ECLI:NL:RBAMS:2019:8367

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 november 2019
Publicatiedatum
7 november 2019
Zaaknummer
C/13/673075 / KG ZA 19-1025
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak over de rechtsgeldigheid van bestuurdersbenoemingen van vennootschappen in kort geding

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, gaat het om een kort geding waarin eisers, [eiser sub 1] en [eiser sub 2], vorderen dat zij weer als bestuurders worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel van de vennootschappen SAIGAK INVESTMENTS B.V. en SAIGAK KAZAKHSTAN B.V. Eisers stellen dat hun ontslagbesluiten nietig zijn en dat zij altijd bestuurders zijn gebleven. De rechtbank heeft de beslissing aangehouden in afwachting van een uitspraak van de rechter in Kazachstan, die van belang is voor de beoordeling van het geschil. De zaak betreft een complexe situatie waarin de rechtsgeldigheid van bestuurdersbenoemingen en aandeelhoudersbesluiten ter discussie staat, met verwijzingen naar eerdere arbitrageprocedures en aandeelhoudersvergaderingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang is bij een beslissing over het bestuur van de vennootschappen, maar heeft besloten om de behandeling van de zaak aan te houden totdat de rechter in Kazachstan een beslissing heeft genomen. Dit om tegenstrijdige uitspraken te voorkomen en om de continuïteit van de vennootschappen te waarborgen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel,
zaaknummer / rolnummer: C/13/673075 / KG ZA 19-1025 CdK/CH
Vonnis in kort geding van 6 november 2019
in de zaak van

1.[eiser sub 1] ,

wonende te [woonplaats] (Kazachstan),
2.
[eiser sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
eisers in conventie bij dagvaarding van 11 oktober 2019,
gedaagden in reconventie,
advocaat mr. S.A. Voermans te Amsterdam,
tegen

1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

SAIGAK INVESTMENTS B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SAIGAK KAZAKHSTAN B.V.,
beide gevestigd te Amsterdam,
gedaagden in conventie,
eiseressen in reconventie,
advocaat mr. B.J.H. Kesnich te Amsterdam.
Eisers (in conventie) zullen hierna [eiser sub 1] en [eiser sub 2] (tezamen: [eisers] ) en gedaagden (in conventie) SI en SK (tezamen: Saigak c.s.) worden genoemd.

1.De procedure

Ter zitting van 23 oktober 2019 hebben [eisers] gesteld en gevorderd overeenkomstig de in kopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Saigak c.s. hebben verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen. Saigak c.s. hebben in reconventie gevorderd overeenkomstig de aan dit vonnis in kopie gehechte akte. [eisers] hebben de eis in reconventie bestreden. Partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht. Na verder debat hebben partijen gevraagd vonnis te wijzen.
Ter zitting waren aanwezig:
  • aan de zijde van [eisers] : mr. Voermans en mr. P.J.T.M. van der Bom;
  • aan de zijde van Saigak c.s.: [naam 1/bestuurder 4 plaatje] en mr. Kesnich.

2.De feiten

2.1.
SI en SK zijn dochtervennootschappen van de vennootschap naar Kazachstaans recht Flamma LLP (hierna: Flamma). De structuur van de groep is als volgt:
2.2.
Bestuurder van Flamma was vanaf 20 september 2017 [bestuurder 3 plaatje]
(hierna: [bestuurder 3 plaatje] ). Per 25 oktober 2018 werd in zijn plaats [naam 2] (hierna: [naam 2] ), een advocaat, bestuurder van Flamma.
2.3.
Op 25/26 oktober 2018 is in de algemene vergadering van aandeelhouders van Flamma besloten tot een statutenwijziging. De statuten kwamen toen, voor zover relevant, als volgt te luiden:
“(…)
9. COMPETENCE OF THE SUPREME MANAGEMENT BODY OF THE PARTNERSHIP
(…)
9.10.
The exclusive competence of the General Meeting of the Member includes the following issues:
(…)
9.10.2.
The formation and appointment of the executive body of the Partnership and the early termination of its powers, as well as the adoption of a decision on the transfer of the Partnership or its property in trust and the determination of the conditions for such a transfer;
(…)
9.15
Decisions on all matters relating to the exclusive competence of the Supreme body of the Partnership are taken unanimously by the Members and/or their authorized representatives. (…)”
2.4.
Tot voor kort waren [eisers] bestuurders van Saigak c.s. De activiteiten van Saigak c.s. richten zich kort weergegeven op de exploitatie van olievelden (ook wel ‘plants’) in Kazachstan. Saigak c.s. zijn de eigenaren van de plants. SI is een vennootschap met een administratief doel. SK beschikt over een bankrekening in Kazachstan die is bestemd voor de betaling van de salarissen van de medewerkers op de plants.
2.5.
[eiser sub 1] is 100% aandeelhouder van TP Energy LLP (hierna: Energy), die op haar beurt 35% van de aandelen houdt in Flamma, en daarmee indirect aandeelhouder van Flamma. [eiser sub 1] houdt zich in Kazachstan bezig met financiële zaken (assets en investments business).
2.6.
De statuten van SI en SK luiden – voor zover van belang – als volgt:
“(…)
HOOFDSTUK 8. ALGEMENE VERGADERING
(…)
Artikel 8.3 – Oproeping
1. Het bestuur, iedere aandeelhouder en iedere andere vergadergerechtigde is bevoegd een algemene vergadering bijeen te roepen.
2. (…) De oproeping vindt plaats op een termijn van ten minste acht (8) dagen, de dag van oproeping en die van de vergadering niet meegerekend. (…)
Artikel 8.4 – Bijwonen; woord voeren; stemrecht; adviesrecht
(…)
3. Bestuurders hebben het recht de vergadering bij te wonen en hebben als zodanig een raadgevende stem. (…)
Artikel 8.7 – Besluitvorming buiten vergadering
Besluitvorming van aandeelhouders kan op andere wijze dan in een vergadering geschieden, mits alle vergadergerechtigden vooraf schriftelijk met deze wijze van besluitvorming hebben ingestemd. (…) De bestuurders worden voorafgaand aan de besluitvorming in de gelegenheid gesteld om advies uit te brengen. (…)”
2.7.
Op 2 juli 2019 is uitspraak gedaan in een arbitrageprocedure tussen Energy en mede-aandeelhouder in Flamma, Dakon-Co LLP (hierna: Dakon), waarbij aan Energy een bedrag van omgerekend € 383.800,- is toegewezen. De deurwaarder in Kazachstan heeft op 12 augustus 2019 in verband met de executie van de arbitrage-uitspraak aan Dakon verboden om een aandeelhoudersvergadering van Flamma bijeen te roepen en Dakon verboden om deel te nemen in een stemming tijdens een aandeelhoudersvergadering. Dakon heeft tegen de arbitrage-uitspraak hoger beroep ingesteld.
2.8.
Het bestuur van Flamma, in de persoon van [naam 2] , heeft voor 12 augustus 2019 een bijzondere aandeelhoudersvergadering uitgeroepen op het adres van Flamma, waar alleen Energy is verschenen.
2.9.
Dakon heeft tijdens een bijeenkomst van aandeelhouders op een andere locatie in Almaty (Kazachstan) op eveneens 12 augustus 2019 (ook wel: ‘de tweede aandeelhoudersvergadering’), waarbij [bestuurder 3 plaatje] (als aandeelhouder van Dakon, 60% aandeelhouder in Flamma) en [bestuurder 6 plaatje] (als 5% aandeelhouder van Flamma) aanwezig waren, een besluit tot ontslag en benoeming van bestuurders genomen en een nieuwe bestuurder benoemd. De op dat moment ingeschreven bestuurder [naam 2] is tijdens deze bijeenkomst ontslagen onder aanstelling van [bestuurder 3 plaatje] als bestuurder. Dit is op 13 augustus 2019 ingeschreven in de daartoe bestemde registers in Kazachstan.
2.10.
Bij brief van 21 augustus 2019 van [bestuurder 3 plaatje] , in zijn hoedanigheid van bestuurder van Flamma, zijn [eisers] ervan op de hoogte gebracht dat er op 13 augustus 2019 een aandeelhoudersbesluit is genomen in SI en SK inhoudende hun ontslag als bestuurders van SI en SK en de benoeming van [naam 1/bestuurder 4 plaatje] als bestuurder van de vennootschappen. [naam 1/bestuurder 4 plaatje] is de broer van [bestuurder 3 plaatje] . Verder staat in de brief dat, voor zover het besluit van 13 augustus 2019 zou worden vernietigd, [eisers] tot 22 augustus 2019 de gelegenheid hebben om advies te geven over het voorgenomen besluit tot hun ontslag als bestuurders van SI en SK. [eisers] hebben in een brief van 22 augustus 2019 bezwaar tegen dit besluit gemaakt. In de te Almaty gehouden aandeelhoudersvergadering van SI en SK van 23 augustus 2019, waarbij [bestuurder 3 plaatje] Flamma heeft vertegenwoordigd, is het besluit genomen [eisers] te ontslaan als bestuurders van SI en SK en is [naam 1/bestuurder 4 plaatje] tot bestuurder benoemd. Per 26 augustus 2019 is [naam 1/bestuurder 4 plaatje] in het handelsregister van de Kamer van Koophandel ingeschreven als bestuurder van SI en SK. Daarna hebben verschillende inschrijvingen plaatsgehad bij de Kamer van Koophandel die deels ook weer zijn teruggedraaid. De laatste wijziging is dat [naam 1/bestuurder 4 plaatje] als enig bestuurder van SI en SK is geregistreerd.
2.11.
[eisers] hebben bezwaar gemaakt bij de Kamer van Koophandel tegen die inschrijving. Op dit moment is een bezwaarprocedure aanhangig bij de Kamer van Koophandel over de bestuurswijzigingen van SI en SK in het handelsregister. Op 6 november 2019 staat in die zaak een zitting gepland.
2.12.
Op 16 augustus 2019 hebben [eisers] ook bezwaar ingediend bij de economische kamer van de rechtbank te Almaty over de benoeming van [bestuurder 3 plaatje] tot bestuurder van Flamma. Op 30 oktober 2019 staat een zitting gepland in deze zaak.
2.13.
Bij brief en e-mail van 9 september 2019 heeft (de advocaat van) Saigak c.s. [eisers] gesommeerd tot overdracht van alle eigendommen en de administratie van SI en SK aan Saigak c.s. Daarop is geen reactie van [eisers] gevolgd.
2.14.
In een brief van 10 september 2019 heeft (de advocaat van) [eisers] aan [naam 1/bestuurder 4 plaatje] bericht dat alle aandeelhoudersbesluiten genomen door Flamma in SI en SK nietig zijn en, indien dit anders is, de vernietiging van die besluiten ingeroepen. Daarnaast hebben [eisers] [naam 1/bestuurder 4 plaatje] gesommeerd tot het wijzigen van de inschrijving in het handelsregister van de Kamer van Koophandel in die zin dat [eisers] weer worden ingeschreven als bestuurders van SI en SK.
2.15.
Op 16 oktober 2019 heeft de rechter te Kazachstan het hoger beroep van Dakon tegen de arbitrage-uitspraak (zie 2.7) afgewezen.
2.16.
Tijdens een aandeelhoudersvergadering van SI en SK op 17 oktober 2019 zijn [naam 1/bestuurder 4 plaatje] en mr. Kesnich namens Flamma en mr. Voermans namens [eisers] aanwezig geweest. Op de agenda stond het ontslag van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] en de benoeming van [naam 1/bestuurder 4 plaatje] tot statutair bestuurder van beide vennootschappen. Daartoe is onder protest van mr. Voermans beslist. De oproeping voor een aandeelhoudersvergadering van SI is gedaan op 3 oktober 2019 en voor SK op 16 oktober 2019 per e-mail aan mr. Voermans.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eisers] vorderen – samengevat – om bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
Saigak c.s. te gebieden de inschrijving in de Kamer van Koophandel te corrigeren in die zin dat [naam 1/bestuurder 4 plaatje] wordt uitgeschreven uit het handelsregister en [eisers] worden ingeschreven als bestuurders van Saigak c.s., dan wel te bepalen dat dit vonnis in de plaats treedt van een aandeelhoudersbesluit waarbij [naam 1/bestuurder 4 plaatje] wordt ontslagen als bestuurder van Saigak c.s. en [eisers] worden benoemd tot bestuurders van Saigak c.s., met veroordeling van Saigak c.s. tot volledige medewerking aan de wijzigingen in het handelsregister;
indien de vordering onder I wordt toegewezen Saigak c.s. te verbieden uitvoering te geven aan aandeelhoudersbesluiten tot het moment dat onomstotelijk (
ter comparitie nader ingevuld als: ‘tot een in kracht van gewijsde gegaan vonnis’) vaststaat wie bevoegd is Flamma te vertegenwoordigen;
Saigak c.s. te veroordelen in de proces- en nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
[eisers]
3.2.
[eisers] stellen ten eerste dat zij belang hebben bij een spoedige beslissing omtrent het bestuur en de vertegenwoordiging van SI en SK. De vennootschappen kunnen vanwege de onduidelijkheid over het bestuur nu niet op normale wijze aan het rechtsverkeer deelnemen. Zowel intern, binnen de vennootschappen, als extern, richting derden, bestaat choas.
3.3.
[eisers] stellen voorts, samengevat, het volgende. In de bijeenkomst van aandeelhouders van Flamma waarbij Dakon en [bestuurder 6 plaatje] (zie 2.9) aanwezig waren, ook wel ‘de tweede aandeelhoudersvergadering’, konden geen besluiten worden genomen. Op 12 augustus 2019 heeft de deurwaarder het vonnis in de arbitrageprocedure aan Dakon betekend en zijn aan Dakon diverse maatregelen opgelegd, waaronder het verbod om deel te nemen aan de aandeelhoudersvergadering en om deel te nemen aan een stemming binnen die vergadering. De deurwaardersaanzegging geldt, zo moet worden aangenomen, tot het moment dat Dakon aan Energy betaalt hetgeen zij uit hoofde van het arbitraal vonnis is verschuldigd. In hoger beroep is het arbitraal vonnis in stand gebleven.
Ook los van het voorgaande konden in de aandeelhoudersvergadering geen besluiten worden genomen. De Kazachstaanse wetgeving bepaalt dat, om een aandeelhoudersbesluit te nemen, tenminste 2/3e van het totaal aantal stemmen noodzakelijk is wanneer een beslissing wordt genomen die een gekwalificeerde meerderheid vereist van 3/4e van de stemmen of unanimiteit. Bovendien vereisen de statuten van Flamma (artikel 9.15) dat alle beslissingen van de aandeelhoudersvergadering unaniem worden genomen. Aan deze vereisten is niet voldaan. Dit brengt met zich dat de besluiten genomen in de (tweede) aandeelhoudersvergadering nietig zijn. [eisers] verwijzen naar een door hen in het geding gebrachte Legal Opinion van advocatenkantoor Morgan Lewis te Almaty.
[bestuurder 3 plaatje] is daarom op 12 augustus 2019 niet rechtsgeldig tot bestuurder van Flamma benoemd en hij kon Flamma niet in die hoedanigheid vertegenwoordigen bij de aandeelhoudersbesluiten in SI en SK tot ontslag van [eisers] als bestuurders en benoeming van [naam 1/bestuurder 4 plaatje] als bestuurder van de vennootschappen. [eisers] zijn altijd bestuurders van SI en SK gebleven.
3.4.
Daarnaast, aldus nog steeds [eisers] , zijn de besluiten vernietigbaar. De oproepingstermijn vastgelegd in de statuten van SI en SK (2.6) bepalen dat in ieder geval een oproepingstermijn van acht dagen in acht had moeten worden genomen waarbij de bestuurders hadden moeten worden opgeroepen (artikel 2:227 lid 7 van het Burgerlijk Wetboek (BW)). Dat is niet gebeurd. Evenmin hebben alle belanghebbenden, zoals voorgeschreven door artikel 8.7 van de statuten, ingestemd met de buiten vergadering (te Almaty) gehouden aandeelhoudersvergadering en hebben de bestuurders geen reële mogelijkheid gehad om advies te geven over het voorgenomen ontslagbesluit (artikel 2:227 lid 7 BW). Op 21 augustus 2019 werd de bestuurders verzocht vóór het einde van 22 augustus 2019 schriftelijk advies uit te brengen waarna op 23 augustus 2019 de aandeelhoudersbesluiten al zijn genomen. Tot slot hadden de bestuurders ex artikel 2:8 BW voorafgaand aan het besluit moeten worden gehoord. Ook daarvoor is geen gelegenheid geboden. Bij de aandeelhoudersvergadering van 17 oktober 2019 hebben Saigak c.s. getracht de omissies met betrekking tot de eerdere besluitvorming te herstellen. Ten aanzien van SK heeft evenwel geen rechtsgeldige vergadering plaatsgehad gelet op de te late oproep, op 16 oktober 2019 tegen 17 oktober 2019.
Verweer Saigak c.s.
3.5.
Ter afwering van de vorderingen voeren Saigak c.s., samengevat, het volgende aan. Bij de benoeming van [naam 2] tot directeur van Flamma op 25/26 oktober 2018 is fraude gepleegd. [naam 2] , advocaat, heeft zichzelf middels door [bestuurder 3 plaatje] ondertekende blanco papieren tot directeur benoemd. Vóór die tijd was [bestuurder 3 plaatje] enig bestuurder van Flamma. De herbenoeming van [bestuurder 3 plaatje] tot directeur van Flamma op 12 augustus 2019 kwalificeert niet als een nietig dan wel vernietigbaar besluit. Saigak c.s. verwijzen op dit punt naar een door haar ingediende Legal Opinion van advocatenkantoor Burlingtons te Kazachstan. De statuten van 25/26 oktober 2018 (zie 2.3) zijn destijds niet rechtsgeldig vastgesteld dan wel nietig (‘not valid’). De volmacht waaraan wordt gerefereerd in de notulen van de algemene aandeelhoudersvergadering van 25/26 oktober 2018 gaven
[bestuurder 3 plaatje] niet het recht om namens [bestuurder 6 plaatje] (medevennoot in Flamma) op te treden, namens hem te stemmen en om de notulen te ondertekenen. De vertegenwoordiging en ondertekening is door [bestuurder 6 plaatje] niet bekrachtigd. Bij nietigheid van de statuten van 25/26 oktober 2018 dient te worden teruggevallen op de statuten uit 2017 die voordien van kracht waren. Blijkens die statuten mag de vennoot oproepen tot een vergadering en geldt geen unanimiteitseis en evenmin een quorumvereiste, enkel de eis van een volstrekte meerderheid van stemmen. Aan die eis heeft de benoeming op 12 augustus 2019 van [bestuurder 3 plaatje] tot bestuurder van Flamma voldaan waardoor hij sindsdien de rechtsgeldig bestuurder van Flamma is en hij Flamma kon vertegenwoordigen bij de aandeelhoudersbesluiten in SI en SK.
Verder zijn [eisers] tijdig, in ieder geval met betrekking tot de besluiten van 23 augustus 2019, op de hoogte gebracht van het voornemen van ontslag en de redenen daartoe. Blijkens hun protestbrief van 22 augustus 2019 hebben zij daarvan ook kennis genomen. In deze procedure dient daarom uitgangspunt te zijn, nu de besluiten noch nietig zijn noch zijn vernietigd, dat het ontslagbesluit met betrekking tot [eisers] en het besluit tot benoeming van [naam 1/bestuurder 4 plaatje] tot bestuurder van SI en SK rechtsgeldig zijn.
3.6.
[eisers] , aldus nog steeds Saigak c.s., hebben bij de uitoefening van hun bestuursfunctie fouten gemaakt. Zij gaven feitelijk geen leiding aan SI en SK en zij zijn nimmer op de werkvloer (de plants) aanwezig geweest. Zij hebben ook geen verstand van brandstofwinning. [eiser sub 1] houdt zich bezig met financiële zaken. [eiser sub 1] heeft zichzelf zonder daartoe strekkend aandeelhoudersbesluit een salaris van USD 20.000,- per jaar toegekend (waarmee de salarisbetalingen als onverschuldigd betaald kwalificeren) en hij heeft verzuimd de onderhandelingen over de tot en met 31 december 2021 lopende oliecontracten met de koper (Eurasia Oil) van de olie die wordt gewonnen op de ‘plants’ op te starten. Die onderhandelingen hadden uiterlijk op 31 december 2018 een aanvang moeten nemen. Tot slot heeft [eiser sub 1] zonder de daarvoor benodigde vergunning in Kazachstan twee boorgaten laten boren tegen een investering van USD 4 miljoen. Dat is een milieudelict.
Thans, met de aanstelling van [naam 1/bestuurder 4 plaatje] tot bestuurder, wordt het personeel op de plants (120 personen) aangestuurd en wordt er geld verdiend. Indien [eisers] terugkeren in hun bestuursfunctie, zal dat leiden tot chaos binnen SI en SK. [eisers] richten de vennootschappen naar de afgrond.
in reconventie
3.7.
Saigak c.s. vorderen – samengevat – om bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I. [eisers] hoofdelijk jegens Saigak c.s. te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis (i) een schriftelijke en gespecificeerde opgave te doen van alle eigendommen, (digitale) administratie, boekhouding, documenten, codes, wachtwoorden, bankpassen en creditcards, rechten en andere bezittingen van Saigak c.s. en het adres waar deze zich bevinden en (ii) deze goederen en informatie ter vrije beschikking van Saigak c.s. te stellen en voor zover deze goederen en informatie zich in hun macht bevinden of redelijkerwijs kunnen bevinden deze te overhandigen c.q. af te geven c.q. over te dragen aan Saigak c.s., op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100.000,- per gebeurtenis en een dwangsom van € 25.000,- per (gedeelte van een) dag dat [eiser sub 1] en/of [eiser sub 2] hiermee in gebreke zijn c.q. blijven;
II. [eisers] jegens Saigak c.s. met onmiddellijke ingang te verbieden om Saigak c.s. op enigerlei wijze te vertegenwoordigen en namens Saigak c.s. rechtshandelingen te verrichten, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100.000,- per gebeurtenis en een dwangsom van € 25.000,- per (gedeelte van een) dag dat [eiser sub 1] en/of [eiser sub 2] hiermee in gebreke zijn c.q. blijven en
III. [eisers] hoofdelijk te veroordelen in de proces- en nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.8.
Aan de vorderingen leggen Saigak c.s. ten grondslag dat [eisers] weigeren om opgave te doen van de eigendommen, administratie en informatie van de vennootschappen en om deze af te geven alsook, gezien hun protest, zich te onthouden van het vertegenwoordigen van de vennootschappen en het verrichten van rechtshandelingen namens de vennootschappen. Dit kwalificeert als onrechtmatig handelen jegens de vennootschappen. [eisers] zijn geen bestuurders meer van SI en SK en zij moeten de verzochte materialen overdragen aan de nieuwe bestuurder [naam 1/bestuurder 4 plaatje] .
3.9.
[eisers] voeren verweer.
3.10.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

In conventie en in reconventie

4.1.
Aan de rechtbank komt in conventie op grond van artikel 4 lid 1 van de Verordening (EU) nr. 1215/2012 van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (de Herschikte EEX-Vo) rechtsmacht toe. In reconventie is de rechtsmacht van de Nederlandse rechter niet bestreden, zodat ook ten aanzien van die vorderingen aan de rechtbank bevoegdheid toekomt.
4.2.
Kern van het geschil van partijen is de vraag wie de bestuurder is/de bestuurders zijn van SI en SK. Volgens [eisers] zijn zij bestuurders gebleven en volgens Saigak c.s. zijn [eisers] in augustus 2019 althans uiterlijk in oktober 2019 vervangen door [naam 1/bestuurder 4 plaatje] die thans bestuurder van de vennootschappen is. Met het voorgaande is in beginsel het spoedeisend belang bij de gevraagde voorzieningen gegeven. Zowel ten aanzien van de interne organisatie als ten aanzien van het zakelijk verkeer met derden is het van belang dat duidelijkheid bestaat over het bestuur van een vennootschap. Dat maakt in het onderhavige geval echter niet dat de voorzieningenrechter in dit vonnis al een beslissing zal nemen over het bestuur van de vennootschappen. Daartoe wordt het volgende overwogen.
4.3.
[eisers] stellen dat de ontslagbesluiten ten aanzien van hen nietig zijn, omdat Flamma in de aandeelhoudersvergadering van SI en SK niet op rechtsgeldige wijze is vertegenwoordigd (zie hiervoor onder 3.3.). Daartegenover staat het betoog van Saigak c.s. dat niet de statuten van 25/26 oktober 2018 van kracht zijn, maar de statuten die voordien golden en op grond waarvan het besluit tot benoeming op 12 augustus 2019 van [bestuurder 3 plaatje] tot bestuurder van Flamma rechtsgeldig is.
4.4.
Om de rechtsgeldigheid van de ontslagbesluiten ten aanzien van [eisers] en het besluit tot benoeming van [naam 1/bestuurder 4 plaatje] tot bestuurder te beoordelen, is het van belang dat éérst wordt vastgesteld welke statuten op 12 augustus 2019 binnen Flamma van kracht waren en in dat kader of het besluit van 12 augustus 2019 tot benoeming van een bestuurder rechtsgeldig is. [eisers] hebben (onweersproken) gesteld dat omtrent de benoeming van [bestuurder 3 plaatje] tot bestuurder van Flamma een procedure loopt in Kazachstan, in welke procedure op 30 oktober 2019 een zitting is bepaald. De voorzieningenrechter gaat ervan uit dat in die procedure tevens aan de orde zal komen welke statuten invulling geven aan de organisatie van Flamma; de statuten die zijn vastgesteld in de algemene aandeelhoudersvergadering van 25/26 oktober 2018 of de statuten die voordien golden in Flamma.
4.5.
Het voert voorshands te ver om nu een beslissing te nemen over het bestuur en, in het bijzonder, daarbij tevens een oordeel te geven over de van kracht zijnde statuten van Flamma op 12 augustus 2019 en de rechtsgeldigheid van de benoeming van [bestuurder 3 plaatje] als haar bestuurder, terwijl deze vraag ook voorligt aan de Kazachstaanse rechter, die beter in staat wordt geacht dit naar Kazachstaans recht te beoordelen. Indien ook de voorzieningenrechter in deze procedure een beslissing neemt over de toepasselijkheid van de statuten, bestaat het gevaar van tegenstrijdige beslissingen. In geval [bestuurder 3 plaatje] rechtsgeldig benoemd zal blijken te zijn als bestuurder van Flamma, geldt dat in elk geval met ingang van 17 oktober 2019 een geldig aandeelhoudersbesluit in SI is genomen, zodat [eisers] per die datum als ontslagen bestuurders van SI moeten worden aangemerkt. Voor SK geldt dit niet, omdat de oproepingstermijn voor haar aandeelhouders vergadering niet in acht is genomen.
4.6.
Verder legt groot gewicht in de schaal dat op korte termijn de exploitatie van de vennootschappen wordt voortgezet. [naam 1/bestuurder 4 plaatje] heeft verklaard dat het goed gaat op de plants. Daar wordt doorgewerkt en de lonen worden doorbetaald vanaf de rekening die SK in Kazachstan aanhoudt. Dat is niet bestreden door [eisers] en moet in deze procedure als vaststaand worden aangenomen. Verder is gesteld noch gebleken dat er een achterstand is ten aanzien van de belastingaangiften die SI en SK moeten doen in Nederland of dat er spoedig een belastingaangifte moet worden ingediend. Evenmin is gebleken dat SI en SK andere betalingsverplichtingen nu niet nakomen. Voor het geval er in Nederland een betaling aan derden dient plaats te vinden, is dat wellicht met medewerking van [eisers] mogelijk. Alles bij elkaar bestaat niet het beeld dat de vennootschappen op dit moment in een problematische situatie verkeren als gevolg van het geschil van partijen over het bestuur van de vennootschappen. Nu partijen hun stellingnames niet hebben ingericht op een aanhouding in afwachting van de beslissing in de zaak van de economische kamer van het gerecht in Kazachstan, zullen zij gelegenheid krijgen om te reageren op dit voornemen tot aanhouding van de onderhavige zaak. Daarbij kunnen zij zich uitlaten over het belang van de vennootschappen in de tussentijd en de benodigde duur van de aanhouding.
4.7.
Gelet op de spoedeisendheid van de zaak, zal de behandeling van de zaak worden aangehouden in afwachting van de beslissing van de rechter te Kazachstan in eerste aanleg met betrekking tot het bestuur van Flamma en niet totdat daarover een in kracht van gewijsde gegaan vonnis is gewezen. Ook ten aanzien van de beslissing op de vorderingen in reconventie, waarvan de beoordeling nauw samenhangt met die in conventie, bestaat het voornemen dat die zal worden aangehouden voor – in beginsel – drie maanden. Beide partijen dienen in de tussentijd de voorzieningenrechter te berichten of er nog andere zaken zijn die in deze tussentijd nopen tot een beslissing in dit kort geding. De zaak wordt pro forma naar de rol van 20 november 2019 verwezen. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie en in reconventie
5.1.
verwijst de zaak naar de rol van
20 november 2019voor uitlating door beide partijen zoals omschreven in r.o. 4.8,
5.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M.E. de Koning, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. C.E.P. Honing, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 6 november 2019. [1]

Voetnoten

1.type: CH