Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the District Court in Wrocław(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
Rechtbank Amsterdam
Op 10 oktober 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende een overleveringsverzoek van Polen. De zaak betreft een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat op 21 december 2018 door de District Court in Wrocław is uitgevaardigd. De opgeëiste persoon, geboren in 1985 in Polen, was in Polen aangehouden. Tijdens de openbare zitting op 10 oktober 2019 was de opgeëiste persoon niet aanwezig, maar de officier van justitie, mr. K. van der Schaft, en de gemachtigde raadsvrouw, mr. R.W. van Zanden, waren wel aanwezig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon niet meer in Nederland verblijft, wat betekent dat de grondslag voor de vordering van de officier van justitie is komen te vervallen. De rechtbank heeft daarom geoordeeld dat de officier van justitie niet-ontvankelijk is in zijn vordering tot het in behandeling nemen van het EAB. Tevens is vastgesteld dat de geschorste overleveringsdetentie is beëindigd. De uitspraak is gedaan door mr. C.A. van Dijk, voorzitter, en mrs. N.M. van Waterschoot en V.V. Essenburg, rechters, in aanwezigheid van griffier mr. T. Smit. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open.