Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift met producties, ingekomen ter griffie op 14 maart 2019,
- de brief van 14 maart 2019 namens [verzoekster] met volledige productie 3,
- het eenstemmige verzoek van partijen om op de mondelinge behandeling eerst de formele vragen in deze zaak te behandelen;
- de brief van 9 april 2019 namens [verzoekster] met een aanvulling op het verzoekschrift,
- de tussenbeschikking van 9 mei 2019, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- de brief van 18 juni 2019 namens [verzoekster] waarin is geschreven dat partijen zijn overeengekomen dat het verzoekschrift wordt gewijzigd in die zin dat het verzoek zich uitsluitend tot Google richt en niet tot Google Netherlands B.V. en dat Google vrijwillig in de procedure zal verschijnen,
- het verweerschrift met bijlagen,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 25 september 2019, met de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
Uniform Resource Locator(hierna: URL) en een
snippet, een korte samenvatting van de webpagina (hierna wordt deze combinatie genoemd: een zoekresultaat). De selectie en ordening van de zoekresultaten en de vertoning daarvan aan de gebruiker zijn het resultaat van een geautomatiseerd, algoritmisch proces. De zoekmachine indexeert op het internet gepubliceerde of opgeslagen informatie, slaat die tijdelijk op en stelt aan de hand van zoektermen zoekresultaten in een bepaalde volgorde aan internetgebruikers ter beschikking.
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
Rechtsmacht en bevoegdheid
ex nuncmoet beoordelen of de verzoeken van [verzoekster] toewijsbaar zijn, brengt dat mee dat de rechtbank moet beoordelen of de verzoeken toewijsbaar zijn op grond van de momenteel geldende regels van de AVG (vgl. Gerechtshof Den Haag 16 april 2019, ECLI:NL:GDHA:2019:1472). Partijen gaan ervan uit dat de zaak kan worden beslist op basis van de maatstaf die het HvJEU heeft geformuleerd in het Costeja-arrest, omdat die maatstaf ook onder de AVG toepasbaar blijft. Op de zitting hebben partijen een rechtskeuze voor Nederlands recht gemaakt, voor zover dat in aanvulling op de AVG van toepassing is.
uitsluitendde volledige naam van een persoon in de zoekmachine vindt dan ook geen steun in het Costeja-arrest. Ook als een zoekmachine gegevens verwerkt die tevens gegevens bevatten over geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke personen is sprake van persoonsgegevens in de zin van artikel 2, sub a, van de Richtlijn persoonsgegevens (zie rov. 27 van het Costeja-arrest).
Kunstenares [verzoekster] verdwijnt met geld. #oplichting [verzoekster] – Uitzending – Opgelicht?! AVROTROS programma over oplichting en fraude en bedrog”. De berichten bevatten ook een link.
EUR 1.086,00(2 punten × tarief EUR 543,00)