3.1.[eiseres] vordert na eiswijziging, naar de rechtbank begrijpt – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
verklaart voor recht dat de beslissing van het Tuchtcollege van 12 december 2017/9 januari 2018 inzake [eiseres] nietig is, alsmede,
de uitspraak van het Tuchtcollege van 12 december 2017 vernietigt en [eiseres] vrijspreekt,
verklaart voor recht dat artikel VI.29, onderdeel e KR en artikel VI.29, onderdeel f KR, nietige bepalingen in het KR zijn op grond van strijdigheid met de statuten van de Raad,
verklaart voor recht dat de straf ‘diskwalificatie van een persoon’ ex artikel VI.24, onderdeel c KR op grond van strijdigheid met de statuten van de Raad nietig is,
verklaart voor recht dat het opleggen van de straf ‘diskwalificatie van een persoon’ ex artikel VI.24, onderdeel c KR op grond van strijdigheid met de statuten van de Raad nietig is,
verklaart voor recht dat de rechtsgang van het Tuchtcollege in strijd is met artikel 6 EVRM,
de Raad veroordeelt in de door [eiseres] geleden schade, nader op te maken bij staat,
de Raad veroordeelt in het herstel van alle gevolgen die de bestraffing van [eiseres] heeft gehad, zoals het alsnog toekennen van stambomen aan de na de bestraffing geboren pups, het alsnog toekennen van wedstrijdresultaten en toekennen van prijzen en dergelijke aan de honden uit de kennel van [eiseres] , welke resultaten en prijzen werden ontnomen, alsmede teniet werden gedaan,
de Raad veroordeelt tot rectificatie van de ten onrechte gegeven bestraffing aan [eiseres] , bestaande uit een rectificatie op haar site, aan haar leden, alsmede aan de buitenlandse partijen aan wie zij ter zake informatie heeft verstrekt, alsmede in een door de rechtbank aan te wijzen landelijk dagblad,
1. hetgeen primair onder 2 t/m 9 gevorderde,
1. bepaalt dat de beslissing van het Tuchtcollege van 12 december 2017/9 januari 2018 inzake [eiseres] niet van toepassing kan blijven, aangezien zulks in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn,
nog meer subsidiair
de uitspraak van het Tuchtcollege van 12 december 2017 vernietigt en bepaalt dat [eiseres] het recht op de kennelnaam niet verliest, alsmede reeds bestraft is voor het haar verweten gedrag door haar eigen rasvereniging en dat geen verdere bestraffing kan volgen dan de reeds door haar rasvereniging van destijds opgelegde straf van 5 jaar ‘voorwaardelijk’,
althans meer subsidiair
dat de onvoorwaardelijke diskwalificatie van de persoon van [eiseres] voor de duur van 6 jaar wordt omgezet in een onvoorwaardelijke diskwalificatie van de persoon van [eiseres] tot het moment van de dag van de dagvaarding en een voorwaardelijke diskwalificatie voor de duur van 1 jaar,
althans nog meer subsidiair
[eiseres] veroordeelt tot een onvoorwaardelijke diskwalificatie voor de duur van twee jaar te rekenen vanaf de datum van de uitspraak van 12 december 2017,
danwel verder subsidiair
een bestraffing aan [eiseres] oplegt als de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren,
primair, subsidiair, meer subsidiair, alsmede verder subsidiair
steeds met veroordeling van de Raad in de proceskosten.