Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift met producties, ter griffie binnengekomen op 20 juni 2019;
- de tussenbeschikking van 18 juli 2019, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling gehouden op 14 augustus 2019, met de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
Episode Datum S Journaalregels
Beschouwing
C. Beschouwing:
3.Het verzoek en het verweer
expert shopping, aldus Goudse.
4.De beoordeling
expert shopping. Juist uit het verschil in inzicht volgt dat nader onderzoek naar het gestelde causale verband noodzakelijk is. Dit is nu precies wat met dit verzoek wordt beoogd. Hetzelfde geldt voor het betoog van Goudse dat [verzoekster] ook andere klachten heeft die schadeveroorzakend kunnen zijn en met een voorlopig deskundigenbericht van een neuroloog daarom geen einde aan de achterliggende schadediscussie zal komen. Gelet op voornoemd toetsingskader wordt met een voorlopig deskundigenbericht immers niet nagestreefd dat een geschil definitief wordt beslecht, maar dat een partij de mogelijkheid heeft zekerheid te verkrijgen omtrent de voor de beslissing van het geschil relevante feiten en omstandigheden en eventuele proceskansen. Daarbij komt dat Goudse onvoldoende heeft onderbouwd dat de overige pijnklachten aan de weg zullen staan aan de in deze zaak te beantwoorden vragen door de deskundige over de rugklachten. Dit betoog van Goudse wordt dan ook gepasseerd.
5.De beslissing
1.DE SITUATIE MET ONGEVAL
Anamnese
2.DE SITUATIE ZONDER ONGEVAL
Meestal zal het niet mogelijk zijn om onderstaande vragen (met name de vragen 2c - 2e) met zekerheid te beantwoorden. Van u wordt ook niet gevraagd zekerheid te bieden. Wel wordt gevraagd of u vanuit uw kennis en ervaring op uw vakgebied uw mening wilt geven over kansen en waarschijnlijkheden. Het is dus de bedoeling dat u aangeeft wat u op grond van uw deskundigheid op uw vakgebied op deze vragen kunt antwoorden.
3.OVERIG
- de deskundige dient
- de griffie zal de opgave van de deskundige vervolgens toezenden aan partijen
- partijen kunnen desgewenst
- indien niet of niet tijdig bezwaar wordt gemaakt, wordt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige reeds nu voor alsdan vastgesteld op het door de deskundige begrote bedrag
- indien wel tijdig bezwaar wordt gemaakt, zal het voorschot worden vastgesteld bij afzonderlijke rechterlijke beslissing,
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
- de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op
- de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen,
- de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
- uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
- dat de deskundige [verzoekster] in de gelegenheid moet stellen om gebruik te maken van haar inzage- en blokkeringsrecht als bedoeld in art. 7:464 lid 2 onder b BW en, indien [verzoekster] als eerste kennis wenst te nemen van het deskundigenrapport, een concept van dat rapport aan [verzoekster] (eventueel onder gesloten couvert via zijn advocaat) moet toesturen en [verzoekster] daarbij een termijn van twee weken moet bieden om aan te geven of [verzoekster] gebruik wil maken van haar blokkeringsrecht (waarbij [verzoekster] zich van commentaar op het concept moet onthouden),
- dat, indien [verzoekster] binnen die termijn mededeelt gebruik te maken van haar blokkeringsrecht, de deskundige de werkzaamheden onmiddellijk moet staken en dit aan de rechtbank moet mededelen,
- dat, indien [verzoekster] geen gebruik maakt van haar inzage- of blokkeringsrecht, de deskundige het concept van het deskundigenrapport aan de advocaten van partijen moet toezenden,