Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de gelijkluidende dagvaardingen van 18 en 19 december 2018, met producties,
- de conclusie van antwoord in conventie tevens voorwaardelijke eis in reconventie, met producties,
- het instructievonnis van de kantonrechter van 15 februari 2019,
- het tussenvonnis van de kantonrechter van 15 maart 2019, waarbij het verzoek om gezamenlijke behandeling met de zaak met kenmerk EA VERZ 19-07 is afgewezen en de zaak in de stand waarin deze zich bevindt is verwezen naar de handelskamer van de rechtbank,
- het oproepingsexploot van 24 april 2019, waarbij aan [gedaagde sub 2] stukken zijn betekend en hij is opgeroepen voort te procederen in deze zaak,
- de conclusie van repliek in conventie, conclusie van antwoord in reconventie, tevens akte tot vermeerdering/aanvulling van eis in conventie, met producties,
- de akte tot vermindering van eis, met productie,
- de akte houdende correctie, tevens akte tot vermeerdering van eis, met productie,
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie
- de conclusie van dupliek in reconventie, conclusie van repliek in reconventie, tevens antwoordakte reactie akten tot wijziging van eis in conventie en akte wijziging eis in reconventie, met productie,
- de akte niet dienen van conclusie van dupliek in reconventie.
2.De feiten
bij de vervulling van haar taak de erfgenamen.
3.Het geschil
in conventie
de inhoud van genoemde akte onvoldoende grond is voor de conclusie dat [eiser] artikel 2.2 van het testament heeft overtreden, althans
het erfdeel van [eiser] niet beperkt wordt tot de legitieme portie;
4.De beoordeling
in conventie en in reconventie
niet namens zijn cliëntschrijft. Van schending van de tussen hem en Van Onzenoort overeengekomen geheimhouding is al daarom geen sprake.