan verdachte worden teruggegeven, nu geen verband met het bewezenverklaarde feit kan worden vastgesteld.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.

9.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[naam verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 9 maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Gelast de teruggave aan verdachte van:
1. Geld Euro, 210.00
-
5663693
1.00 STK Zaktelefoon Kl:Zwart
BLACKBERRY
5663697
Dit vonnis is gewezen door
mr. E.G.C. Groenendaal, voorzitter,
mrs. K.A. Brunner en B.M. Visser, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. E.J.M. van der Hooft, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 2 oktober 2019.

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld wordt in de voetnoten hierna telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2018234178-24 van 16 november 2018, doorgenummerde pag. 06, 2e-3e alinea.
3.Idem, doorgenummerde pag. 06, 8e-9e alinea en doorgenummerde pag. 07, 1e alinea.
4.Proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2018234178-17 van 16 november 2018, doorgenummerde pag. 08, 2e-4e alinea.
5.Idem, doorgenummerde pag. 09, 1e alinea.
6.Proces-verbaal aanvullend met nummer PL1300-2018234178-38 van 22 november 2018, ongenummerd, 3e en 6e alinea.
7.Proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2018234178-17 van 16 november 2018, doorgenummerde pag. 09, 3e alinea en proces-verbaal aanvullend met nummer PL1300-2018234178-38 van 22 november 2018, ongenummerd, 4e alinea.
8.Een geschrift, te weten een kennisgeving van inbeslagname met nummer PL1300-2018234178-12 van 15 november 2018, doorgenummerde pag. 1007-1008.
9.Proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2018234178-17 van 16 november 2018, doorgenummerde pag. 09, 3e alinea.
10.Een geschrift, te weten een kennisgeving van inbeslagname met nummer PL1300-2018234178-9 van 15 november 2018, doorgenummerde pag. 1003-1004, een proces-verbaal sporenonderzoek met nummer PL1300-2018234178-23 van 16 november 2018, doorgenummerde pag. 1013-1014 en een geschrift, te weten een rapport van drs. R.F. Kranenburg met nummer 2018234178 van 26 november 2018, doorgenummerde pag. 1016.
11.Proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2018234178-13 van 15 november 2018, doorgenummerde pag. 15, 5e alinea en één na laatste alinea en doorgenummerde pag. 16, 1e alinea.
12.Proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2018234178-17 van 16 november 2018, doorgenummerde pag. 09, 1e alinea, laatste zin en 4e alinea, laatste zin.