ECLI:NL:RBAMS:2019:944
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vergoeding voor schade en reiskosten na heenzending in strafzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 5 februari 2019 uitspraak gedaan op verzoeken van een gewezen verdachte, die om vergoeding vroeg van schade en reiskosten na zijn heenzending. De verzoeker, die op 4 februari 2018 was aangehouden en later op dezelfde dag was heengezonden, had een verzoekschrift ingediend waarin hij een schadevergoeding van € 105,- voor de schade door ondergane verzekering, € 2,29 voor reiskosten en € 550,- voor de kosten van het opstellen en indienen van het verzoekschrift vroeg. De rechtbank heeft het verzoek tot schadevergoeding op grond van artikel 89 Sv toegewezen, omdat de omstandigheden van de verzoeker aanleiding gaven voor billijkheid. De rechtbank kende een standaard schadevergoeding toe van € 105,- voor de dag die verzoeker op het politiebureau had doorgebracht. Daarnaast werden de reiskosten van € 2,29 toegewezen, omdat deze kosten redelijk waren en voortkwamen uit de heenzending van de verzoeker. De rechtbank wees echter het verzoek om vergoeding van de kosten voor rechtsbijstand af, omdat de kosten van € 550,- niet in verhouding stonden tot het belang van de zaak. De rechtbank kende in plaats daarvan een vergoeding van € 280,- toe voor de kosten van het opstellen en indienen van het verzoekschrift. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat hoger beroep open voor de verzoeker.