Behandelverloop en risicotaxatie
Begin oktober 2018 wordt betrokkene geplaatst op de resocialisatieafdeling van [de kliniek] . Deze belangrijke overgang verloopt zonder opvallende problemen.
Sinds januari 2019 werkt hij als medewerker in een sportschool. Dit gaat goed en hij vindt er snel zijn draai. Hij is trouw aanwezig en meldt zich vrijwel nooit ziek. Inmiddels is hij gestart met een sportopleiding.
Gezien de positieve voortgang van zijn traject wordt besloten dat er transmuraal verlof zal worden aangevraagd met als doel om betrokkene over te plaatsen naar het ouderlijk huis in [woonplaats] waar zijn moeder woont. Dit is toegekend en na een positieve evaluatie van meerdere overnachtingen per week bij zijn moeder, is het aantal overnachtingen inmiddels -met moeders goedvinden- uitgebreid naar zeven dagen per week.
In de situatie met professioneel toezicht en ondersteuning gedurende zijn verblijf in de kliniek en tijdens verlof houdt betrokkene zich aan de afspraken en voorwaarden.
Op het moment dat betrokkene in het kader van de aangevraagde verlofmachtiging zal verblijven bij zijn moeder, wordt de begeleiding vormgegeven door het sociotherapeutisch team van De Sterreschans. Zij kennen betrokkene goed en er is sprake van een prettige samenwerking.
In de situatie
in-zorgwerd bij het verlofkader van onbegeleid verlof inclusief overnachtingen het risico op terugval in crimineel en/of gewelddadig gedrag ingeschat als laag. Bij uitbreiding tot het huidige verlofkader van transmuraal verlof was de inschatting dat het risico op terugval in crimineel en/of gewelddadig gedrag niet zou toenemen.
In een situatie
uit-zorg, waarbij hulpverlening volledig wegvalt, wordt het risico op terugval in crimineel en/of gewelddadig gedrag ingeschat als laag tot matig op de korte termijn en matig op de lange termijn.
De belangrijkste risicofactor blijft het aangaan van een nieuwe intieme relatie en mogelijke problemen die hieruit voort kunnen vloeien. Zoals al benoemd, wordt recidivegevaar vooral binnen intieme, problematische relaties verwacht. Binnen een intieme relatie kost het betrokkene veel moeite om te begrijpen hoe de partner de relatie beleeft en vindt hij het lastig om de wensen van de ander hierin te accepteren. Dit komt voort vanuit onmacht (betrokkene heeft niet geleerd hoe dit moet), niet vanuit onwil.
Het (op dit moment) niet hebben van een relatie werkt enerzijds beschermend, anderzijds ontneemt dit rapporteurs de kans om te onderzoeken in hoeverre betrokkene daadwerkelijk heeft geleerd om te praten binnen een relatie en om te gaan met krenking indien toezicht wegvalt. Bij het wegvallen van professionele hulpverlening zullen vertekende verwachtingen en gedachten die betrokkene ontwikkelt binnen een relatie niet kunnen worden getoetst aan de realiteit, hetgeen de kans op agressief gedrag en - hoogstwaarschijnlijk in mindere mate - de mogelijkheid op een soortgelijk delict als het indexdelict vergroot.