Het contact tussen de monteur en [gedaagde] is op enig moment geëscaleerd. De monteur heeft aangifte van bedreiging met geweld tegen [gedaagde] gedaan. In het proces-verbaal van aangifte worden de gebeurtenissen door de monteur als volgt omschreven:
“
Ik zag dat er bij meneer toen ik herhaaldelijk vertelde dat hij niet aan de ketel mag komen een verandering in zijn gedrag. Ik keek hem aan en zag dat hij in gedachte was, dit kwam erg raar op mij over.
Ik kreeg geen contact meer met meneer, hij beantwoorde geen vragen meer en zei niets meer.
Ik heb vervolgens de onderhoud van de ketel gedaan ik wou een meeting doen voor de gasmeter. Ik heb een andere werkmethode om het uit te lezen. Meneer kwam naar mij toe en zei: “Dit hoort niet zo”
Dit zei hij op een dwingende en boze toon. Ik heb meneer uitgelegd en hij was daarna stil. Ik was bijna klaar en en pakte mijn tablet, mijn baas wilt dat ik foto’s maak van de ketel, dit doen wij zodat wij op afstand weten hoe de ketel eruit ziet.
Ik had mijn tablet in mijn handen en ik wilde een foto gaan maken, meneer stond naast mij aan de rechterzijde hij gaf mij een duw en trok de tablet uit mijn handen en gooide de tablet op de grond en riep luidkeels: “hier heb ik geen toestemming voor gegeven” Dit herhaalde hij steeds. Toen meneer dit bleef schreeuwen zag ik dat zijn gezicht rood aanliep, ik zag dat hij aan het trillen was, ik zag dat zijn ogen steeds groter werden. Ik heb tegen meneer gezegd dat hij rustig moest doen en ik heb mijn tablet weer opgepakt, ik zag dat meneer richting de voordeur rende. Ik zag dat hij terug rende en hij had een bijl in zijn handen. Meneer had de bijl met twee handen vast en ik zag dat hij de bijl naar achteren haalde meneer was nog aan het rennen en bleef roepen ik heb geen toestemming gegeven.
Ik ben door mijn knieën gezakt en heb meneer gesmeekt. Ik heb herhaaldelijk geschreeuwd alsjeblieft meneer. Ik zag dat hij met beide handen een houthakkerbeweging vanaf boven zijn hoofd naar mij maakte in de richting van mijn hoofd. Ik kon nergens heen ik kon niet vluchten dus bleef ik smeken. Ik dacht bij mezelf ik ga dood nu is het klaar.
Ik heb tegen meneer gezegd ik ga weg, dus schreeuwde hij ga weg, op dat moment moet ik langs hem rennen hij had nog steeds de bijl op dezelfde manier vast. Ik ben het huis uitgerend naar beneden, ik kwam buiten en heb gelijk de politie gebeld, ik heb mijn spullen in de woning achtergelaten.”