Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
(hierna: aangever), omdat alleen de aangever hierover heeft verklaard. Dat is onvoldoende om het bewijsminimum te halen. Als de rechtbank deze verklaring wel meeneemt in de bewijsoverweging, blijkt hieruit slechts dat verdachte de aangever heeft geduwd, wat onvoldoende is om vast te stellen dat verdachte geweld heeft gebruikt. Ook is dit onvoldoende om tot een bewezenverklaring van het medeplegen van de overval te komen. Dat verdachte naast de medeverdachte heeft gestaan en zich niet heeft gedistantieerd is ook onvoldoende om van medeplegen te kunnen spreken. Bovendien heeft verdachte de medeverdachte juist tegengehouden en ervoor gezorgd dat de situatie niet verder uit de hand liep.
hierna: [naam 1]). Rond 03:00 uur heeft aangever als koerier van [naam 1] een bestelling afgeleverd aan de [adres] , dit verloopt voorspoedig. Rond 05:30 uur is aangever na een telefoontje opnieuw naar de [adres] gereden. Dit keer komen er twee in het zwart geklede donkere jongens naar hem toe. Er ontstaat een discussie over de teruggave van de borg en vervolgens is het, in de woorden van verdachte, uit de hand gelopen. Verdachte heeft gezien dat iemand een wapen heeft getrokken. Aangever verklaart hierover dat dit de medeverdachte was en dat verdachte hem na het trekken van het wapen heeft vastgepakt en tegen de auto heeft aangeduwd. Vervolgens heeft de medeverdachte hem met het wapen op zijn neus en zijn hoofd geslagen. Aangever is weggerend, maar verdachte en de medeverdachte zijn achter hem aangerend. Aangever is gevallen en door verdachte en de medeverdachte omhoog getild. Toen aangever weigerde zijn telefoon af te geven, heeft de medeverdachte met het wapen in zijn richting geschoten en heeft een kogel zijn been geschampt. Door meerdere getuigen is een schot gehoord. Getuige [naam getuige] heeft verklaard dat zij rond 06:00 uur op de [adres] geluiden heeft gehoord en dat zij drie personen heeft gezien, te weten één met een bebloed gezicht en twee in het donker geklede mannen met een getinte huidskleur. De verklaring van aangever wordt dan ook voldoende ondersteund door de verklaring van [naam getuige] . Verder past de door aangever opgegeven toedracht bij zijn letsel, te weten een huidbeschadiging op zijn neus en aan de rechterkant van zijn hoofd, en een schotverwonding aan het rechter onderbeen.
4.Bewezenverklaring
5.Strafbaarheid van het feit
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
8.Beslag
,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd, te weten 17 januari 2019.
10.Ten aanzien van de vordering tenuitvoerlegging
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
[naam verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvoor de duur van
24 maanden.
8 (acht) maanden, van deze gevangenisstraf
niet tenuitvoergelegdzal worden, tenzij later anders wordt gelast.
proeftijdvan
2 (twee) jarenvast.
verdachtevan:
[naam 1]van:
[naam aangever]van:
bewaring ten behoeve van de rechthebbende:
[naam 1] niet-ontvankelijkin haar vordering.