Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
out’ is gegaan. Daardoor gaf hij geen richting aan toen hij richting het fietspad reed, keek hij niet over zijn schouder en in zijn spiegels, reed hij te hard en gaf hij geen voorrang. Dit zijn de (trieste) gevolgen van voornoemde kernfout en kunnen slechts in mindere mate als aparte/losse verkeersfouten worden gezien.
out’ is gegaan. De rechtbank vindt het niet onaannemelijk dat verdachte in ieder geval gedeeltelijk het bewustzijn heeft verloren als gevolg van de inname van ketamine. Uit het procesdossier valt immers op te maken dat verdachte zich, in de minuten voorafgaand aan het ongeluk, als normale verkeersdeelnemer leek te gedragen. Zo blijkt uit camerabeelden dat verdachte op de Insulindeweg voorsorteert bij stoplichten, afremt, net niet tot stilstand komt, weer optrekt en rechtdoor rijdt. Toen verdachte ter hoogte van de kruising van de Eerste Oosterparkstraat en de Beukenweg reed, was echter geen sprake meer van een normale verkeersdeelname: verdachte reed op de trambaan, fors te hard, in de richting van een éénrichtingsverkeerstraat (in tegengestelde richting), zonder acht te slaan op het overige verkeer, week een klein beetje uit naar rechts en belandde op een afgescheiden fietspad waar hij met de auto niet mag komen. Dit rijgedrag van verdachte, dat ook voor hem zelf gevaar meebracht, is naar het oordeel van de rechtbank het gevolg van het kort daarvoor gebruiken van ketamine. Had verdachte dat niet gedaan, dan had het ongeval hoogstwaarschijnlijk niet plaatsgevonden. Bij de beoordeling van de mate waarin verdachte een verwijt valt te maken, heeft de rechtbank daarom de keuze van verdachte om deel te nemen aan het verkeer na gebruik van ketamine, veel gewicht toe gekend.
partydrugen/of om in een ‘roes’ te komen. Hij heeft verklaard al eerder
outte zijn gegaan en/of in een zogenaamde k-hole te zijn beland. Dat volgt ook uit de verklaring van zijn vader, dat verdachte recent nog bij een bezoek aan zijn grootouders half in de bosjes was aangetroffen. Ook toen was hij buiten bewustzijn. Verdachte weet dus al heel lang en ook heel goed wat de gevolgen zijn van het gebruik van ketamine. Eerder op de dag van de aanrijding had verdachte ook al ketamine gebruikt. Toen hij ’s avonds de auto van zijn vader wilde lenen, heeft zijn vader hem nog gevraagd of hij niet onder invloed was en heeft er een discussie plaatsgevonden over het wel of niet rijden van verdachte in verband met zijn drugsgebruik. Verdachte was dus niet alleen op de hoogte van de risico’s van het gebruik van ketamine, maar had ook moeten weten dat het gebruik van ketamine niet samen gaat met autorijden. Sterker, nog hij was daar kort tevoren nog op gewezen toen hij de auto wilde lenen, waarmee hij iets later de aanrijding heeft veroorzaakt.
5.Bewezenverklaring
6.Strafbaarheid van de feiten
7.Strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen en maatregelen
drug, werd de maximum toegestane snelheid overschreden en overleed een slachtoffer als gevolg van een botsing met de bestuurder. De rechtbank Noord-Holland legde aan de bestuurder een taakstraf op voor duur van 180 uren en een rijontzegging van achttien maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk. De rechtbank Limburg kwam tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden en een rijontzegging van drie jaar.
drugsiets heel anders is dan alcohol, zoals in de LOVS genoemd. Twee glazen alcohol is niet gelijk aan het snuiven van twee lijnen cocaïne of
speed.
drugsniet op gelijke voet valt te stellen met het nuttigen van alcohol omdat de consequenties daarvan niet altijd hetzelfde zijn. Het gebruik van ketamine zoals door verdachte is gedaan, is echter kennelijk dusdanig gevaarlijk, dat verdachte ervan
outis gegaan. De rechtbank zoekt daarom desalniettemin aansluiting bij de hoogste categorie gebruik van alcohol en vindt dat ook passend omdat de gevolgen van het gebruik van ketamine zoals door verdachte is gedaan zeker niet minder ernstig zijn, dan van het gebruik van een dergelijke hoeveelheid alcohol.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood, terwijl de schuldige verkeerde in de toestand, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van deze wet, en terwijl de schuldige een krachtens deze wet vastgestelde maximumsnelheid in ernstige mate heeft overschreden;
overtreding van artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994.
[verdachte], daarvoor strafbaar.
36 (zesendertig) maanden.
6 (zes) maanden, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
3 (drie) jarenvast.
- Meldplicht bij reclassering (na afspraak): Verdachte meldt zich op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren;
- Opname in een zorginstelling: Verdachte laat zich opnemen in een forensische zorginstelling, nader te bepalen door IFZ, indicatiestelling forensische zorg, de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start aansluitend aan detentie. De opname duurt maximaal de gehele proeftijd en zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing.
- Ambulante behandeling: Verdachte laat zich behandelen door een ambulante forensische zorgverlener zoals de Waag, nog nader te bepalen door de reclassering. De behandeling start na de klinische fase van het reclasseringstraject. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
- Begeleid wonen of maatschappelijke opvang: Verdachte verblijft in een nog nader te bepalen instelling voor begeleid wonen of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start aansluitend aan de opname in de zorginstelling. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
- Drugsverbod: Verdachte gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd.
5 (vijf) jaren.