ECLI:NL:RBAMS:2019:9196

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 december 2019
Publicatiedatum
10 december 2019
Zaaknummer
AMS 19/528
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering urgentieverklaring sociale huurwoning op basis van medische klachten

In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 9 december 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een 55-jarige vrouw die als schoonmaakster werkt, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. Eiseres had een urgentieverklaring aangevraagd voor een sociale huurwoning, omdat zij geen eigen woning heeft en tijdelijk bij kennissen verblijft. De gemeente heeft haar aanvraag afgewezen op basis van een GGD-advies, waarin werd gesteld dat haar medische klachten niet levensontwrichtend zijn en dat er geen bezwaren zijn tegen haar huidige woonsituatie.

Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de afwijzing en haar beroep is behandeld op de zitting van 25 november 2019. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente zich terecht op het GGD-advies heeft gebaseerd. De rechtbank oordeelt dat de medische problemen van eiseres, hoewel vervelend, niet zo ernstig zijn dat zij in aanmerking komt voor een urgentieverklaring. De rechtbank benadrukt dat de situatie van eiseres niet ideaal is, maar dat het niet de verantwoordelijkheid van de gemeente is om haar een woning te bieden. Eiseres moet zelf op zoek naar een nieuwe woonruimte, eventueel met hulp van maatschappelijk werk.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L.Z. Achouak el Idrissi, rechter, in aanwezigheid van mr. F.P. van Straelen, gerechtsjurist.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 19/528

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 december 2019 in de zaak tussen

[eiseres] , te Amsterdam, eiseres

(gemachtigde: mr. S.L. Soedamah),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,verweerder
(gemachtigde: mr. J.H.G. van den Boorn).

Conclusie

1.1.
Deze rechtszaak gaat over de vraag of verweerder (hierna: de gemeente) een urgentieverklaring aan eiseres moest geven voor een sociale huurwoning in Amsterdam.
1.2.
De rechtbank stelt eiseres niet in het gelijk. De rechtbank is van oordeel dat de gemeente geen urgentieverklaring aan eiseres hoefde te geven.

Wat is er gebeurd?

2.1.
Eiseres is een 55-jarige vrouw. Ze werkt als schoonmaakster/kamermeisje bij een hotel en heeft twee zoons van 23 en 25 jaar oud. Ze heeft geen eigen woning, maar logeert bij kennissen op de bank in de flat Kikkenstein. Haar zoons hebben ook geen zelfstandige woningen. Eiseres heeft op 23 april 2018 bij de gemeente een urgentieverklaring aangevraagd voor toewijzing van een sociale huurwoning.
2.2.
De gemeente heeft advies gevraagd bij de GGD. In het GGD-advies van 19 juli 2018 staat dat eiseres last heeft van lichte interne afwijkingen die een minimaal conditieverlies kunnen verklaren. Ook heeft ze afwijkingen aan haar rechterknie, waardoor ze enigszins beperkt is in het traplopen. Ze dient het traplopen bij voorkeur te beperken tot maximaal 1 trap van circa 16 treden. Meerdere trappen zullen in etappes moeten worden genomen. Er zijn geen medische bezwaren tegen op kamers wonen, inwonen bij derden, antikraakwonen of op de bank slapen.
2.3.
Op 24 juli 2018 heeft de gemeente de aanvraag van eiseres afgewezen onder verwijzing naar het advies van de GGD. Eiseres heeft hier bezwaar tegen gemaakt. De gemeente heeft een telefonische hoorzitting gehouden en heeft het bezwaar van eiseres in het besluit van 12 december 2018 ongegrond verklaard. Eiseres heeft hier beroep tegen ingesteld. De rechtbank heeft het beroep van eiseres behandeld op de zitting van 25 november 2019. Daarbij waren eiseres, een tolk en de gemachtigde van de gemeente aanwezig. De gemachtigde van eiseres had zich voor de zitting afgemeld.
Wat vindt de gemeente?
3. De gemeente is van mening dat eiseres niet in aanmerking komt voor een urgentieverklaring. De gemeente baseert zich op het GGD-advies. Uit dat advies blijkt dat eiseres last heeft van lichte interne afwijkingen en afwijkingen aan haar rechterknie. Deze medische problemen zijn niet zo ernstig dat er een urgente verhuizing nodig is. Het is begrijpelijk dat het niet prettig is voor eiseres dat zij niet over een eigen woning beschikt, maar ook dat is geen reden voor een urgentieverklaring.

Wat vindt eiseres?

4. Eiseres vindt het noodzakelijke dat zij snel een eigen woning krijgt. Ze wil graag meer tijd doorbrengen met haar zoons en haar kleinkind, en dat is erg lastig als geen van hen over een eigen woning beschikt. Eiseres legt in beroep een brief van de huisarts over van 14 oktober 2019. Daarin staat dat eiseres stress krijgt van haar woonsituatie en dat is slecht voor haar bloeddruk. Eiseres stelt dat er sprake is van levensbedreigende, dan wel levensontwrichtende problematiek.

Wat vindt de rechtbank?

5.1.
De rechtbank overweegt dat alle woonruimte schaars is in Amsterdam en dat het daarom begrijpelijk is dat de gemeente strenge regels hanteert voor de afgifte van een urgentieverklaring. Een reden om in aanmerking te komen voor een urgentieverklaring is dat iemand lijdt aan ernstige medische problemen die levensontwrichtend zijn en ertoe leiden dat deze persoon niet meer in staat is om zelfstandig te functioneren. [1]
5.2.
Uit het GGD-advies blijkt dat eiseres last heeft van lichte interne afwijkingen en van haar knie. Het GGD-advies is volgens de rechtbank helder en inzichtelijk. De onderliggende stukken en de klachten van eiseres staan erin vermeld. De conclusie dat de situatie van eiseres niet zo ernstig is dat zij voor een urgentieverklaring in aanmerking moet komen, is begrijpelijk. De gemeente mocht zich dus op dit GGD-advies baseren.
5.3.
In de brief van de huisarts van 14 oktober 2019 staat geen wezenlijk andere informatie dan al bekend was. Uit die brief blijkt niet dat de medische situatie van eiseres is verslechterd of dat er sprake is van levensontwrichtende problematiek. De gemeente hoefde daarom niet opnieuw advies aan de GGD te vragen.
5.4.
Het is duidelijk dat de situatie van eiseres, waarbij zij niet over een eigen woning beschikt niet ideaal is en dat het haar zwaar valt. De gemeente kon uit het GGD-advies echter opmaken dat de problemen van eiseres niet levensontwrichtend zijn. De situatie van eiseres is niet zo ernstig dat zij echt niet in de woning kan verblijven en dat het de verantwoordelijkheid wordt van de gemeente om een woning voor eiseres te regelen.
5.5.
Dit betekent dat eiseres er zelf verantwoordelijk voor is om nieuwe woonruimte te zoeken, binnen of buiten de gemeente Amsterdam, eventueel met de hulp van maatschappelijk werk of een andere instantie.
5.6.
Het beroep is ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.Z. Achouak el Idrissi, rechter, in aanwezigheid van mr. F.P. van Straelen, gerechtsjurist, op 9 december 2019.
rechter
gerechtsjurist (griffier ter zitting)
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met de beslissing?

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de dag van verzending van het proces-verbaal daarvan hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.

Voetnoten

1.Paragraaf 10 van de beleidsregels urgenties (geldig van 17 maart 2018 tot 1 januari 2019).