Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek op de zitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
stillvan de camerabeelden herkennen twee verbalisanten de man met de witte muts (NN1) als verdachte. De rechtbank heeft deze still bekeken en vastgesteld dat deze van zodanig goede kwaliteit is dat het mogelijk is om daarop een betrouwbare herkenning te baseren. Hoewel het hoofd van verdachte deels bedekt is door een muts, is een groot deel van zijn gezicht te zien. De rechtbank acht voorts van belang dat niet één maar twee verbalisanten verdachte hebben herkend. Zij zijn ambtshalve bekend met verdachte en hebben hem in het verleden 1) geregeld gevolgd, aangehouden en 2) verdachte verhoord. De rechtbank ziet gelet op het voorgaande geen feiten en omstandigheden die maken dat aan de betrouwbaarheid van de herkenningen moet worden getwijfeld. Naar het oordeel van de rechtbank is niet van belang dat verbalisant [verbalisant 1] geen specifieke kenmerken heeft genoemd waaraan hij verdachte meende te herkennen. Het noemen van dergelijke kenmerken is immers feitelijk niet meer dan een in woorden gegoten rationalisatie achteraf van een herkenning van die persoon in zijn geheel, zonder dat daarbij sprake is van een optelsom van verschillende lichamelijke kenmerken.
4.Bewezenverklaring
5.Strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders
zonderaftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Gedurende dat jaar zal wellicht onder meer een start kunnen worden gemaakt met de behandeling van de verslavingsproblematiek van verdachte en zal een terugkeer naar het land van herkomst kunnen worden bevorderd.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige dadersvoor de duur van
1 (een) jaar.
opheffing van de voorlopige hechtenisaf.