In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 21 november 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. De eiser, die na zijn detentie in Engeland naar Nederland was uitgezet, had een aanvraag ingediend voor een woning via de maatschappelijke opvang. De gemeente weigerde deze aanvraag op basis van een GGD-advies dat stelde dat de eiser voldoende zelfredzaam was. De rechtbank oordeelde dat de gemeente deze aanvraag terecht had afgewezen, omdat de eiser op dat moment in een passantenhotel werd opgevangen en daar begeleiding ontving bij het zoeken naar een woning. De rechtbank vond het eerste GGD-onderzoek niet zorgvuldig, maar het tweede advies voldeed aan de eisen van zorgvuldigheid en objectiviteit. De rechtbank oordeelde dat de gemeente op basis van dit advies de aanvraag mocht afwijzen. Eiser had wel recht op een vergoeding van de proceskosten, omdat hij de procedure met goede redenen was gestart. De rechtbank bepaalde dat de gemeente het griffierecht van € 47,- en de proceskosten van € 1280,- aan eiser moest vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.