In deze zaak vorderen eisers, [eiser sub 1] en [eiseres sub 2], dat de gedaagde, een besloten vennootschap, de bouwwerkzaamheden aan een appartementencomplex in Amsterdam staakt. De eisers zijn echtelieden en wonen sinds 1980 in hun woning, die grenst aan het perceel waar de gedaagde van plan is te bouwen. De voorzieningenrechter heeft op 8 oktober 2019 uitspraak gedaan in kort geding, waarbij de eisers aanvoerden dat de bouwplannen onrechtmatig zijn, omdat deze hun ramen dreigen te blokkeren en de hoge muur te veel licht en lucht zou wegnemen. De gedaagde had eerder een omgevingsvergunning verkregen voor de bouw, maar deze vergunning is in strijd met het bestemmingsplan, omdat de bouwhoogte en het bouwvlak worden overschreden. De voorzieningenrechter oordeelde dat de eisers een spoedeisend belang hebben bij het staken van de bouw en dat de gedaagde onrechtmatig handelt door de bouw voort te zetten. De rechter heeft de gedaagde veroordeeld om de bouwwerkzaamheden te staken en een dwangsom opgelegd voor elke dag dat niet aan deze veroordeling wordt voldaan. Tevens is de gedaagde in de proceskosten veroordeeld.