Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de voorzieningenrechter van 8 oktober 2019 in de zaak tussen
Hotel de l'Europe B.V, gevestigd te Amsterdam, verzoekster
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: SPAR Holding B.V.
Procesverloop
Overwegingen
“compleet assortiment” [4] . Voor de formule die SPAR Holding B.V. op de Nieuwe Doelenstraat 55 wil gaan uitrollen, is verwezen naar een reeds geopende SPAR city aan de Warmoesstraat 98. Ten aanzien van laatstgenoemde vestiging wordt op de website van SPAR geschreven:
“En uiteraard kun je de hele dag bij ons terecht voor je dagelijkse boodschap.” [5] Kijkend naar het assortiment van die vestiging, zoals per vestiging online is weergegeven [6] , dat ter plekke gekocht of na een online bestelling afgehaald kan worden, blijkt dit assortiment ook huishoudelijke artikelen te bevatten. Een aantal willekeurige voorbeelden hiervan zijn deodorant, shampoo, vuilniszakken, bleekmiddel, afwasmiddel en batterijen. Dit wordt onderschreven door de bevindingen van de bezwaarschriftencommissie na een bezoek aan die vestiging [7] . Ook heeft de gemachtigde van verzoekster ter zitting betoogd dat hij die ochtend de vestiging Warmoesstraat 98 had bezocht en dat hij daar een schap met huishoudelijke artikelen aantrof. Deze gestelde constatering is door verweerder noch door SPAR Holding B.V. betwist. Bovendien ziet de voorzieningenrechter gelet op de informatie op de website van SPAR geen aanleiding om mee te gaan in het betoog van verweerder en van SPAR Holding B.V. dat de verkoop van huishoudelijke artikelen in de vestiging in de Warmoesstraat 98 niet is vergund, op initiatief van de franchisenemer geschiedt en daarom een kwestie van handhaving is. Gelet op het voorgaande vindt de stelling dat er in de SPAR city geen huishoudelijke artikelen zullen worden verkocht geen steun in de informatie die op de website van SPAR wordt vermeld en evenmin in de informatie die is vergaard bij en over de SPAR city aan de Warmoesstraat 98. Hierdoor kan niet zonder meer gesteld worden dat de SPAR city niet valt onder de begripsomschrijving van een minisupermarkt. Dat volgt ook niet uit de omschrijving die verweerder geeft voor de to-go formule, zoals hiervoor vermeld onder 2.3. Uit de definitie van minisupermarkt blijkt niet dat de omvang van het aanbod van voedingsmiddelen en de bereidingstijd van die voedingsmiddelen relevant is.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van verzoekster met inachtneming van deze uitspraak;
- treft een voorlopige voorziening, inhoudende dat het gebruik van het pand aan de Nieuwe Doelenstraat 55 in Amsterdam als SPAR city is verboden totdat er een nieuw besluit op het bezwaar van verzoekster is genomen en dat SPAR Holding B.V. tot dat moment de met de omgevingsvergunning vergunde bouwactiviteiten moet staken en gestaakt moet houden;
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening van verzoekster af;
- draagt verweerder op het in totaal betaalde bedrag aan griffierecht van € 690,- aan verzoekster te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van