Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 10 juli 2019 waarbij een comparitie van partijen is bepaald,
- het proces-verbaal van de comparitie van 17 oktober 2019 en de daarin vermelde stukken.
2.De feiten
3.Het geschil
- een verklaring voor recht dat gedaagden tezamen dan wel afzonderlijk onrechtmatig hebben gehandeld jegens [eiseressen] ;
- veroordeling van gedaagden afzonderlijk tot vergoeding van door [eiseressen] geleden schade als gevolg van het onrechtmatig handelen, nader op te maken bij staat, te vermeerderen met rente;
- een verklaring voor recht dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 3] toerekenbaar tekort zijn geschoten in de nakoming van hun verbintenissen jegens [eiseressen] ;
- veroordeling van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 3] afzonderlijk tot vergoeding van door [eiseressen] geleden schade als gevolg van de tekortkomingen, nader op te maken bij staat, te vermeerderen met rente;
- een verklaring voor recht dat gedaagden onrechtvaardigd zijn verrijkt ten koste van [eiseressen] ;
- hoofdelijke veroordeling van gedaagden in de buitengerechtelijke incassokosten en de proces- en nakosten.
4.De beoordeling
Uit de stellingen zoals door [eiseres sub 2] in de ontbindingsprocedure ingenomen blijkt dat [gedaagde sub 1] , gedaagde sub 2, verder te noemen “ [gedaagde sub 2] ”, gedaagde sub 3, verder te noemen “ [gedaagde sub 3] ” en gedaagde sub 4, verder te noemen “ [gedaagde sub 4] ” wanprestatie hebben gepleegd jegens eiseressen, dan wel jegens hen onrechtmatig hebben gehandeld. De gedragingen van gedaagden, namelijk het laten verrichten van de werkzaamheden door aannemers van [eiseres sub 2] en het aannemen van onderhandse betalingen in ruil voor opdrachten, kunnen niet anders dan worden uitgelegd als een onrechtmatige daad jegens eiseressen en in het geval [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] als wanprestatie. Subsidiair stellen eiseressen zich op het standpunt dat er sprake is van ongerechtvaardigde verrijking van alle gedaagden. Door derden verleende kortingen zijn immers verkregen ten koste van [eiseres sub 2] dan wel [eiseres sub 1] , als eigenaar van de onroerende zaken.
6.198,00(2,0 punten × tarief € 3.099,00)
6.198,00(2,0 punten × tarief € 3.099,00)