Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 december 2018 met producties,
- de conclusie van antwoord met producties,
- het tussenvonnis van 15 mei 2019,
- het proces-verbaal van comparitie van 8 augustus 2019 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
Par. 1. Begripsomschrijvingen
chip’, rb], zou echter niet weg te poetsen zijn en de reden vormen om deze velg te vervangen. Hoofddorp rapporteert dat een (verder) aantal krassen op de linkerachtervelg ook niet door de aanrijding kunnen zijn ontstaan. Uit de hoeveelheid vuil op deze beschadigingen, waardoor deze in eerste instantie niet of nauwelijks zichtbaar waren, kon dit met zekerheid worden afgeleid. Hoofddorp constateert ook schade aan de rechtervoorvelg.
3.Het geschil
4.De beoordeling
de schade aan de linkerachterzijde bij de achterbumper kan mogelijk zijn ontstaan tijdens deze aanrijding”. Voorts erkent [bedrijf 2] ten aanzien van de schade aan velg ook: “
op zich bestaat de mogelijkheid dat [automerk] met de voorzijde de linkerachtervelg van [automerk] heeft geraakt, omdat daarop lichte sporen zichtbaar zijn van een contact(..).” Anders dan Ansvar stelt is dus niet evident dat deze schade niet van de aanrijding afkomstig is. Deze lichte sporen zijn de schade die [eiser] aan de linkerachtervelg heeft gezien. Hij mocht als niet-deskundige in ieder geval menen dat deze schade midden op de spaken tegelijk met de lakschade was ontstaan, ook omdat de schade aan de spaken en aan de lak blijkens de foto in elkaars verlengde liggen. [eiser] houdt staande dat de bumper en in het bijzonder het meest uitstekende deel, de nummerplaat, van [automerk] deze spaken heeft geraakt. De foto van de nummerplaat (productie 5 bij dagvaarding) maakt dat ook aannemelijk. Bovendien is het een feit van algemene bekendheid dat een ijzeren nummerplaat al bij een botsing met lage snelheid lakschade en oppervlakkige schade aan de spaken teweeg kan brengen als deze daarmee in contact komt. Er is geen sprake van opzettelijk onjuist informeren. [eiser] heeft gewoon aangegeven welke schade volgens hem door de aanrijding was veroorzaakt. Het betreft een niet-professionele opinie. [betrokkene] was er eveneens van overtuigd dat de schade door de aanrijding was ontstaan, aldus [eiser] .
nietdoor de beweerde aanrijding is veroorzaakt. Dit terwijl een zorgvuldig en nauwgezet onderzoek zoals dat van een verzekeraar mag worden verlangd, veronderstelt dat ook de bevindingen en omstandigheden waar [eiser] op heeft gewezen en die een aanwijzing voor een tegengesteld scenario kunnen vormen, zorgvuldig worden nagegaan. Concreet gaat het om te beginnen dan al om het gegeven dat niet alleen [eiser] maar ook [betrokkene] het schadeformulier heeft getekend en daarmee voor de inhoud daarvan instaat. Uit het rapport van Hoofddorp blijkt wel dat met [betrokkene] is gesproken, maar niet dat haar gevraagd is om haar lezing van de toedracht te geven. Daarnaast gaat het om de bevinding dat er lakschade aan de bumper van [automerk] is geconstateerd die bovendien in het verlengde ligt van de schade aan de linkerachtervelg, en dat aan de voorzijde van [automerk] , die in aanraking met [automerk] zou moeten zijn gekomen, een nummerbord zichtbaar is dat verder niet kenbaar in het onderzoek is betrokken. Voorts worden in de rapporten uitlatingen van derden over de ernst van de schade zonder terughoudendheid aan [eiser] toegeschreven, net als de visie van derden over de mogelijkheid dat de schade voor reparatie in aanmerking komt of niet, en lijkt het onderzoek in die zin gekleurd te zijn. Tot slot worden verklaringen van [eiser] over schade aan de rechtervoorvelg gepresenteerd, en wordt daarbij de suggestie gewekt dat
ookdeze schade geen gevolg kan zijn van de aanrijding. Dit terwijl [eiser] deze schade ook in de visie van Ansvar helemaal niet heeft geclaimd en de rapporten dienaangaande bovendien geen duidelijke conclusies bevatten.
nietis ontstaan als gevolg van de aanrijding, gelet op de genoemde aanwijzingen niet valt in te zien waarom de mogelijkheid dat [eiser] de schade eerder niet heeft opgemerkt en
per abuiswel als dergelijke schade heeft aangezien, en dus niet opzettelijk een onjuiste schademelding heeft gedaan, ter zijde moet worden geschoven.
dusde ongevalsschade vergoed dient te worden. Nu Ansvar evenwel geen nader op deze vordering toegespitst subsidiair verweer heeft gevoerd, kan ook deze vordering worden toegewezen.
€ 1.086,00